maandag 31 maart 2014

‘Een dyslecticus is niet dom’. Dyslexie, een gevecht met letters

Wat hebben Bill Gates, Ludwig van Beethoven, Jean des Bouvrie, John de Mol en Silvia Sikkema-van Laar gemeen? Het antwoord luidt dyslexie. Een Drachtster heeft er zelfs een boek over geschreven, getiteld Gevecht met letters.

Kinderen heben maar foor 1 ding aandagt, bv het friendinutje aan de ooferkant. Het ferkeer wort dan fergeten. Wie niet beter weet, zou denken dat dit door een kind uit groep vier is geschreven. In werkelijkheid gaat het om een oudere met dyslexie.

Gevecht met letters

Dyslexie heeft niks met intelligentie te maken en een dyslecticus is bepaald niet dom. Silvia Sikkema-van Laar spreekt uit ervaring en kent als geen ander de verkeerde beeldvorming. Zij wist op school haar ‘gevecht met de letters’ goed te verbergen en ontdekte pas op oudere leeftijd wat er precies ‘mis’ met haar was. Nu begeleidt zij als ervaringskundige kinderen en ouderen met onder andere dyslexie en schreef zelfs een boek.
Verwijten heeft Silvia Sikkema niet naar haar onderwijzers en leerkrachten toe. In haar jeugd was er veel minder bekend over dyslexie en werden leerlingen niet zoals tegenwoordig veel gebeurd op school getest. ,,Als het eerder was gesignaleerd, dan was ik er anders mee omgegaan. Bij mij is er veel onverwerkt verdriet. Ik heb eigenlijk al die tijd iedereen om de tuin geleid door mijn woordblindheid te verdoezelen.

Dyslexie op latere leeftijd

Op latere leeftijd had ik wel van dyslexie gehoord, maar heb nooit gedacht dat ik het zelf had. De RUG hield een onderzoek over erfelijkheid en dyslexie op de school van mijn jongste zoon. Omdat mijn oudste zoon dyslectisch is, mocht de jongste meedoen. De ouders werd ook gevraagd om dat onderzoek te doen. Toen viel ik door de mand.’’

Beelddenker

Naar schatting vijf tot tien procent van de mensen heeft dyslexie. Bij ongeveer 80% van de kinderen met een leerstoornis is dyslexie de oorzaak. Het is een erfelijke stoornis. Als een van de ouders ‘woordblind’ is, hebben de kinderen een kans van 25 tot 65% om het te erven. ,,Dyslexie is voor iedereen weer anders, maar in algemene zin is een dyslect beelddenkend. Je vormt je een beeld van wat er staat. Dus bijvoorbeeld bij het woord boom denk je aan een boom, maar bij veel woorden is geen plaatje te bedenken.
Denk alleen maar eens aan de voorzetsels als de, het en een. Dan ziet een dyslecticus niet meer wat er staat en raakt gedesoriënteerd. Gevolgen zijn ook dat je misselijk en draaierig wordt en gaat hakkelen.’’

Onbegrip Dyslexie

Hoewel er in vergelijking met een aantal decennia geleden veel ten goede is veranderd, lopen dyslecten nog vaak tegen onbegrip aan. In haar praktijk Dyslexietalent hoort Silvia Sikkema schrijnende gevallen. ,,Ik krijg zelfs kinderen die niet meer willen leven. Ze worden niet begrepen. Als dyslecticus word je als dom en lui bestempeld. Ik krijg hier kinderen, maar ook ouderen tot soms tachtig jaar. De training duurt slechts een week, maar er gaat een wereld voor hen open, Bovendien neemt het zelfvertrouwen toe en verdwijnt de faalangst.’’ Dan op boze toon. ,,Mijn dochter heeft Sociaal Pedagogisch Werk gestudeerd en daar werd nog geleerd dat dyslexie het gevolg is van een hersenbeschadiging. Onbegrijpelijk.’’

maandag 24 maart 2014

injona teaching





Wij zijn nu alweer ruim vier jaar bezig met Injona, vanaf nu lanceren wij een nieuwe website  Injona teaching (Injona onderwijs) waarbij de Digitale Boekentas een belangrijke aanvulling is voor mensen /studenten / leerlingen met een zorg behoefte. Deze website bundelt informatie over hoe je ICT kan toepassen in de klas en op de scholen . We hebben dit project ontwikkeld om concrete toepassingen via de cloud  , tips, en digitale boeken (in opdracht) enz. beschikbaar te stellen voor de leerlingen met een leesbeperking. 

