donderdag 28 februari 2013

Hulp leerling met rekenprobleem


Het College voor Examens (CvE) gaat bekijken of een speciale rekenkaart kan komen voor leerlingen met een rekenstoornis. Deze kaart kan dan worden gebruikt bij het centraal eindexamen. Dit heeft staatssecretaris Dekker van Onderwijs gezegd tijdens een overleg in de Tweede Kamer.
Op dit moment is het gebruik van een rekenmachine of tafelkaart niet toegestaan. De Tweede Kamer maakt zich zorgen over de gevolgen voor kinderen met dyslexie en dyscalculie door de verzwaring van eindexameneisen en de invoering van verplichte taal-en rekentoetsen.
Sommige partijen vrezen dat kinderen met deze leerstoornis onterecht op het schoolniveau van hun handicap terechtkomen en daarmee talent wordt verspild.

Vrijstelling

Een leerling met dyscalculie, die geen rekenkaart mocht gebruiken op haar examen, is naar de Commissie Gelijke Behandeling gestapt. De commissie stelde de leerling in het gelijk op basis van de gelijke behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte.
Dekker wil ook kijken naar dyslectische leerlingen die op de middelbare school problemen hebben met het leren van de tweede vreemde taal, zoals Frans en Duits. Sommige scholen bieden deze leerlingen al een vrijstelling aan, andere scholen niet. "We moeten eens zien of het College daar nog een rol in ziet", aldus staatssecretaris Dekker.

Zorgen

Veel ouders met kinderen met een ontwikkelingsstoornis maken zich zorgen over de verzwaring van de eindexameneisen, zo constateert belangenvereniging Balans.
Zo mag in het voortgezet onderwijs voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde niet meer dan één vijf worden gehaald en is compensatie van een zware onvoldoende met een hoger cijfer niet meer mogelijk.
Ook wordt vanaf het schooljaar 2015-2016 een verplichte taal- en rekentoets ingevoerd. De Tweede Kamer steunt deze aanscherping van de exameneisen, maar wil voorkomen dat scholieren met dyslexie en dyscalculie dan niet meer in staan zijn om bijvoorbeeld een havo- of vwo-diploma te halen.
Leerlingen met de leerstoornis dyslexie krijgen vaak al hulpmiddelen aangeboden, zoals langere tijd op examens, computerondersteuning en het werken met grotere lettertypes.
Bron : Nos.nl

woensdag 20 februari 2013

Hoe worden leerlingen met dyslexie op school begeleid?


Er zijn verschillende aanpassingen en hulpmiddelen voor leerlingen met dyslexie. Ze kunnen luisterboeken gebruiken of krijgen meer leestijd bij opdrachten. Scholen bepalen zelf welke middelen zij inzetten en hoe zij leerlingen met dyslexie begeleiden.

Kenmerken dyslexie

Dyslexie is een stoornis die problemen veroorzaakt met lezen en spelling. Wie last heeft van dyslexie, heeft moeite om van letters en woorden op papier spraakklanken te maken.

Leerlingen met dyslexie

Leerlingen met dyslexie hebben vaak een achterstand op school en problemen bij het maken van toetsen en examens. Ook hebben ze meer tijd nodig om huiswerk te maken. Zij kunnen hun zelfvertrouwen verliezen of faalangst krijgen. Daarom is goede begeleiding op school heel belangrijk.

Dyslexie in het basisonderwijs

In het basisonderwijs krijgen kinderen met leesproblemen gerichte ondersteuning. Sommige scholen hebben een dyslexieprotocol waarin staat hoe zij omgaan met dyslexie. In het zorgplan van de basisschool staat welke methoden en middelen de school gebruikt voor dyslectische leerlingen. 

Dyslexie in het voortgezet onderwijs

Een middelbare school kan op verschillende manieren rekening houden met dyslectische leerlingen:
  • Ze kunnen vaker een mondelinge toets krijgen.
  • Ze kunnen extra examentijd krijgen.
  • Ze kunnen gebruikmaken van hulpmiddelen zoals een daisyspeler of een computer met spellingcontrole.
  • Ze kunnen extra begeleiding krijgen bij lezen, spelling of taal. Dit gebeurt vaak in samenwerking met een onderwijsbegeleidingsdienst of een remedial teacher.

