dinsdag 20 december 2011

Kerstgroet Injona


maandag 12 december 2011

Wetenschappers ontwikkelen methode voor onbewust leren

Door het activeren van bepaalde neurologische patronen in het brein zijn wetenschappers erin geslaagd mensen onbewust dingen aan te leren. In de toekomst zou de techniek gebruikt kunnen worden om leerprocessen te verbeteren.
Wetenschappers van Boston University gebruikten de scantechniek fmri om in het brein te kijken hoe hersengebieden geactiveerd werden tijdens het leren. Daarbij werd gevonden dat er bepaalde patronen worden gecreeërd in het visuele gebied van het brein, die representatief zijn voor hetgene wat geleerd moest worden. Door het kunstmatig opnieuw induceren van deze patronen bleken proefpersonen beter in staat om de aan hen gepresenteerde taak te leren. Door neurofeedback konden proefpersonen zien in hoeverre hun hersenactiviteit overeenkwam met het patroon dat werd verwacht voor het leerproces.
Met de methode kunnen mensen gemakkelijker dingen leren waarbij visuele input nodig is, zo claimen de wetenschappers. Het kunstmatig creeëren van visuele patronen in het brein kan er zelfs voor zorgen dat de taak die geleerd moet worden niet aanwezig hoeft te zijn. Ook waren proefpersonen niet bewust van het feit dat ze iets geleerd hadden na kunstmatige stimulatie, terwijl de wetenschappers dit met tests wel aan konden tonen.
In de toekomst hopen de wetenschappers de techniek te gebruiken om mensen bepaalde dingen te leren die visuele input verlangen. Daarnaast willen zij kijken of het mogelijk is om ook non-visuele zaken aan te leren door middel van kunstmatige activatie. Ook bepaalde hersenziektes zouden hiermee behandeld kunnen worden.

dinsdag 6 december 2011

Dyslexie in zorgstelsel is een succes: Behandeling is effectief



Computerondersteunde behandeling van leesproblemen is succesvol bij kinderen met een ernstige vorm van dyslexie. Dit blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd in samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam en het IWAL Instituut voor Dyslexie. Het onderzoek toont aan dat door het bieden van de gespecialiseerde behandeling LEXY in een klinische setting, kinderen met ernstige dyslexie functionele niveaus van lezen en spellen bereiken. Dit betekent dat kinderen die anders ernstig belemmerd worden in het school- en maatschappelijke carrière dankzij behandeling hun talenten kunnen ontplooien. Dit is het eerste onderzoek dat het succes laat zien van de opname van ernstige dyslexie in het zorgpakket.


Behandeling

Aan het onderzoek deden 99 kinderen met ernstige dyslexie mee. Eén groep kreeg een klinische behandeling bij het IWAL terwijl de andere groep de binnen het onderwijs gebruikelijke zorg kreeg. De behandeling bestaat uit een computerondersteunde, cognitieve training gericht op het systematisch aanleren en automatiseren van letter-klank associaties in de context van het lezen en het spellen.

De groep die behandeling gekregen had maakte grote sprongen in hun lees- en spellingsvaardigheden en bereikte niveaus binnen de normale range, terwijl de andere groep in dezelfde periode geen verbeteringen vertoonde in hun lees- en spellingsniveaus. Dit is een zeer belangrijk resultaat omdat het laat zien dat deze kinderen, die anders structureel belemmerd blijven door hun leeshandicap, door middel van deze gespecialiseerde behandeling tot functionele lees- en spellingsniveaus kunnen komen. Bovendien bleken de behandeleffecten niet afhankelijk te zijn van kind-specifieke kenmerken; de behandeling lijkt daarmee geschikt te zijn voor een brede groep kinderen met ernstige dyslexie. 

Dyslexie

Het belangrijkste kenmerk van dyslexie is dat mensen een specifiek en hardnekkig probleem hebben met het lezen en spellen. In Nederland heeft ongeveer 4% van de bevolking ernstige dyslexie, dat zijn ruim 600.000 mensen. In de huidige kennismaatschappij zijn leesvaardigheden essentieel om sociaal-economisch succesvol te zijn. Doordat ze niet in staat zijn te voldoen aan de eisen die de maatschappij stelt aan onze leesvermogens, lopen mensen met ernstige dyslexie zonder behandeling een groot risico op negatieve academische, economische en sociale gevolgen.

 
Vergoedingsregeling Dyslexie


Jaarlijks stromen naar schatting 200.000 leerplichtige kinderen het onderwijs in, van deze groep hebben 7200 kinderen professionele begeleiding nodig. Sinds 2009 is de behandeling van ernstige dyslexie opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering, waarmee professionele hulp voor iedereen toegankelijk werd;

de regeling heeft tot nu toe een voorlopig karakter en eind 2011 zal een evaluatie van de regeling door het ministerie van VWS plaatsvinden. Dit onderzoek laat zien dat met deze regeling kinderen met ernstige dyslexie de mogelijkheid geboden wordt om in belangrijke mate hun leesbeperking en daarmee de belemmeringen in hun academische en economische ontplooiing te overwinnen. De resultaten ondersteuning daarmee in belangrijke mate de maatschappelijke waarde van deze vergoedingsregeling.

Het onderzoek toont aan dat door het bieden van de gespecialiseerde behandeling LEXY in een klinische setting, kinderen met ernstige dyslexie functionele niveaus van lezen en spellen bereiken. Dit betekent dat kinderen die anders ernstig belemmerd worden in het school- en maatschappelijke carrière dankzij behandeling hun talenten kunnen ontplooien. Dit is het eerste onderzoek dat het succes laat zien van de opname van ernstige dyslexie in het zorgpakket.


Bron:IWAL

maandag 28 november 2011

Kwaliteitscongres Dyslexie: wat is goed en wat kan beter?

Op 30 november organiseert de Nationaal Referentiecentrum Dyslexie (NRD) in Papendal het Kwaliteitscongres Dyslexie. Het thema van het congres is ‘Wat is goed en wat kan beter?’. Zowel internationale als nationale sprekers gaan in op nieuwe inzichten en ontwikkelingen tijdnes plenaire lezingen. In verschillende rondes van workshops en presentaties wordt de koppeling tussen wetenschap en praktijk gemaakt.

