maandag 28 februari 2011

Onderwijs op z'n smalst

De kwaliteit van het Nederlandse onderwijs ligt flink onder vuur. We zijn namelijk uit de top tien van de landen met goede leerprestaties gevallen. En dat is niet handig voor een kenniseconomie. De lat moet dus weer omhoog, is de boodschap. Aan de andere kant moet er flink bezuinigd worden, ook op het onderwijs. Dat kan gerust samengaan, vindt Van Bijsterveld. En zo maakt onderwijsland de zoveelste koersverandering mee.


‘Presteren’ is het nieuwe devies. De rest is bijzaak. Van Bijsterveld gaat ambitieus te werk om het onderwijs uit te kleden tot een prestatie- en productiebedrijf. Ze heeft een voorliefde voor cijfertjes. Gedreven rekent ze ons voor wat het de staat financieel oplevert om rugzakjes in de ban te doen en de studieduur te beperken. Het speciaal onderwijs kan ook gerust (met) minder. Wat het ons uiteindelijk aan kwaliteit gaat opleveren, haalt ze uit gestandaardiseerde toetsgegevens, in- en uitstroomprofielen, alsdan grafieken en voorspellende kosten/baten- berekeningen.

Ik kan een eind met Van Bijsterveld mee gaan. Dat onderwijsland zich weer op kwalitatief en effectief onderwijs gaat richten en de functie van veredeld Postbus-51 loket naast zich neerlegt, lijkt mij geen slechte ontwikkeling. Maar het beleid heeft meer in petto. Zo gaat er op passend onderwijs, extra geld en handen om kinderen die dat nodig hebben op een verantwoorde wijze binnen de school te kunnen houden (= rugzakje), flink gekort worden. Buiten de boot vallen komt leerlingen duur te staan. Het wordt een kwestie van doorstomen of verzuipen in de ‘mainstream’; zonder rugzakjes, zonder noodzakelijke specialistische hulp- en begeleidingsmogelijkheden, zonder extra tijd voor verdieping, verbreding of herhaling en zonder ook maar enige andere ‘franje’.


Wat ik in het hele verhaal mis is een overtuigend argument, anders dan bezuinigingen. Een argument waar uit blijkt dat Van Bijsterveld de praktijksituatie kent en echt verstand van zaken heeft. Van Bijsterveld doet het voorkomen alsof elke leerling die ook maar iets afwijkt van het gemiddelde, voorzien wordt van een label om voor een rugzakje in aanmerking te komen. Maar het is echt geen realiteit dat je een diagnose krijgt bij een pakje boter. En om een rugzakaanvraag gelde te maken, moet je inmiddels heel wat meer mankeren dan ‘slechts’ dyslexie, Asperger of ADHD. Centraal bij de toekenning staat aangetoonde handelingsverlegenheid van de ouders en de leerkracht in relatie tot de hulpvraag en de onderwijsbehoefte van de betreffende leerling. Is dat niet precies de essentie van passend onderwijs?


Er moet dus minimaal 300 miljoen euro worden bespaard op passend onderwijs. In het speciaal onderwijs vallen de grootste klappen. De oplossing moet worden gevonden in een betere samenwerking tussen de regionale samenwerkingsverbanden van scholen voor speciaal onderwijs en reguliere scholen, om zoveel mogelijk kinderen op de juiste plek te krijgen. Alsof dat niet al gebeurt. Landelijk zijn er multidisciplinaire Zorg Advies Teams ingesteld, met als doel een passende vorm van onderwijs en/of begeleiding voor de aangemelde zorgleerlingen te vinden. Zij gaan professioneel en adequaat te werk. Ik spreek uit ervaring als ik stel dat er geen enkele leerling zonder urgente noodzaak geplaatst wordt op SBO-scholen. Die tijd ligt al ver achter ons. Deze bezuiniging gaat straks voor heel wat kinderen het verschil maken tussen meekomen of achterblijven. En niet omdat de leerkracht dat niet anders zou willen, maar omdat de leerkracht handen tekort komt.


Want waar het feitelijk op neerkomt is dat onze basisscholen en het voortgezet onderwijs straks nog meer kinderen met problemen moeten opvangen met nog minder geld. ‘Maar wat komt er dan terecht van de beraamde kwaliteitsverbetering van het onderwijs?’, zul je je misschien afvragen. Nou, dat zit zo; Van Bijsterveld stelt namelijk wel per 1 januari 2012 honderd miljoen euro beschikbaar voor deskundigheidsbevordering van leerkrachten. Het lijkt misschien een reële tegemoetkoming, maar het is een wassen neus. Achterhaald. Leerkrachten bekwamen zich regelmatig en scholen zijn lerende organisaties. Waar leerkrachten echt behoefte aan hebben is extra tijd en specifieke hulp om naast alle andere leerlingen hun zorgleerlingen goed te kunnen begeleiden. Bijvoorbeeld door de inzet van ambulante begeleiders, die naast de zorg voor de leerling ook de leerkracht ondersteunen en coachen. Maar juist die deskundige ambulante begeleiders worden straks in grote getale ontslagen. Omdat zij nu nog worden betaald uit de betreffende rugzakjes.


