Helft van de kinderen met dyslexie heeft nog andere aandoeningen
Dyslexie is een aandoening waarvan de symptomen sterk kunnen verschillen van geval tot geval. Elk kind met dyslexie is anders, elk kan bepaalde dingen wel en andere dingen niet. Er zijn aan dyslexie dus geen uniforme kenmerken verbonden. Bovendien is het grensgebied van de aandoening eerder vaag, soms is eerder moeilijk uit te maken of iemand al dan niet dyslexie heeft.
Dyslexie kan bovendien nog gepaard gaan met andere aandoeningen, die samen met de toekomst van het kind kunnen bepalen. Die toekomst is afhankelijk van de combinatie van een aantal factoren: de ernst van de dyslexie, zijn of haar intelligentie, de hulpverlening die het ontvangt, de steun van de familie, de motivatie om te leren en - last but not least - het feit of de man te leiden heeft van andere aandoeningen, zoals bijvoorbeeld attention deficit hyperactivity disorder (ADHD).
De helft van de kinderen met dyslexie heeft inderdaad nog andere aandoeningen zoals ADHD, gedrag- of geheugenproblemen of een gebrek aan capaciteit om problemen op te lossen die het bereiken van een bepaalde doelstelling in de weg staan. Deze bijkomende handicaps kunnen de werking van dyslexie versterken, hoewel nog niet helemaal duidelijk is hoe bijvoorbeeld ADHD en dyslexie op elkaar inwerken.
Zelfs experts slagen er niet altijd in om de grens te trekken waar dyslexie stopt en waar een andere aandoening begint. Er is over dit onderwerp al veel studiewerk gedaan, maar definitieve antwoorden zijn tot dusver nog niet gegeven. Het is nu eenmaal zo dat dyslexie een aandoening is die heel wat vraagtekens blijft oproepen. Toch is onmiskenbaar al een grote weg afgelegd, want in het verleden werden kinderen met dyslexie maar al te vaak grotendeels aan hun lot overgelaten.
Tegenwoordig is er op het vlak van dyslexie helemaal wat mogelijk. Nieuw onderzoek heeft kinderen met dyslexie gevolgd vanaf hun prilste jeugd tot en met de volwassenheid. Veel kinderen slaagden er in om met succes universitaire studies af te leggen, hoewel ze meestal trager lazen dan andere kinderen en op geen enkel moment in hun leven vloeiend leerden lezen. Er is dus alleszins hoop voor kinderen met dyslexie. Veel kinderen met dyslexie hebben echter speciale hulp nodig vanaf hun jongste jaren. Dankzij een professionele begeleiding kunnen zij echter alsnog slagen in het leven.
Bron: gezondheidsweb