Ook het Expertisecentrum Nederlands is op het congres aanwezig. Femke Scheltinga verzorgt een presentatie over ‘Dyslexie en de afstemming tussen school en gezondheidszorg’. Wat vindt er plaats tijdens het schooltraject, hoe wordt het schooldossier opgebouwd en hoe kunnen school en zorg optimaal samenwerken?

maandag 14 november 2011

Werk en dyslexie

Naar schatting 4% van de Nederlandse bevolking heeft dysexie.Dit heeft ook gevolgen voor volwassenen op hun werk. Dyslexie komt steeds vaker naar voren als oorzaak van problemen in het functioneren van medewerkers. Het gaat niet alleen over moeite hebben met lezen en schrijven, maar dyslexie heeft ook gevolgen voor communicatie, jezelf presenteren en het organiseren van je eigen werk. Daarom is het belangrijk dat de gevolgen van dyslexie ook op de werkvloer meer bekend worden.
Op deze pagina links naar websites die meer informatie geven over dyslexie bij volwassenen.
  • CrossOver: kennis- en innovatiecentrum met als doel zoveel mogelijk jongeren met een functiebeperking zelfstandig laten worden én een eigen plaats in de maatschappij laten vinden
  • Woortblind: de patiëntenvereniging voor volwassenen met dyslexie.
  • Slimmer dan je baas. Dyslexie op het werk van Sjan Verhoeven en Jan van Nuland. Boek over het vergroten van inzicht in dyslexie en de invloed die dit heeft op verschillende aspecten van het werk. Biedt praktische handvatten.
  • MKB Nederland heeft een brochure gemaakt voor werknemers met dyslexie: Infoblad dyslexie 
    Bron : steunpuntdyslexie

maandag 31 oktober 2011

Werken met dyslexie

"Laat mij in de meest gore buurt van New York een nachtwandeling maken en ik zal niet bang zijn. Zet mij voor een ongeschreven blad papier en het angstzweet breekt me uit." Leven met dyslexie is een beproeving. Maar het heeft ook positieve kanten. Dyslectici zijn opvallend vaak succesvol in wat ze ondernemen.
 
Dyslectici hebben een stoornis in de hersenen waardoor ze gelijkaardige woorden verwarren, letters door elkaar husselen bij het schrijven en het verschil niet zien tussen op elkaar lijkende letters als 'b' en 'd'. Maar dyslexie is meer dan een lees- en schrijfprobleem. Andere moeilijkheden:
  • een overzicht bewaren tijdens een uiteenzetting,
  • doelen en prioriteiten stellen,
  • een tijdsplanning opstellen en opvolgen,
  • telefoneren en tegelijk notities nemen.
Minstens drie procent van de Belgen heeft een ernstige vorm van dyslexie en vijf à tien procent een lichtere, aldus Ghesquière, prof aan de KULeuven en voorzitter van de stichting Leerproblemen.

Experimenteel proefkonijn

Carl (41), webdesigner, is er een van. Hij kreeg erg vroeg te horen dat hij dyslexie had. "Ik was een jaar of acht toen de diagnose werd gesteld. Op dat moment was dyslexie nog relatief onbekend. De dokters beschouwden me als een proefkonijn en experimenteerden er lustig op los. En alsof dat nog niet erg genoeg was, werd ik verplicht om elke woensdagnamiddag oefeningen te maken met een logopediste. Niet bepaald waar een achtjarige van droomt. Op de duur vormde mijn dyslexie een soort van blokkade. Ik schaamde me diep omdat ik niet goed kon schrijven en probeerde zulke taken zoveel mogelijk uit de weg te gaan."

Het grootste misverstand rond dyslexie is dat de aandoening duidt op een intellectuele achterstand. Een misverstand dat ook leeft onder de dyslectici zelf. Yannick Coveliers, begeleider bij Learning Gateway, verduidelijkt dit: "Mensen met dyslexie denken vaak dat ze dom zijn tot ze weten dat het dyslexie is, en niet hun intelligentie die hen parten speelt. Personen met dyslexie hebben gewoon een andere manier om gegevens te verwerken. Ze redeneren niet in een rechte lijn van A naar B, maar gaan via een omweg. Vergelijk het met een wegomlegging: het duurt een stuk langer om op je bestemming te geraken, maar de kans is groot dat je onderweg een en ander ontdekt."

Noodgedwongen creatief

Dat 'ontdekken' mag je gerust letterlijk nemen. Getuige daarvan de uitgebreide lijst van beroemde dyslectici. Uitvinders zoals Albert Einstein, Alexander Bell en Thomas Edison waren dyslectisch. Een eigenschap die ze delen met creatieve ondernemers zoals Richard Branson, Ingvar Kamprad, Steve Jobs. Ook kunstenaars als Mozart, Beethoven, en de schrijver Roald Dahl hadden een vorm van de aandoening.

Carl is niet verrast als hij de rist bekende namen hoort. Hij knikt instemmend: "Hoe het exact werkt weet ik niet, maar omdat m'n taalbrein niet naar behoren werkt, heb ik andere manieren moeten vinden om grip te krijgen op de wereld van woorden. Noem het voor mijn part noodgedwongen creativiteit. Zo kan ik bijvoorbeeld heel goed patronen ontdekken in een context waarin ik niet veel informatie heb. Mijn dyslexie heeft me in die zin 'gestuurd'. Ik ben er zeker van dat ik anders geen designer zou zijn."

Tips

Carl heeft tot slot nog enkele tips voor werknemers met dyslexie.
  • Lees veel, dat helpt bij het schrijven.
  • Schrijf regelmatig in een context die je leuk vindt: sms, chat …
  • Gebruik een spellingchecker.
  • Laat je teksten zoveel mogelijk nalezen.
  • Reageer met humor op opmerkingen over je slechte spelling.         
Bron:  vdab.be   -    Elke Duprez

dinsdag 18 oktober 2011

Aandacht voor dyslexie-onderzoek in Onze Taal

Onze Taal besteedt in het septembernummer aandacht aan het onderzoek naar dyslexie. Aan het woord komt o.a. Evelien Krikhaar, verbonden aan het Expertisecentrum Nederlands in Nijmegen en betrokken bij het Dyslexie-onderzoeksprogramma van NWO Geesteswetenschappen. Zij vertelt over haar onderzoek bij baby's naar hun reacties op snel veranderende zintuiglijke informatie. Die zou iets kunnen voorspellenover hun reactie op klanken, en daarmee over latere leesproblemen. 



Bron:NWO 

zondag 9 oktober 2011

DYSLEXIE: WIE IS ER BLIND?

Ik ben een ‘woorddenker’. Het deel van mijn hersens dat woorden leest en betekenis geeft, is gedurende mijn leven zover doorontwikkeld dat ik in enkele seconden een hele pagina tekst kan scannen. Dat die leeslenigheid ook betekent dat iets anders verdrongen wordt, merkte ik een aantal jaren geleden toen bleek dat ik niet in staat ben om een prachtig getekende mindmap te ‘lezen’. Kort geleden schetste iemand met dyslexie mij de verschillende beelden die hij bij een woord heeft. ‘Wat een beeldenrijkdom’, dacht ik.