Dyslexieverklaring

Om voor hulpmiddelen op school in aanmerking te komen hebben leerlingen in het voortgezet onderwijs een dyslexieverklaring nodig. De verklaring beschrijft welke belemmeringen de dyslexie veroorzaakt en welke hulpmiddelen nuttig kunnen zijn. Alleen een erkende psycholoog of orthopedagoog, gespecialiseerd op het gebied van leerstoornissen, kan een dyslexieverklaring afgeven.

Bron: rijksoverheid

dinsdag 5 februari 2013

Predicaat excellentie wekt verkeerde indruk


52 scholen in het po en vo kregen maandag het predicaat excellent uitgereikt. Deze scholen leveren hiermee een knappe prestatie en verdienen een compliment. Tegelijkertijd plaatst de Besturenraad kanttekeningen bij deze ontwikkeling. De kwaliteit van een school is niet in één label te vangen. Het predicaat wekt ten onrechte de indruk dat de school op alle terreinen excellent is en kan leiden tot een onevenwichtige focus op meetbare resultaten.
De selectie om voor het predicaat in aanmerking te komen is gebaseerd op vijf criteria: onderwijsresultaten (ook in relatie tot de leerlingenpopulatie), een heldere visie op onderwijs, het zelflerend vermogen van de school, de omstandigheden waaronder een school werkt en de wijze waarop een school zich onderscheidt op een bijzonder onderwijsgebied, zoals aandacht voor excellente en hoogbegaafde leerlingen.
Een grote meerderheid van de schoolleiders die in 2011 meedeed aan een ledenpeiling van de Besturenraad over dit onderwerp vond het uitreiken van een ‘Michelinster’ aan excellente scholen een slecht idee. Excellentie is lastig langs een meetlat te leggen, was veelgehoorde kritiek. En: “scholen gaan zich dan naar de ster richten en niet op wat inhoudelijk belangrijk is”, zo reageerde een schoolleider. Ook gaat het “een zeer scheve toestroom van leerlingen veroorzaken”. Schoolklimaat, veiligheid en gemeenschapszin leg je volgens de bestuurders veel moeilijker langs de meetlat.
Het predicaat wekt ten onrechte de indruk dat de school op alle terreinen excellent is. Bovendien geeft het een verkeerd signaal naar ouders, die in de verleiding komen om op basis van het predicaat voor een school te kiezen die mogelijk niet het beste past bij hun kind. Daarnaast leveren veel scholen die geen predicaat krijgen ook excellent onderwijs.
Fons van Wieringen, juryvoorzitter van de commissie die de predicaten uitreikt, weersprak in Trouw de kritiek dat het vooral zou gaan om goede resultaten op het terrein van rekenen en taal: “Natuurlijk verwachten we van excellente scholen dat zij uitstekend scoren op de basisvakken, maar daarnaast moeten ze ook ergens anders goed in zijn. Dat hoeven we niet te meten. Dat moeten scholen alleen kunnen aantonen.”
Het uitreiken van de predicaten door deze jury is echter voorwerk voor de Inspectie van het onderwijs. Die deelt scholen op dit moment nog slechts in een aantal categorieën in: voldoende, zwak en zeer zwak. Uit het regeerakkoord blijkt dat de Inspectie straks ook moet bepalen welke scholen zich 'goed' en 'excellent' mogen noemen. Dit is een bedenkelijke ontwikkeling.
Als alle scholen in Nederland jaarlijks door de Inspectie op deze manier beoordeeld moeten worden, zal dat zeker leiden tot een te eenzijdige nadruk op meetbare resultaten. Niet of moeilijk meetbare aspecten van onderwijskwaliteit, zoals de brede, vormende taak, tellen dan onvoldoende mee. Er zal een uniformerende werking uitgaan van het laten toetsen van ‘excellentie’ door de Inspectie. Daarnaast lokt het werken met deze ‘Michelinsterren’ strategisch gedrag uit om aan normen voor excellentie te voldoen. Ook is het niet aan de overheid om een definitie van excellente kwaliteit op te leggen, daar gaan scholen zelf over.