Zoals Van Bijsterveld haar plannen presenteert, verwacht ik dat ze deze komende jaren in stroomversnelling zal doorvoeren. Wars van alle neveneffecten. Als de cijfertjes maar kloppen. Maar ik zou niet graag in de schoenen van haar opvolger staan. Als blijkt dat steeds meer leerlingen buiten de boot vallen, omdat er niet langer aan hun specifieke onderwijsbehoeften kan worden voldaan. Als het voortgezet onderwijs inderdaad hun aannamebeleid gaan veranderen, in het kader van prestatiegericht management, waardoor deze kinderen niet meer welkom zijn. Een toename van thuiszittende leerlingen is niet ondenkbaar, met alle gevolgen van dien. Wat zal het gaan kosten om straks het onderwijs weer voor iedereen toegankelijk en passend te maken? Meer dan 300 miljoen, vrees ik.


.Bron: Fok.nl

maandag 21 februari 2011

Kids stellen vragen aan Tweede Kamerlid

Vijf kinderen van de Koningin Julianaschool zaten vrijdagmiddag vol spanning te wachten op Kathleen Ferrier, tweede Kamerlid voor het CDA. Zij bracht een werkbezoek aan de school in de Oranje Nassaulaan. Zij kreeg een rondleiding en uiteraard werd aandacht besteed aan de rol van het speciaal (basis)onderwijs in Culemborg en Nederland. Maar ook mochten kinderen van de leerlingenraad vragen stellen aan Ferrier.

door Yolande van Erp-Deuss


De Koningin Julianaschool is een school voor leerlingen van 4 t/m 13 jaar, die -om welke reden dan ook- problemen hebben met leren en/of problemen hebben op sociaal-emotioneel gebied. Kenmerkend voor de school is dat het speciale zorg biedt die in de ‘gewone’ basisschool niet geboden kan worden.


De komende tijd moet veel bezuinigd worden, ook in het onderwijs. Daar maken niet alleen leerkrachten zich zorgen over, maar ook de kinderen, zo bleek. Een aantal kinderen van de Leerlingenraad van de Koningin Julianaschool mocht een vraag stellen aan Ferrier. Zo wilde Maarten uit groep 8 graag weten van het Kamerlid of er voldoende aandacht blijft voor kinderen met dyslexie of dyscalculie. Mats maakte zich zorgen over de grootte van de groepen in de klas. Op dit moment wordt op de Koningin Julianaschool gestreefd naar zo klein mogelijke groepen; in de onderbouw is dat rond tussen de 12 en 14 leerlingen. In de bovenbouw is het streefgetal 16-18 leerlingen per groep. Mats gaf aan dat hij dat wel prettig vind, kleine groepen. Emma uit groep 7 vraagt zich af of er in de toekomst hulpmiddelen zoals een Daisy-speler wel vergoed blijven. Allemaal pittige vragen, vond Ferrier. Wethouder Geertzen beaamt dat. ,,Nogal politieke vragen hoor’’, zei hij lachend.


Toen Ferrier weer doorging met de rondleiding praatten de kinderen nog wat na। Ze vonden het erg leuk dat er een lid uit de Tweede kamer op bezoek was gekomen en waren blij met haar uitleg.

Bron:culemborgsecourant

maandag 14 februari 2011

Belastingaftrek van kosten bij dyslexie

Aftrek van dyslexiehulpmiddelen

Sinds 2009 geldt de zorgkosten regeling aftrek van specifieke zorgkosten waarbij de kosten van dyslexiehulpmiddelen afgetrokken kunnen worden van de belasting. Het gaat hierbij om hulpmiddelen die speciaal voor mensen met deze functiebeperking zijn ontwikkeld, zoals de Daisyspeler, Readingpen én softwareprogramma's als Kurzweil, Sprint, ClaroRead en Tutor.

De noodzaak van het hulpmiddel moet wel worden aangetoond en opgenomen zijn in de dyslexieverklaring. Een laptop kan niet als dyslexiehulpmiddel worden afgetrokken, omdat deze ook door mensen zonder functiebeperking wordt gebruikt.

Het besluit dat is genomen door de staatssecretaris van Financiën over de aftrek van dyslexiehulpmiddelen kunt u nalezen in Staatscourant nr। 40 (Besluit van 14 februari 2008, nr. CPP2007/3175M).

www.steunpuntdyslexie.nl

maandag 7 februari 2011

NWO-subsidie voor dyslexie-onderzoek

NWO-Geesteswetenschappen heeft een subsidie toegekend voor een onderzoeksprogramma dat voortbouwt op het ‘Dutch Dyslexia Program’ (DDP), een grootschalig, multi-center onderzoek gestart in 1997 met deelname van de Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit van Amsterdam en Radboud Universiteit Nijmegen. Professor Ben Maassen, hoogleraar dyslexie bij de Faculteit der Letteren, leidt samen met professor van der Leij (UvA) en professor Natasha Maurits (BCN/UMCG) het onderzoeksproject .