Voordat de mens het eerste woord bedacht, leefde hij in beelden. Dat eerste woord legde een beeld vast, maar waarschijnlijk ook niet helemaal. Of zelfs helemaal niet. Ieder mens neemt immers op zijn of haar eigen manier en met eigen emoties de wereld waar, en ieder mens heeft daardoor andere beelden van de ‘werkelijkheid’. Naarmate meer mensen met woorden gingen werken, werd de betekenis van die woorden ongetwijfeld meer vastgelegd en het bijbehorende beeld daarmee ‘beperkt’. De zwaarste beperking legde de mens zijn woorden en daarmee zichzelf op, toen hij geschreven taal ging ontwikkelen. De eerste geschreven woorden bestonden uit afbeeldingen. Van een geit, een eend, een mens. Maar omdat niet iedereen hetzelfde beeld had bij een woord, sprak men af om met abstracties te gaan werken. Een af-beelding werd een af-spraak. Abstracte beelden verschoven naar letters. Die aanvankelijk nog leken op het beeld waarvan ze afgeleid waren, maar daar in de jaren daarna steeds verder vanaf kwamen te staan. Het geschreven woord werd een verzameling abstracte tekens en voor veel mensen zelfs, net als in de tijd van het spijkerschrift, weer één abstract teken. Bij veel mensen scannen de hersenen immers nog slechts de combinatie van letters om die in één beweging samen te voegen tot een woord. Niet iedere letter wordt daartoe gelezen. En misschien is het wel zo dat hoe minder letters de hersens van iemand nodig hebben om een woord te herkennen, hoe enger ook de betekenis is die diezelfde hersens aan dat woord geven.


Een half jaar geleden leerde iemand met dyslexie mij om anders naar woorden te kijken. Zij haalde woorden zodanig uit elkaar, dat ze in mijn ogen meer of een andere betekenis kregen. Bij sommige woorden kreeg ik zelfs beeld door, evenals zij, de onderdelen ervan te ‘lezen’. Ont-wikkelen bijvoorbeeld, en ver-band of ver-binding. Ik merkte dat, doordat ik beeld kreeg bij de onderdelen van een woord, mijn mogelijkheden om met dat woord te spelen ook rijker werden. Diegene die mij die beelden schetste, draagt het label ‘woordblind’ of ‘leesblind’. De vraag is echter: wie is hier de ziener? En: wat is de kracht achter de blindheid?

Een woord als dyslexie richt de aandacht op wat er niet is en gaat uit van een beperking. Het bijzondere is dat dit woord daarmee bij uitstek ook laat zien dat we, met onze woordkeuze, betekenis geven aan de wereld. Het woord ‘dyslexie’ laat zien dat we woorden belangrijk vinden. Woorden zijn een houvast. En hoe groter we dat houvast willen hebben, hoe meer we de betekenis van een woord moeten verengen. Hoe groter het houvast, hoe betekenisarmer een woord, hoe armer onze beelden. En misschien ook wel: hoe beperkter de wijze waarop we in staat zijn onze wereld in te kleuren, van perspectief te wisselen, anders te kijken of te denken. Andersom is het misschien wel zo dat naarmate een mens meer beelden achter een woord kan zien, hij of zij gemakkelijker in staat is van perspectief te wisselen, meerdere betekenissen aan een woord, een beeld, de wereld te geven. Woord-blind is dan hetzelfde als beeldrijk, betekenisrijk.

Denken over dyslexie laat zien hoe we met een ‘label’ de aandacht richten op dat wat er niet is, in plaats van op dat wat er wel is. Het laat zien hoe beperkt een deel van de mensheid in het kijken en denken is geworden, sinds de mens de eerste woorden bedacht. Het maakt zichtbaar hoe belangrijk het is om de kwaliteiten onder de zogenaamde ‘beperking’ te zien en vervolgens te zien welke beperking andersom verbonden is met een zogenaamde kwaliteit.

‘Woordmensen’ zoals ik kunnen veel leren van ‘beeldmensen’. Ook mijn wereld is rijker geworden sinds mensen met het label ‘dyslexie’ mij meevoeren door de beelden die zij zien. Hoe rijk wordt de wereld wanneer woordrijken, beeldrijken, gevoelsrijken, cijferrijken en al die andere rijken hun kwaliteit verbinden. Ik kijk door mijn wimpers en probeer het te zien. En ik nodig alle ‘beeldrijken’ van harte uit mij mee te voeren door de beelden die zij hierbij kunnen schetsen.

Marlijn Nijboer



Bron: Blogs Mindz.com

dinsdag 27 september 2011

De onzin van dyslexiemisbruik

Kinderen en studenten zouden onterecht, zelfs op frauduleuze wijze, dyslexieverklaringen krijgen om daarmee ruimere studievoorwaarden te verkrijgen en vooral gemakkelijk hun tentamens te halen. Het is echter eenvoudig in te zien dat dit onzin is. Mensen die dit herhaaldelijk beweren moeten met de nodige achterdocht worden gevolgd.

Keer op keer duiken er berichten op als zouden kinderen en studenten op frauduleuze wijze een dyslexieverklaring weten te bemachtigen. Het doel zou zijn om met meer voorzieningen en langere examentijden gemakkelijker goede studie resultaten te behalen.

Wat deze complottheorieën over het hoofd zien, is dat die voorzieningen helemaal geen succesfactoren zijn voor studenten zonder dyslexie. Verreweg de meeste studenten zijn binnen 80% van de tentamentijd klaar
met hun werk. Wat zouden zij voor een nut hebben bij een verlenging van deze tijd? Verder kan de tekst eventueel groter worden afgedrukt of worden voorgelezen. Een voorgelezen tekst duurt voor een niet-dyslectische student echter langer dan gewoon de tekst zelf lezen en is onhandiger dan gedrukte tekst om overzicht over de gegevens te houden. Er is eenvoudig weg geen winst voor iemand die geen dyslexie heeft.

Ook voor het studeren bieden dyslexievoorzieningen geen winst voor normale lezers. Mocht iemand er toch baat bij hebben, dan moet serieus overwogen deze student te onderzoeken op niet-onderkende dyslexie. Er
zijn helaas nog te veel kinderen die met eenzame inspanning het onderwijs volgen en zich niet realiseren dat hier een specifiek oorzaak voor is.