Dit is een  opmerkelijk project  die een verschil maken in het veilig, verantwoord en toegankelijk maken van computer- en internetgebruik nu en in de toekomst.
Nu ICT een idealen uitkomst is  om digitale lessenpakketen online beschikbaar te stellen voor de studenten/leerlingen , delen we graag praktische tips over hoe ICT kan verwerkt worden in de lessen. Wij geloven immers dat ICT niet mag ontbreken tijdens de lessen. Want eerlijk gezegd, welke leerlingen kunnen in het dagelijkse leven nog zonder?

vrijdag 14 maart 2014

Schoonmaak onder hulpbureaus voor dyslexie

De bureaus zijn kritisch doorgelicht door zorgverzekeraars en de instituten die de kwaliteit in de sector bewaken. Acht bureaus hebben de deuren moeten sluiten omdat ze veel te veel declareerden of behandelaars inzetten die niet bevoegd waren. Marijke van Grafhorst is voorzitter van één van de bewakende instituten voor de sector, het Kwaliteitsinstituut Dyslexie.



Bron:NOS

vrijdag 7 maart 2014

Onderzoekers zitten dyslexie op de hielen


Een interdisciplinair onderzoeksteam van de KU Leuven heeft ontdekt waar het precies fout loopt in de hersenen van mensen die te kampen hebben met dyslexie. Het onderzoek veegt de gangbare theorie daarover van tafel.

Mensen met dyslexie hebben moeite met lezen en spellen. De aandoening wordt veroorzaakt door een erfelijke stoornis in de hersenen. Zo’n 10% van de kinderen en volwassenen wereldwijd wordt hiermee geconfronteerd. 
De meeste talen worden weergegeven in geschreven tekens: bij alfabetische schriftsystemen staan de symbolen voor aparte klanken. Kinderen leren lezen en schrijven door de link te leggen tussen het symbool en de klank waar het voor staat. Om deze link te kunnen leggen is het belangrijk om inzicht te hebben in de klankstructuur van de taal. Daar gaat het mis bij mensen met dyslexie: zij hebben veel minder voeling met de klankstructuur van een taal. Maar in welk deel van de hersenen loopt het dan precies fout?
De weergave van klanken in de hersenen
De onderzoekers gingen na hoe specifieke klanken worden weergegeven in de hersenen. Enerzijds moet deze weergave ruim genoeg zijn: de manier waarop iemand bijvoorbeeld de letter ‘b’ uitspreekt is per persoon verschillend. De klank ‘b’ klinkt ook anders afhankelijk van de klanken die eraan voorafgaan of erop volgen. De ‘b’ in ‘bal’ klinkt lichtjes anders dan de ‘b’ in ‘bed’ of in ‘krabbel’. Anderzijds moet de weergave in de hersenen ook specifiek genoeg zijn om het onderscheid te kunnen maken tussen bijvoorbeeld de klank ‘b’ en de klank ‘d’.
Jarenlang dachten onderzoekers dat het probleem bij mensen met dyslexie op dit niveau te vinden was. In hun hersenen zouden klanken minder ruim of minder specifiek worden weergegeven. Bart Boets ging in de hersenen zelf kijken of deze theorie klopt. Daarvoor maakte hij een fMRI-scan (funtional Magnetic Resonance Imaging) van de hersenen van 45 personen, waarvan 23 met dyslexie. Zo kon hij zien welke delen van de hersenen actief zijn op het moment dat deze mensen gesproken woorden hoorden. 
Op basis van deze scans konden de onderzoekers als het ware een neurale ‘vingerafdruk’ maken van elk gesproken geluid in de hersenen. Vervolgens gingen ze kijken hoe ruim of specifiek deze ‘vingerafdrukken’ waren. Tot hun verrassing bleken de ‘vingerafdrukken’ van de gesproken geluiden even goed te zijn bij mensen met dyslexie als bij mensen zonder dyslexie. De tot dan toe gangbare theorie werd dus in één keer van tafel geveegd. 
Andere hersenregio
De eerder gevonden ‘vingerafdrukken’ bevinden zich in de bilaterale auditieve cortex. Er is echter nog een andere hersenregio actief bij het verwerken van gesproken klanken: het gebied van Broca, links vooraan in de hersenen. Dit gebied bevat zelf geen weergave van de spraakklanken en moet dus communiceren met de bilaterale auditieve cortex om toegang te verkrijgen tot deze klanken. De onderzoekers stelden vast dat er bij personen met dyslexie iets mis is met de communicatie tussen deze twee hersenregio’s. De oorzaak van dyslexie moet dus zo goed als zeker gezocht worden bij de slechte toegang die het gebied van Broca, dat bezig is met de meer complexe klankverwerking, heeft tot de bilaterale auditieve cortex, waar de ‘vingerafdrukken’ van de gesproken klanken bewaard worden.
“Dit nieuwe inzicht schept perspectieven om meer effectieve interventies te ontwikkelen die specifiek gericht zijn op het verbeteren van de verbinding tussen frontale en temporale taalgebieden", zegt Bart Boets van de Onderzoeksgroep Psychiatrie.
De resultaten van dit onderzoek verschenen in Science.
Bron:KULueven