Taalstoornis

Dyslexie is een taalstoornis op genetisch-constitutionele basis die kan worden gekarakteriseerd als een multi-factoriële stoornis van de neurolinguïstische functies. Het ‘Dutch Dyslexia Program’ is een longitudinale onderzoek waarbij kinderen vanaf hun geboorte tot en met het tiende levensjaar zijn gevolgd. De resultaten bevestigen i n de eerste plaats de genetisch-familiaire etiologie: bij 40% tot 60% van de kinderen van dyslectische ouders wordt de diagnose dyslexie gesteld. In de tweede plaats zijn in de vroege taal- en spraakontwikkeling bij kinderen in de leeftijd van 2 tot 5 jaar subtiele afwijkingen gevonden die kunnen worden gezien als voorlopers van dyslexie. Zelfs op baby-leeftijd zijn afwijkingen in de auditieve waarneming van spraakklanken gevonden. In de derde plaats is duidelijk geworden dat kinderen met dyslexie grote variabiliteit vertonen in ernst van de dyslexie, en in het verdere verloop van ontwikkeling van leesvaardigheid. Dit onderstreept de heterogeniteit van dyslexie als klinisch beeld en roept vragen op over de factoren die daarbij een rol spelen.

onderzoeksproject Longitudinaal Dyslexie

Het nu toegekende programma plaatst dyslexie in een longitudinaal, neurolinguïstisch perspectief. De onderzoekers richten zich daarbij op twee belangrijke onderzoeksvragen. (1) Ongeveer de helft (40% tot 60%) van de kinderen van dyslectische ouders ontwikkelt dyslexie (groep DYS), maar de andere helft niet (groep nonDYS). Dit project richt zich op kinderen gedurende de eerste jaren van de leesontwikkeling (‘present state’). Onderzocht worden de ernst van de fonologische tekorten en normalisatie- en compensatie processen door kinderen met genetisch risico op dyslexie mét (DYS) en zónder (nonDYS) dyslexie onderling te vergelijken, en te vergelijken met controle-kinderen.

(2) De tweede vraag is gerelateerd aan de eerste en richt zich op het verdere verloop van de leesontwikkeling. Naast het verschil tussen DYS en nonDYS, blijkt er ook een grote variabiliteit binnen de groep DYS wat betreft snelheid van leesontwikkeling en uiteindelijk bereikte, functionele leesvaardigheid. Dit tweede project volgt de kinderen verder gedurende een aantal jaren van hun leesontwikkeling (‘future state’).

Het longitudinale karakter van dit onderzoek, met een leeftijdsspanne van 0 tot 15 jaar, biedt de unieke mogelijkheid antwoorden te vinden op een aantal kernvragen met betrekking tot dyslexie.


dinsdag 1 februari 2011

Acties tegen de bezuinigingen op Passend Onderwijs

Acties tegen de bezuinigingen op Passend Onderwijs

Het zal u niet ontgaan zijn: Het nieuwe kabinet wil 300 miljoen bezuinigen op Passend Onderwijs. Dit zal zijn weerslag hebben op de kwaliteit van het reguliere en speciale onderwijs, de inzet van rugzakjes en ambulante begeleiding.

Komende weken protesteren de CG-Raad, onderwijsorganisaties, vakbonden en ouders van leerlingen tegen de bezuiniging van 300 miljoen euro op Passend Onderwijs. De bezuinigingen zorgen voor een afbraak van de kwaliteit van onderwijs aan kinderen met een beperking.

We roepen u op om deze acties te steunen!

Hoe zit het ook al weer?

Passend Onderwijs is een beleidsvoornemen van het ministerie van OCW en moet in 2012 gerealiseerd worden. Bij dit systeem moet de school waar ouders een kind aanmelden op zoek naar een passende plek binnen de eigen school of elders. Alle scholen voor basis- en voortgezet onderwijs moeten daarvoor samenwerken.

Passend Onderwijs zou de oplossing moeten bieden voor de huidige problemen met onderwijs aan kinderen met beperkingen. Te veel kinderen zitten thuis, krijgen onderwijs dat kwalitatief niet goed is of dat niet bij ze past. Het reguliere onderwijs is vaak te weinig toegankelijk voor kinderen met een beperking en de kansen op een regulier diploma zijn te laag. Door fors te bezuinigen zullen de problemen niet worden opgelost, maar juist verergeren.


Wat kunt u doen?

Teken de petitie van de gezamenlijk ouderorganisaties, onderwijsorganisaties en vakbonden tegen de bezuinigingen. Deze petitie vindt u hier: http://petities.nl/petitie/stop-bezuiniging-van-300-miljoen-op-passend-onderwijs

Volg het inhoudelijke debat op 8 februari van 12.00 tot 14.00 in Nieuwspoort via internet op www.nieuwspoort.nl. Het debat wordt georganiseerd door de samenwerkende organisaties.

Kom op 9 februari om 14.00 naar het NBC in Nieuwegein voor de landelijke manifestatie: NEE tegen bezuinigingen, JA voor onderwijs!