Waarom dan toch deze berichten? Dyslexie wordt met achterdocht gevolgd door de academische wereld die dyslexie niet begrijpt, behalve als zeer ernstige handicap. Er moet wel iets heel erg mis zijn met iemand als die wel intelligent is maar zich niet eenvoudig een tekst kan eigen maken. En als het niet heel ernstig is, dan moet je niet zeuren, ‘het leven is nu eenmaal niet
altijd gemakkelijk’. Deze achterdocht maakt dat kinderen met dyslexie niet tijdig worden herkend: ‘even doorbijten, we moeten het nog even aanzien’.
Als er dan toch een vermoeden is omdat het leesprobleem wel hardnekkig lijkt, dan moet je het toch eerst nog even proberen: volgens het dyslexieprotocol moet je eerst niet-specifieke remedial teaching volgen en pas als dat ‘echt’ niet helpt, na 6 maanden mits er geen wachtlijsten zijn, dan wordt je gediagnosticeerd. Moet u zich voorstellen voor een kind met dyslexie: in de meest vatbare periode voor het leren lezen wordt een proef ingelast met een methode die niet helpt en dus een enorme achterstand in het leesproces veroorzaakt.

Waarom? Omdat je niet zomaar dyslectisch mag zijn, geen extra aandacht mag krijgen als dat niet heel erg nodig is ‘anders is dat niet eerlijk voor de andere kinderen’. Zo zuur is dat.

Die zelfde zure mentaliteit zit achter de dyslexiemisbruiktheorie. Die zegt echter ook nog dat er onder psychologen en orthopedagogen beunhazen zijn die zich niet houden aan de officiële richtlijnen voor dyslexieverklaringen.
Hierachter zit een scholenstrijd waarbij verschillende wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke benaderingen van dyslexie elkaar al jaren in de haren zitten en elkaar verdacht maken. Met de nodige schade voor kinderen met dyslexie. Dit is niet eenvoudig uit te leggen in een kort artikel als dit.
Maar in het kort komt het er op neer dat er een wetenschappelijke stroming is die zich baseert op de theorie van het fonologisch tekort. Een aantrekkelijke theorie waar relatief eenvoudig wetenschappelijk bewijs voor te verkrijgen is – wat ook regelmatig gebeurt. Helaas is de behandeling die hierop gebaseerd is geen onverdeeld succes. Die is multidisciplinair, wat wil
zeggen dat er zoveel benaderingen tegelijkertijd worden toegepast, dat je niet goed kan uitmaken wat nu precies de succesfactoren zijn. De resultaten worden wel wetenschappelijk verzameld en geanalyseerd en daar komt vooral uit dat de behandeling duur, langdurig en behoorlijk belastend is. Als kind en ouders dit weten te overleven is er inderdaad een positief effect, voor een groot deel van deze kinderen.

Echter, wat het effect van andere behandelingen is, van remedial teachers, logopedisten en alternatieve behandelwijzen, is eenvoudig niet onderzocht.
En dus niet ‘wetenschappelijk’. Maar veel klachten zijn er ook niet over – behalve dan die van de ‘wetenschappelijke’ behandelaars. Die – en dat is natuurlijk ook een beetje een complottheorie - vooral hun eigen markt daarmee proberen te beschermen. Het is wel degelijk uit deze hoek waaruit de verdachtmakingen over dyslexiemisbruik komen, gretig opgepakt door populistische politici en vervolgens journalisten die dat wel lekker vinden klinken. Voor hen is dit artikel dus ook bedoeld.

zondag 18 september 2011

3 moties aangenomen voor dyslectische leerlingen en dyscalculie.

te weten:
- de motie-Schouten c.s over bètatalent met dyslexie (32463, nr. 7);
- de motie-Schouten/Ortega-Martijn over ondersteuning van scholen voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie (32463, nr. 8);
- de motie-Biskop over adequate leermiddelen (32463, nr. 9).

De voorzitter:
De motie-Schouten c.s. (32463, nr. 7) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Nederland goed opgeleide bètatechnici hard nodig heeft, onder meer in het behalen van ambitieuze doelstellingen in het kader van de kenniseconomie;
overwegende dat de verplichte tweede vreemde taal in het vwo-examen een belemmering kan zijn voor doorstroom van leerlingen met dyslexie naar universitair bètaonderwijs;
overwegende dat het Examenbesluit mogelijkheden biedt om een extra bètavak te volgen, in plaats van een tweede vreemde taal;
verzoekt de regering om artikel 11, lid 2, van het Examenbesluit onder de aandacht te brengen, zodat dit artikel beter wordt benut en bètatalent met dyslexie op het vwo de vrijstelling of ontheffing voor de tweede vreemde taal kan gebruiken om door te stromen naar universitair bètaonderwijs,en gaat over tot de orde van de dag.
 De voorzitterDe motie-Schouten c.s. (32463, nr. 7) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:De Kamer,gehoord de beraadslaging,overwegende dat Nederland goed opgeleide bètatechnici hard nodig heeft, onder meer in het behalen van ambitieuze doelstellingen in het kader van de kenniseconomie;overwegende dat de verplichte tweede vreemde taal in het vwo-examen een belemmering kan zijn voor doorstroom van leerlingen met dyslexie naar universitair bètaonderwijs;overwegende dat het Examenbesluit mogelijkheden biedt om een extra bètavak te volgen, in plaats van een tweede vreemde taal;verzoekt de regering om artikel 11, lid 2, van het Examenbesluit onder de aandacht te brengen, zodat dit artikel beter wordt benut en bètatalent met dyslexie op het vwo de vrijstelling of ontheffing voor de tweede vreemde taal kan gebruiken om door te stromen naar universitair bètaonderwijs,en gaat over tot de orde van de dag.


De motie-Schouten/Ortega-Martijn (32463, nr. 8) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de mate van voorzieningen voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie wordt verbeterd;
overwegende dat scholen soms in een vroeg stadium leerlingen adviseren om naar een lager niveau af te stromen, waarmee ze anticiperen op de verzwaarde exameneisen;
van mening dat verspilling van talent moet worden voorkomen, door het bieden van de juiste ondersteuning en de mogelijkheid om op meerdere niveaus eindexamen te doen;
verzoekt de regering, gerichte afspraken met de VO-raad te maken over de gewenste en noodzakelijke ondersteuning van scholen voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie en het voorkomen van ongewenste afstroom naar lagere onderwijstypen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De motie-Schouten/Ortega-Martijn (32463, nr. 8) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:De Kamer,gehoord de beraadslaging,constaterende dat de mate van voorzieningen voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie wordt verbeterd;overwegende dat scholen soms in een vroeg stadium leerlingen adviseren om naar een lager niveau af te stromen, waarmee ze anticiperen op de verzwaarde exameneisen;van mening dat verspilling van talent moet worden voorkomen, door het bieden van de juiste ondersteuning en de mogelijkheid om op meerdere niveaus eindexamen te doen;verzoekt de regering, gerichte afspraken met de VO-raad te maken over de gewenste en noodzakelijke ondersteuning van scholen voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie en het voorkomen van ongewenste afstroom naar lagere onderwijstypen,en gaat over tot de orde van de dag.


