Mensen met dyslexie verwerken informatie in hun hersenen
anders dan mensen zonder dyslexie. Ze denken anders. Die visie
vindt in Nederland nog niet zoveel aanhangers onder
dyslexiedeskundigen, maar in bijvoorbeeld de Verenigde Staten
heeft Dr. Sally Shaywitz daadwerkelijk aangetoond dat dyslectici
op een andere manier informatie verwerken. In ons werk met
dyslectici merken wij dat het werken vanuit deze visie snelle en
goede resultaten oplevert.
Goede lezers
Via functionele MRI-scans heeft Shaywitz aangetoond dat mensen doorgaans voor het lezen en schrijven drie gebieden in het linkerdeel van de hersenen gebruiken.
Deze gebieden staan in directe wederzijdse verbinding met elkaar en zijn elk voor een deel van de taalverwerking verantwoordelijk. Vooraan, in het Centrum van Broca, vindt o.a. de analyse van woorden plaats, maar ook de articulatie en het spreken. Achterin, in het Centrum van Wernicke en het Woordvormgebied, komt alle informatie samen en wordt o.a. opgeslagen hoe een woord eruitziet, hoe het klinkt en wat het betekent. Figuur A. geeft een indruk van welke gebieden in de linkerhersenhelft dit zijn. Deze gebieden worden onder het lezen en informatie verwerken dan ook geactiveerd.
Dyslectische lezers
Voor dyslectici geldt dit niet. Shaywitz toonde aan dat de verbindingen tussen deze 3 gebieden in de linkerhersenhelft bij dyslectici niet werken; zelfs niet bij dyslectische kinderen van vier jaar. Alleen het Centrum van Broca, waar de woordanalyse en spraak is gelokaliseerd, wordt geactiveerd. Het Centrum van Wernicke en het woordvormgebied vertonen geen enkele activiteit. Bij dyslectici ontstaat vanuit en naar het Centrum van Broca een alternatieve route in de hersenen voor het opslaan en terugvinden van de betekenis van woorden die via de rechterhersenhelft loopt. Zie Figuur B.
Wat doen de beide hersenhelften?
Van de rechterhersenhelft is bekend dat deze verantwoordelijk is voor o.a. onze verbeelding, de intuïtie, het onderbewustzijn, onze creativiteit, het leggen van verbanden, het meerdere dingen tegelijk kunnen doen en het snel kunnen scannen en verwerken. Dat zijn hele andere eigenschappen dan die eigenschappen waarvoor de linkerhersenhelft verantwoordelijk is, nl. het logische redeneren, het helder bewustzijn, systematiek en het scheiden van informatie.
Gevolgen voor het dyslectische denken
Een niet-dyslecticus heeft dus direct toegang tot de vorm, betekenis en uitspraak van woorden. De dyslecticus heeft dat niet en moet daar via zijn rechterhersenhelft achterkomen, dus via het maken van beelden, het leggen van verbanden en structuren, het hebben van allerlei associaties. Dit toont ook de voorliefde van dyslectici voor het uitgebreid redeneren, het denken in beelden, het leggen van verbanden, het probleemoplossende en kritische denken. Omdat er in korte tijd zoveel (bijkomende) informatie wordt verwerkt, hebben dyslectici in het algemeen vaak moeite om in een paar zinnen te vertellen wat zij bijv. hebben gelezen.
Lijndenkers en Beelddenkers
Wij onderscheiden als gevolg van deze ontdekking "beelddenkers" en "lijndenkers". De meeste mensen zijn lijndenkers: ze denken van begin naar einde, van oorzaak naar gevolg, van hoofdletters naar punten.
Dyslectici niet. Zij denken in beelden en ideeën, hebben een totaalplaatje van het geheel, hebben veel associaties en zien ook daar de verbanden tussen. Als zij dat wat zij denken in woorden moeten vatten, hebben zij meer tijd nodig om te kiezen wat ze gaan vertellen en hun beelden te vertalen in woorden. Ze neigen er naar te beginnen met de kern of conclusie van het verhaal en dat geeft nogal eens verwarring bij de lijndenkers die dan het kader of de inleiding missen.
