vrijdag 26 februari 2010

Noodgedwongen creatief

Dat 'ontdekken' mag je gerust letterlijk nemen. Getuige daarvan de uitgebreide lijst van beroemde dyslectici. Uitvinders zoals Albert Einstein, Alexander Bell en Thomas Edison waren dyslectisch. Een eigenschap die ze delen met creatieve ondernemers zoals Richard Branson, Ingvar Kamprad, Steve Jobs. Ook kunstenaars als Mozart, Beethoven, en de schrijver Roald Dahl hadden een vorm van de aandoening.

Carl is niet verrast als hij de rist bekende namen hoort. Hij knikt instemmend: "Hoe het exact werkt weet ik niet, maar omdat m'n taalbrein niet naar behoren werkt, heb ik andere manieren moeten vinden om grip te krijgen op de wereld van woorden. Noem het voor mijn part noodgedwongen creativiteit. Zo kan ik bijvoorbeeld heel goed patronen ontdekken in een context waarin ik niet veel informatie heb. Mijn dyslexie heeft me in die zin 'gestuurd'. Ik ben er zeker van dat ik anders geen designer zou zijn."


Bron:vdab.be

Experimenteel proefkonijn

Carl (41), webdesigner, is er een van. Hij kreeg erg vroeg te horen dat hij dyslexie had. "Ik was een jaar of acht toen de diagnose werd gesteld. Op dat moment was dyslexie nog relatief onbekend. De dokters beschouwden me als een proefkonijn en experimenteerden er lustig op los. En alsof dat nog niet erg genoeg was, werd ik verplicht om elke woensdagnamiddag oefeningen te maken met een logopediste. Niet bepaald waar een achtjarige van droomt.

Op de duur vormde mijn dyslexie een soort van blokkade. Ik schaamde me diep omdat ik niet goed kon schrijven en probeerde zulke taken zoveel mogelijk uit de weg te gaan."
Het grootste misverstand rond dyslexie is dat de aandoening duidt op een intellectuele achterstand. Een misverstand dat ook leeft onder de dyslectici zelf. Yannick Coveliers, begeleider bij Learning Gateway, verduidelijkt dit: "Mensen met dyslexie denken vaak dat ze dom zijn tot ze weten dat het dyslexie is, en niet hun intelligentie die hen parten speelt. Personen met dyslexie hebben gewoon een andere manier om gegevens te verwerken. Ze redeneren niet in een rechte lijn van A naar B, maar gaan via een omweg. Vergelijk het met een wegomlegging: het duurt een stuk langer om op je bestemming te geraken, maar de kans is groot dat je onderweg een en ander ontdekt."

bron :vdab.be

maandag 22 februari 2010

Dyslexie en Mindmappen

Om een goed overzicht te krijgen in je planning of bij het maken van aantekeningen, is het programma Mindmappen een goede geheugen steun voor mensen met dyslexie.
Mindmapping is een creatieve techniek die mensen helpt om delen van de hersenen te gebruiken die doorgaans niet gebruikt worden. Het mindmappen is ontwikkeld door de Engelsman Tony Buzan. Mindmapping kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij het

maken van aantekeningen (tijdens college of vergaderingen)
voorbereiden en geven van presentaties
inplannen van werkzaamheden
structureren van complexe informatie
ordenen van gedachten

Door gebruik te maken van mindmapping leert u sneller (informatie wordt sneller opgenomen), stimuleert u uw eigen creativiteit en kunt u beter onthouden. De techniek van het mindmappen sluit zeer nauw aan bij de wijze waarop onze hersenen werken.

Wat is mindmappen (bron wikipedia)

Een mindmap is een grafisch schema (of informatieboom), dat vertrekt van een centraal onderwerp en daaraan bijzaken en verwante concepten linkt. Een mindmap zou bij het studeren helpen details van hoofdzaken te onderscheiden en informatie logisch te ordenen in het geheugen.
Concreet noteert men bij een mindmap het centrale onderwerp in het midden, en worden daar omheen verbindingen toegevoegd. Door op een consequente manier de semantische structuur aan te geven, zou het geheugen na het bestuderen van de mindmap achteraf de betreffende informatie gemakkelijker kunnen reproduceren. Deze methode zou ook gebruikt kunnen worden om meer gemotiveerd aan een bepaalde taak te beginnen, doordat je de benodigde informatie op voorhand op een effectieve manier zou opslaan in je geheugen.