In stemming komt de motie-Biskop (32463, nr. 9).

De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de inzet van ICT-hulpmiddelen bij de begeleiding van leerlingen met dyslexie ernstig achterblijft;
constaterende dat het de taak van de school is te voorzien in adequate leermiddelen voor alle leerlingen op het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs;
overwegende dat een betere begeleiding van leerlingen met dyslexie noodzakelijk is om tegemoet te kunnen komen aan de verzwaarde exameneisen;
roept de regering op, in overleg te treden met de Groep Educatieve Uitgeverijen en de PO- en VO-raad om de lesmaterialen die op school gebruikt worden, ook beschikbaar te stellen in een format dat geschikt is voor gangbare ICT-hulpmiddelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,gehoord de beraadslaging,constaterende dat de inzet van ICT-hulpmiddelen bij de begeleiding van leerlingen met dyslexie ernstig achterblijft;constaterende dat het de taak van de school is te voorzien in adequate leermiddelen voor alle leerlingen op het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs;overwegende dat een betere begeleiding van leerlingen met dyslexie noodzakelijk is om tegemoet te kunnen komen aan de verzwaarde exameneisen;roept de regering op, in overleg te treden met de Groep Educatieve Uitgeverijen en de PO- en VO-raad om de lesmaterialen die op school gebruikt worden, ook beschikbaar te stellen in een format dat geschikt is voor gangbare ICT-hulpmiddelen,en gaat over tot de orde van de dag

maandag 12 september 2011

Rekenrampen in het nauw

Dat het reken- en wiskunde-niveau wordt opgekrikt, is heel goed. Maar er is niet genoeg oog voor de kinderen die echt niet kunnen rekenen, stelt Hans van Luit, hoogleraar diagnostiek en behandeling van kinderen met dyscalculie. Van Luit pleit ervoor dat deze kinderen straks worden uitgezonderd van de verplichte rekentoets in het voortgezet onderwijs. Gebeurt dat niet, dan kunnen ze onnodig stranden op de middelbare school.

Minister Van Bijsterveldt (onderwijs) neemt aan alle kanten maatregelen om het onderwijsniveau omhoog te halen. Vooral rekenen en taal staan daarin centraal. Dit schooljaar al gaan daarom de eindexameneisen omhoog, vanaf volgend jaar mogen leerlingen geen onvoldoende meer halen voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. In het schooljaar 2013/2014 krijgen alle leerlingen aan het eind een rekentoets, ook de leerlingen die geen wiskunde in hun pakket hebben. De Onderwijsraad stelde daarnaast voor om wiskunde een verplicht eindexamenvak te maken, zoals nu al op het vwo. De minister is dit momenteel aan het overwegen en besluit hier in het voorjaar over.

Van Luit vindt dit soort voorstellen veel te ver gaan. „Kinderen zijn niet allemaal hetzelfde en hun hersens ook niet”, stelt hij. Zo’n twee tot drie procent van de kinderen heeft dyscalculie. Deze rekenstoornis houdt onder andere in dat kinderen niet kunnen automatiseren, sommen als 3 + 4 leren ze niet of heel langzaam uit hun hoofd zodat ze zo’n som elke keer opnieuw moeten uitrekenen. Dat kost tijd en gaat vaak op de vingers. Met veel hulpmiddelen kunnen ze een eind komen, maar vanzelf gaat het rekenen nooit. Van Luit: „Het is een stoornis, je kunt er geen pilletje voor nemen. Net als dat iemand met één been niet kan hardlopen.”

Zeven tot acht procent van de kinderen is een zeer zwakke rekenaar, vijftien procent heeft er veel moeite mee maar kan het uiteindelijk wel leren. Van Luit: „In totaal zit zo’n 25 procent van de leerlingen onder de norm.”

Die kinderen hebben wel andere capaciteiten en zijn soms verder intelligent genoeg voor het voortgezet onderwijs. Maar door de rekentoets kunnen ze straks sterk beperkt worden in de keuze van een vervolgopleiding en, afhankelijk van hoe de toets gaat meetellen, misschien wel zonder diploma blijven. „Stel je voor, kinderen die keihard gewerkt hebben en dan hun papiertje niet krijgen.” Ook als wiskunde voor iedereen verplicht wordt, kunnen kinderen een niveau teruggedrukt worden. Het is de vraag of de kenniseconomie daarop zit te wachten, waarschuwt de hoogleraar.

De minister wil vooralsnog aan de nieuwe normen vasthouden en wil weinig weten van uitzonderingen. Ook de Tweede kamer maakt zich zorgen over kinderen met dyslexie en dyscalculie. Van Bijsterveldt heeft wel een groot onderzoek toegezegd.

Bron : Spits

maandag 5 september 2011

Beelddenken en dyslexie

Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen, niet in woorden en begrippen. Het kan omschreven worden als ruimtelijk denken, waarbij visuele, auditieve en zintuiglijke informatie tegelijkertijd worden verwerkt. Daardoor overziet een beelddenker snel het geheel. Dit verschilt van taaldenken: bij het denken in woorden is sprake van volgorderlijke verwerking. Het is een analytische vorm van denken: het een volgt op het ander. Een voordeel van beelddenken is dat een beelddenker veel meer informatie veel sneller kan verwerken dan een taaldenker. Een nadeel is dat een beelddenker moeite kan hebben met het ‘vinden’ van de woorden die bij het plaatje horen. Dit kan resulteren in bijvoorbeeld leesproblemen. Alhoewel dyslexie en beelddenken vaak in één zin genoemd worden, betekenen beide begrippen niet hetzelfde. Dyslexie is een neurologische stoornis, waarbij beide hersenhelften niet goed samenwerken. Beelddenken is een oorspronkelijk denkproces waarbij het visuele leersysteem de voorkeur heeft. Het is dus geen stoornis, maar een voorkeursdenken. Een beelddenker kan wel symptomen van dyslexie vertonen, waardoor beide verschijnselen niet altijd worden onderscheiden.