Lees hier verder
Bron: Werken en dyslexie
Goede lezers
Via functionele MRI-scans heeft Shaywitz aangetoond dat mensen doorgaans voor het lezen en schrijven drie gebieden in het linkerdeel van de hersenen gebruiken.
Deze gebieden staan in directe wederzijdse verbinding met elkaar en zijn elk voor een deel van de taalverwerking verantwoordelijk. Vooraan, in het Centrum van Broca, vindt o.a. de analyse van woorden plaats, maar ook de articulatie en het spreken. Achterin, in het Centrum van Wernicke en het Woordvormgebied, komt alle informatie samen en wordt o.a. opgeslagen hoe een woord eruitziet, hoe het klinkt en wat het betekent. Figuur A. geeft een indruk van welke gebieden in de linkerhersenhelft dit zijn. Deze gebieden worden onder het lezen en informatie verwerken dan ook geactiveerd.
Dyslectische lezers
Voor dyslectici geldt dit niet. Shaywitz toonde aan dat de verbindingen tussen deze 3 gebieden in de linkerhersenhelft bij dyslectici niet werken; zelfs niet bij dyslectische kinderen van vier jaar. Alleen het Centrum van Broca, waar de woordanalyse en spraak is gelokaliseerd, wordt geactiveerd. Het Centrum van Wernicke en het woordvormgebied vertonen geen enkele activiteit. Bij dyslectici ontstaat vanuit en naar het Centrum van Broca een alternatieve route in de hersenen voor het opslaan en terugvinden van de betekenis van woorden die via de rechterhersenhelft loopt. Zie Figuur B.
Wat doen de beide hersenhelften?
Van de rechterhersenhelft is bekend dat deze verantwoordelijk is voor o.a. onze verbeelding, de intuïtie, het onderbewustzijn, onze creativiteit, het leggen van verbanden, het meerdere dingen tegelijk kunnen doen en het snel kunnen scannen en verwerken. Dat zijn hele andere eigenschappen dan die eigenschappen waarvoor de linkerhersenhelft verantwoordelijk is, nl. het logische redeneren, het helder bewustzijn, systematiek en het scheiden van informatie.
Gevolgen voor het dyslectische denken
Een niet-dyslecticus heeft dus direct toegang tot de vorm, betekenis en uitspraak van woorden. De dyslecticus heeft dat niet en moet daar via zijn rechterhersenhelft achterkomen, dus via het maken van beelden, het leggen van verbanden en structuren, het hebben van allerlei associaties. Dit toont ook de voorliefde van dyslectici voor het uitgebreid redeneren, het denken in beelden, het leggen van verbanden, het probleemoplossende en kritische denken. Omdat er in korte tijd zoveel (bijkomende) informatie wordt verwerkt, hebben dyslectici in het algemeen vaak moeite om in een paar zinnen te vertellen wat zij bijv. hebben gelezen.
Lijndenkers en Beelddenkers
Wij onderscheiden als gevolg van deze ontdekking "beelddenkers" en "lijndenkers". De meeste mensen zijn lijndenkers: ze denken van begin naar einde, van oorzaak naar gevolg, van hoofdletters naar punten.
Dyslectici niet. Zij denken in beelden en ideeën, hebben een totaalplaatje van het geheel, hebben veel associaties en zien ook daar de verbanden tussen. Als zij dat wat zij denken in woorden moeten vatten, hebben zij meer tijd nodig om te kiezen wat ze gaan vertellen en hun beelden te vertalen in woorden. Ze neigen er naar te beginnen met de kern of conclusie van het verhaal en dat geeft nogal eens verwarring bij de lijndenkers die dan het kader of de inleiding missen.
Lees hier verder
Bron: Werken en dyslexie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten