Dat het reken- en wiskunde-niveau wordt opgekrikt, is heel goed. Maar er is niet genoeg oog voor de kinderen die echt niet kunnen rekenen, stelt Hans van Luit, hoogleraar diagnostiek en behandeling van kinderen met dyscalculie. Van Luit pleit ervoor dat deze kinderen straks worden uitgezonderd van de verplichte rekentoets in het voortgezet onderwijs. Gebeurt dat niet, dan kunnen ze onnodig stranden op de middelbare school.
De minister wil vooralsnog aan de nieuwe normen vasthouden en wil weinig weten van uitzonderingen. Ook de Tweede kamer maakt zich zorgen over kinderen met dyslexie en dyscalculie. Van Bijsterveldt heeft wel een groot onderzoek toegezegd.
Bron : Spits
Minister Van Bijsterveldt (onderwijs) neemt aan alle kanten maatregelen om het onderwijsniveau omhoog te halen. Vooral rekenen en taal staan daarin centraal. Dit schooljaar al gaan daarom de eindexameneisen omhoog, vanaf volgend jaar mogen leerlingen geen onvoldoende meer halen voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. In het schooljaar 2013/2014 krijgen alle leerlingen aan het eind een rekentoets, ook de leerlingen die geen wiskunde in hun pakket hebben. De Onderwijsraad stelde daarnaast voor om wiskunde een verplicht eindexamenvak te maken, zoals nu al op het vwo. De minister is dit momenteel aan het overwegen en besluit hier in het voorjaar over.
Van Luit vindt dit soort voorstellen veel te ver gaan. „Kinderen zijn niet allemaal hetzelfde en hun hersens ook niet”, stelt hij. Zo’n twee tot drie procent van de kinderen heeft dyscalculie. Deze rekenstoornis houdt onder andere in dat kinderen niet kunnen automatiseren, sommen als 3 + 4 leren ze niet of heel langzaam uit hun hoofd zodat ze zo’n som elke keer opnieuw moeten uitrekenen. Dat kost tijd en gaat vaak op de vingers. Met veel hulpmiddelen kunnen ze een eind komen, maar vanzelf gaat het rekenen nooit. Van Luit: „Het is een stoornis, je kunt er geen pilletje voor nemen. Net als dat iemand met één been niet kan hardlopen.”
Zeven tot acht procent van de kinderen is een zeer zwakke rekenaar, vijftien procent heeft er veel moeite mee maar kan het uiteindelijk wel leren. Van Luit: „In totaal zit zo’n 25 procent van de leerlingen onder de norm.”
Die kinderen hebben wel andere capaciteiten en zijn soms verder intelligent genoeg voor het voortgezet onderwijs. Maar door de rekentoets kunnen ze straks sterk beperkt worden in de keuze van een vervolgopleiding en, afhankelijk van hoe de toets gaat meetellen, misschien wel zonder diploma blijven. „Stel je voor, kinderen die keihard gewerkt hebben en dan hun papiertje niet krijgen.” Ook als wiskunde voor iedereen verplicht wordt, kunnen kinderen een niveau teruggedrukt worden. Het is de vraag of de kenniseconomie daarop zit te wachten, waarschuwt de hoogleraar.
Bron : Spits
Geen opmerkingen:
Een reactie posten