Historie beelddenken
 
De term ‘beelddenken’ ontstaat al in de jaren ’30 in Nederland. Ondanks de inspanningen van de bedenkster van de term, pedagoge Maria J. Krabbe (zie kader) en – na haar – pedagoge Nel Ojemann krijgt het begrip geen vaste voet aan de grond in Nederland. Tijdens het eerste landelijke dyslexiecongres te Nijmegen (1984) houdt Ojemann een lezing over de problematiek van dyslexie. Uit de vele reacties blijkt een dringende behoefte te bestaan bij ouders van dyslectische kinderen. Ojemann sticht vervolgens de Maria J. Krabbe Stichting (1985) op en publiceert haar boek Woordblindheid en beelddenken, compensatie, correctie, preventie.
Bijna gelijktijdig vindt in Amerika een andere ontwikkeling plaats. Ronald Davis (1937) richt in 1982 het Davis Dyslexia Correction Center op. Het doel is om individuele correctieprogramma’s aan te bieden aan kinderen en volwassenen met leerproblemen. Davis, beelddenker en dyslectisch, werd aanvankelijk gediagnosticeerd als autistisch en zwakzinnig. Tot zijn zeventiende jaar spreekt Davis nauwelijks. De man die pas op zijn 38e zijn eerste boek uitleest, verrast vriend en vijand als blijkt dat hij een IQ van 169 heeft. Davis ontwikkelt vervolgens vanuit zijn eigen ervaring een methode waarmee kennelijk niet alleen problemen met dyslexie, maar ook problemen op het gebied van ADD/ADHD, dyscalculie, dyspraxie, handschrift, rekenen, coördinatie en communicatie gecorrigeerd kunnen worden. Hij publiceert twee boeken: De gave van dyslexie en De gave van leren.

Lees hier verder

Bron: tijdschrift-talent.nl

dinsdag 30 augustus 2011

Balans schrijft brief over instemmingsrecht voor ouders

Deze zomer bestudeert de Raad van State het wetsvoorstel Passend onderwijs. Dit gaat over een wijziging van het onderwijsstelsel met het doel om uiteindelijk in 2015 voor elk kind een optimale onderwijsomgeving te kunnen organiseren en tegelijkertijd de overheidsuitgaven op dit gebied te beteugelen.
Tot onze verbijstering zei de Minister van OCW in het algemeen overleg in de Tweede Kamer over het beleidstraject Passend onderwijs op 29 juni jl, dat zij ouders daarbij geen instemmingsrecht wil geven.
Weliswaar zei ze het van belang te achten dat een onderwijsarrangement in goed overleg met de ouders tot stand komt maar ouders hebben daarbij geen rechten. Het oordeel van de school is doorslaggevend.
Balans stelt voor de werkwijze om te draaien door ouders instemmingsrecht te geven en voor de scholen een beroepsmogelijkheid te bieden als zij de plaatsing van een leerling niet zien zitten. Dat zorgt er wellicht voor dat scholen zich wel twee keer zullen bedenken voordat ze een kind naar een andere school doorverwijzen. Balans verzoekt de Raad van State in haar advisering naar de minister aandacht te besteden aan dit onderwerp.


maandag 22 augustus 2011

Mijn idee ontstond uit idealisme!


We leven in een wereld waar het accent op lezen en taal ligt. Alles moet gelezen worden. Als je problemen met lezen en schrijven hebt, kan dat je hele leven beïnvloeden.
De laatste jaren is steeds duidelijker geworden wat dyslexie eigenlijk is, maar vroeger was er weinig of niets over bekend. Dyslexie is geen leerstoornis die alleen met geschreven taal te maken heeft, het uit zich ook op andere manieren. Bijvoorbeeld met het onthouden van vaste woordcombinaties of losse gegevens als rijtjes en jaartallen. Ik heb op het lager onderwijs bijvoorbeeld nooit woorden in lettergrepen kunnen splitsen.
Er zijn verschillende oorzaken voor dyslexie en soms is het al op zeer jonge leeftijd aan te tonen. Het zou ook vroeg ontdekt móéten worden, al was het maar om een kind voldoende kansen te bieden in zijn verdere leven. Ik heb het te laat in mijn leven ontdekt. Het heeft mijn leven en wie ik ben en wat ik doe beïnvloed. Het heeft me gevormd.
Toen ik op de lagere school zat, was de belangrijkste leerstof verdeeld in drie blokken: je moest kunnen rekenen, lezen en schrijven. Alles werd klassikaal uitgelegd, en dan moest je het kennen. Ik rekenen blonk ik uit, maar met taal bleef ik achter. Ik kon niet goed lezen en schrijven en dat maakte dat ik me dom voelde. Als we gingen lezen in de klas, zette ik mijn boek rechtovereind, in de hoop dat ik geen leesbeurt zou krijgen.

Klik hier om te verder lezen.

zondag 14 augustus 2011

Injona is genomineerd als kanshebber bij de Accenture Innovation Awards 2011


Injona is genomineerd als kanshebber bij de Accenture Innovation Awards 2011. De nominatie geldt  voor de categorie “Health & Public Service”. Uiteraard voor Injona  een hele eer en erkenning!

Accenture stimuleert innovatie en reikt sinds 2007 de Blauwe Tulp awards uit aan de meest innovatieve  concepten in de Nederlandse markt. Inschrijvingen maken kans op de Blauwe Tulp, dé Nederlandse innovatieprijs voor de overheid- en zorgsector. Vakjury’s beoordelen de concepten op innovativiteit, succes en potentie. Daarnaast wordt ook de Publieksprijs uitgereikt. De winnaars worden bekend gemaakt tijdens de Innovation Seminars. Het doel is om exposure te geven aan de innovatieve concepten en deze bij elkaar te brengen en zo verder te helpen.

Meer weten over de Accenture Innovation Awards?
Kijk dan op de website waar overzichten te vinden zijn van alle deelnemers en bezoek de deelnemerspagina van Injona.

maandag 1 augustus 2011

Dyslexie in woord en beeld

Studeren met dyslexie is haalbaar. Maar dyslexie is een onzichtbare functiebeperking en hierdoor kunnen studenten te maken krijgen met allerlei vormen van onbegrip.
Het audiovisueel materiaal op deze website wil duidelijkheid scheppen rond dyslexie als leerstoornis en wil steun bieden aan iedereen die ermee te maken krijgt aan de K.U.Leuven: als student, docent, studiebegeleider, dienstverlener, …
We belichten in de verschillende onderdelen telkens een ander aspect van studeren met dyslexie. Volgende thema's komen aan bod: een algemene introductie, examens, erkenning, studeren en het zelfbeeld van studenten met dyslexie.
Voor deze videoproductie kozen we voor interviews met betrokkenen: studenten, ombudsen, ondersteuners, beleidsverantwoordelijken. Om deze video's zo toegankelijk mogelijk te maken voor een zo breed mogelijk publiek, is elke video voorzien van ondertitels. Daarnaast publiceren we ook de volledige transcriptie van de video's. Meer informatie over de werkwijze vind je bij het onderdeel Praktijken van deze website.
Veel kijkplezier!
dyslexie algemeen dyslexie erkenning dyslexie examen dyslexie studeren dyslexie zelfbeeld 

Bron:Katholieke Universiteit Leuven

zondag 24 juli 2011

Ondernemerschap en dyslexie

Recent maakte het business magazine Management Executive melding over een onderzoek in Amerika door het Yale Center for Dyslexia and Creativity (YCDC). Hieruit blijkt dat in de Verenigde Staten 35 procent en in Groot-Brittannië 20 procent van de ondernemers symptomen van dyslexie vertoont, terwijl dyslectici 5 tot 10 procent van de wereldbevolking uitmaken. Dat is een heel hoog percentage!

Het zou ons niet verbazen als de situatie in Nederland hetzelfde is. Cijfers uit wetenschappelijk onderzoek hierover zijn ons niet bekend, maar om ons heen kijkend zien wij een opvallend groot aantal (succesvolle) ondernemers met dyslexie. De bekende namen in Nederland: Jan des Bouvrie, Wubbo Ockels, Joop van den Ende en de jeugdschrijver Jacques Vriens om maar een kleine greep te doen. Ook in eigen Woortblind-kring is het aantal dyslectische ondernemers opmerkelijk.

Dit heeft ongetwijfeld te maken met het creatieve vermogen van de dyslect om tot oplossingen te komen die niet voor de hand liggen. Maar ook: om niet binnen een vastgesteld kader te hoeven werken, opgelegd door non-dyslecten die je dyslectisch denken en functioneren onvoldoende begrijpen.

Onlangs verscheen het boek ‘Bedrijven die de wereld hebben veranderd’ door Jonathan Mantle. Hij beschrijft hierin verschillende succesverhalen uit het bedrijfsleven. 50 goedlezende verhalen over ondernemers en bedrijven die miljoenen mensen hebben beïnvloed.
En wat blijkt? Geld is niet de drijfveer maar het idee of een innovatie. En wat voor mensen blijken die ondernemers dan te zijn? Heel interessant! Zonder uitzondering gedreven mensen die vanuit hun jeugd gemotiveerd zijn geraakt om het te gaan maken. Zo heeft bijvoorbeeld Bill Gates van Microsoft het syndroom Asperger, een stoornis verwant aan autisme. Daarnaast noemt Jonathan Mantle dyslexie onder ondernemers ook een veel voorkomende ‘kwaal’!
De observaties van Mantle bevestigen wat wij al lang vermoedden. Wij zijn er ook wel zeker van dat er ook onder onze leden de nodige ondernemers ‘verborgen’ zitten. Want daar zit ‘m een beetje het dilemma.
We hebben het vermoeden dat ondernemers met dyslexie daar liever niet al te veel ruchtbaarheid aan geven. Vinden het misschien helemaal niet nodig om er over te praten en hebben liever niet dat hun omgeving (of hun klanten) er weet van heeft. Maar juist deze groep dyslecten zou zo goed als positief voorbeeld gesteld kunnen worden.
We willen deze groep zo graag aanspreken, maar hoe kunnen we dat het beste doen? Voor een evenwichtige beeldvorming van dyslexie zou het goed zijn als er naast ‘het probleem’ met dyslexie ook een andere kant zichtbaar wordt, namelijk ‘succes met dyslexie’.
De komende periode gaan wij het onderwerp ‘ondernemerschap en dyslexie’ extra onder de aandacht brengen. Hopelijk daarbij gesteund door de inbreng en ervaring van anderen.

Bron: Woortblind.nl
 

maandag 11 juli 2011

Mijn helden, ze vliegen uit

Daar gaan ze dan. Voor de laatste keer door de deur van de basisschool. Het is mooi geweest, ze zijn er echt wel klaar mee. Elk jaar gebeurt het weer dat een groep leerlingen afzwaait. En elk jaar weer krijg ik een brok in mijn keel. Want stuk voor stuk zijn het bijzondere kinderen, maar het zijn ook stuk voor stuk kwetsbare kinderen.

In een maatschappij waar onderwijs draait om leerprestaties en hoge scores, moeten ze zich maar staande zien te houden als kind waarbij het leren niet zo gemakkelijk afgaat. Eigenlijk hebben ze nog net geluk gehad, de echte bezuinigingsklappen gaan nu pas vallen in het Speciaal onderwijs. Ik houd mijn hart vast. Ik heb deze kinderen zien opbloeien binnen kleine groepen en met veel extra hulp en begeleiding. Dat is geen luxe. Dat is wat deze kinderen nodig hebben. Maar het is ze gelukt, mijn helden, ze zijn  allemaal aangenomen op het VMBO leerwegondersteunend. Daar hebben ze keihard voor gewerkt, ondanks hun ernstige dyslexie, dyscalculie, AD(H)D, autisme, beperkt leervermogen of onfortuinlijke thuissituatie. 

Ze hebben vorige week al kennis gemaakt met hun nieuwe groep en mentor, en vinden daar ‘van alles’ van. Een mentor waarbij lange haren uit zijn neus groeien, tja, een weinig vleiende bijnaam ligt al op de loer. Ze hebben er veel zin in, maar ze vinden het ook spannend. We oefenden  dagelijks allerlei dingen en situaties die ze tegen kunnen komen op hun nieuwe school. Hoe  plan je je huiswerk, waarmee kun je bij je mentor terecht, hoe stel je je op ten opzichte van docenten (hoe spreek je ze aan, en vooral ook hoe níét). Maar we bespreken ook wat ze kunnen doen als ze gepest worden. Of als hun beste vriend(in) gepest wordt. Hoe los je zoiets op en wanneer wordt het alleen maar erger? En hoe maak je kennis met je nieuwe klasgenoten, hoe voeg je je op een goede manier bij een groepje?  Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend, maar voor deze kinderen is het dat nou juist niet.

Ik ken ze inmiddels door en door. Ze hebben allemaal zo hun eigen gebruiksaanwijzing. “Juf, waarom zie jij altijd alles?”, als ik hem verzoek zijn kluit kauwgom uit te spugen. “Juf, kinderen hebben ook rechten hoor”, als ik haar tot werken maan. Helemaal gelijk in meid, het is een belangrijk recht dat je elke dag weer met frisse moed naar school mag gaan om onderwijs te ‘genieten’. Ze zijn ook uiterst bedreven in het zoeken naar de grenzen. “Oké, dus ………… mag wél?”, na een belerend gesprekje over het feit dat schelden met ziektes of oneerbare voorstellen richting moeders echt onacceptabel is. “Ik hoop maar dat ik daar niet weer gepest word, net als op mijn vorige school”, vertrouwt hij me stilletjes toe. Ik hoop het toch ook zo voor je,  lieve kwetsbare jongen. Ik heb je open zien gaan, als een bloem die tot bloei komt.

Het was niet alleen maar pais en vree. Er was ook regelmatig onderlinge strijd. Zo hebben ze elkaar meer dan eens in niet mis te verstane scheldkanonnades de ‘waarheid’ gezegd. Maar nu zijn ze één. Schouder aan schouder zorgen ze voor een wervelend afscheid. Met elkaar gaan ze ieder voor zich een nieuw avontuur tegemoet. Daar gaan ze dan. Ik heb er wel vertrouwen in dat ze hun weg zullen vinden. Meestal komt het goed. Soms niet.

Geschreven door Petra (peets) op 06-07-2011 @ 00:00

 Bron:frontpage.fok.nl

maandag 4 juli 2011

Studie: Dyslexie-gen controles cilia in de hersenen neuronen

Wetenschappers van Karolinska Institutet in Zweden hebben ontdekt dat een gen gekoppeld aan dyslexie een verrassende biologische functie heeft: het controleert trilharen, de antenne-achtige projecties die cellen gebruiken om te communiceren.

Dyslexie is grotendeels erfelijk en gekoppeld aan een aantal genen, waarvan de functies zijn echter grotendeels onbekend. De huidige studie van het Karolinska Institutet en Helsinki University blijkt nu dat een van deze genen, DCDC2, is betrokken bij het reguleren van de signalering van cilia in de hersenen neuronen.

"Onze ontdekking geeft ons een mogelijke nieuwe neurobiologische mechanisme voor dyslexie", zegt professor Juha Kere, die mede onder leiding van het onderzoek met professor Eero Castren van de Helsinki University.

Cilia zijn haar-achtige structuren die het project van de oppervlakte van de meeste cellen. Hun doel is bleef lange tijd iets van een mysterie, maar recent onderzoek heeft aangetoond dat de cellen te gebruiken om te communiceren en dat ze spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van de organen van het lichaam.

Deze resultaten tie in eerder onderzoek bij muizen waaruit blijkt dat DCDC2 en twee andere dyslexie genen betrokken zijn bij cel-migratie, een proces waarbij zenuwcellen worden op hun juiste locatie verplaatst in de hersenen tijdens de embryonale ontwikkeling.

"De trilharen zijn belangrijke onderdelen van de machines die cel migratie controles", zegt professor Kere. "Precies wat ze doen en hoe het zou kunnen resulteren in dyslexie zijn interessante vragen die zullen worden gegeven verder onderzoek."

De nieuwe bevindingen, die worden gepresenteerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLoS ONE laten zien dat DCDC2 regelt de lengte van de cilia en twee verschillende signalen systemen in de cel, afhankelijk van de mate van genactiviteit activeert. Als de menselijke variant van het gen werd overgebracht naar de zenuwcellen in de rondworm C. elegans, gaf aanleiding tot ongewone neurale projecties uitsluitend in trilharen cellen.

Ciliaire dysfunctie in verschillende organen is in verband gebracht met een breed scala van aandoeningen van de zeldzame genetische ziekten zoals polycystische nierziekte en Kartagener het syndroom, tot diabetes, obesitas en schizofrenie.

maandag 27 juni 2011

Digitale boekbestanden bestellen Schooljaar 2011-2012 voor alle ICT Hulpmiddelen.


Beste Lezer, 

Het einde van het schooljaar komt in zicht en daarmee staat een welverdiende vakantie voor de deur.
Veel scholen zijn dan - naast het afsluiten van dit schooljaar - ook al bezig met de opstart van schooljaar 2011-2012.
Hieronder valt onder andere het controleren van de nieuwe boekenlijsten en het inventariseren van de digitale boekbestanden die nodig zijn voor zorg leerlingen met een leesbeperking als dyslexie .
Als u uw boeken voor de zomervakantie bij Injona besteld, kunt u ze in het begin het nieuwe schooljaar digitale beschikbaar hebben. Dus als u op tijd besteld zorgen wij dat u uw digitale bestanden de eerste week van het nieuwe schooljaar weer in huis heeft. 

Wilt u uw nieuwe boeken bestellen ? Klik dan hier >>> bestellen
 
Mocht u verder nog vragen hebben , neem dan even contact met ons op.
Alvast bedankt

maandag 20 juni 2011

Handelen bij dyslexie: èn remediëren èn compenseren èn dispenseren

Te vaak nog wordt er aangenomen dat remedieren, compenseren en dispenseren elkaar lineair opvolgen. Het gevaar van deze veronderstelling is dat remediering achterwege gelaten wordt na een besluit tot compenseren van bijvoorbeeld een hardnekkig spellingprobleem. Ook als de vorderingen gering zijn dient het streven naar functionele geletterdheid het uitgangspunt te blijven. De vraag hierbij is echter: hoe kan èn remediëren èn compenseren èn dispenseren

Gerealiseerd worden/vorm krijgen?

remediëren

De letterlijke betekenis van remediëren is ‘verhelpen’ of ‘herstellen’. Een leerling met een leesachterstand krijgt dan bijvoorbeeld training die gericht is op de verhoging van het technisch leesniveau. Een vuistregel bij de hulp aan dyslectische kinderen is dat de taak, in dit geval het technisch lezen, centraal moet staan.

De extra leerhulp kan zowel bij de remedial teacher als op school en ook nog thuis plaats vinden. Voor een planmatige invulling van deze extra oefenmomenten wordt op school meestal een handelingsplan opgesteld. In een handelingsplan staat welke zorg de school van plan is te geven en ook op welke wijze deze vorm gaat krijgen. De hulp die de remedial teacher verzorgt en de extra oefenmomenten thuis kunnen eventueel ook in dit plan omschreven worden.

Thuis oefenen betekent vaak: dagelijks een korte tijd werken aan het automatiseren van de basisvaardigheden.Hiervoor heeft Injona een oefensite samengesteld. Dyslectische leerlingen hebben vaak veel moeite met het leren van de tafelssommen. Oefenen op de computer is praktisch, motiverend en verantwoord doordat directe feedback vaak beschikbaar is. Dat laatste voorkomt onder andere het inslijpen van verkeerde antwoorden.

Compenseren

Compenserende maatregelen zijn maatregelen die belemmeringen verminderen. De leerling voert de taak wel uit, maar deze wordt voor de dyslectische leerling eenvoudiger gemaakt. Een voorbeeld hiervan is een zwakke speller bij het ‘schrijven’ van een opstel laten werken op een computer met spellingcontrole/woordvoorspeller/voorlezen-tijdens-het-typen.

Een niet-technische compensatiemaatregel is bijvoorbeeld tijdsverlenging geven bij het maken van toetsen.

Dyslecten kunnen soms ook leren om hun problemen met het verwerken van schriftelijke informatie gedeeltelijk zelf te compenseren. Zij zetten dan hun sterke eigenschappen, bijvoorbeeld een goed tekstbegrip of een grote woordenschat, in om de inhoud van de informatie toch nog te verwerken.

Lees hier verder