vrijdag 12 februari 2010

Dyslexie: Het probleem 'achter de ogen'

Moeite

Ruud vertelt: ‘Meestal wordt dyslexie omschreven als ‘niet goed kunnen lezen’. Nou is dat natuurlijk een breed begrip. Dyslectische mensen hebben moeite met het maken van de koppeling tussen geschreven en gesproken taal. Oftewel: Je ziet een woord, maar je herkent het niet. En dus weet je niet wat er staat. Mensen met dyslexie hebben moeite met technisch lezen en spellen. Ze herkennen woorden niet automatisch. Het is moeilijk om van letters één woord te maken én om van alle woorden een vloeiende, logische zin te maken. Daarom is het voor dyslectische mensen ook moeilijk om te begrijpen wat er in een zin staat en wat er precies bedoeld wordt. Want als je wilt begrijpen wat een zin betekent, is het belangrijk dat je vloeiend kan lezen. Dyslectische mensen hebben daar moeite mee, maar proberen toch snel te lezen. Vaak zie je dan dat ze woorden over slaan. Of ze lezen een woord dat er niet staat, maar waarvan ze verwachten dat het woord er staat. Ze gokken eigenlijk wat er staat. Mensen denken dan soms dat dyslecten niet goed kijken, maar dyslectische mensen mankeren niks aan hun ogen. Het probleem ligt eigenlijk ‘achter de ogen’. Ze kunnen wat ze zien niet goed herkennen als woorden. Dyslecten moeten zich wel twee keer meer in spannen om een tekst te lezen. Laat staan dat ze dan nog begrijpen wat er wordt gevraagd of geschreven. Dat laat al raden dat dit erg vermoeiend is en dat Kurzweil 3000 uikomst kan bieden om met deze beperking om te gaan.

donderdag 4 februari 2010

Als je beter kunt luisteren dan lezen

Ornella: 'Ik ben gevoelig geworden voor jongeren met problemen.'


Ornella is mondig en sociaal, maar ze heeft dyslexie. Op school gebruikt ze daarom een laptop. Maar om een school te vinden waar die laptop binnen mag, moeten ouders soms op vijf verschillende plaatsen langsgaan.

Van onze medewerkster
In de lagere school werd algauw duidelijk dat er iets niet klopte. Ze zal nooit een boek kunnen lezen, dacht Ornella's moeder Ingrid, ze zal zich nooit kunnen verliezen in een verhaal. Na een lange zoektocht kwam Ornella in het derde leerjaar terecht bij Eureka, een gespecialiseerde school voor jongeren met een leerstoornis. Ze leerde er dat ze dyslexie had en hoe ze daarmee moet omgaan.

Haar grootste hulpmiddel is een laptop. De computer zet digitale cursussen om in audio. Ornella beluistert die en leert zo haar lessen. 'Zolang er maar geen papier aan te pas komt.' Pas in het tweede middelbaar waagde Ornella zich aan haar eerste boek. 'Als ik lees, ben ik als een batterij. Ik lees een tijdje, maar ik word snel moe, en dan moet ik eerst opladen. Als het een aangrijpend verhaal is, hou ik wel even vol.' Eureka, de school waar Ornella enkele jaren zat, raadde haar aan voor het derde jaar secundair een technische richting te kiezen op een normale school. Liefst een richting met praktijkvakken, zodat ze niet voortdurend hoeft te lezen en schrijven. Het werd dierenverzorging in Vilvoorde. Dat ze daarvoor op internaat moest, vond Ornella niet erg. Want de school lag in een leuk domein en ze zou haar laptop mogen gebruiken in de klas. Dat had de directie haar bij elke ontmoeting verzekerd. Haar moeder legde de situatie uit en schreef een brief naar alle leerkrachten.

In de eerste les gaf de leerkracht opdracht een blad papier te nemen. Naar goede gewoonte zette Ornella haar laptop aan. De andere kinderen keken raar op en gaven commentaar. Uit schaamte stopte Ornella haar computer snel weg, en dat bleef ze doen. De lesuren gingen voorbij zonder dat ze er iets van opstak. Uiteindelijk mocht het meisje haar laptop zelfs niet meer gebruiken.

'De directrice vertelde me dat de dyslexie van mijn dochter zo erg niet was. Ornella schreef toch niet zo lelijk en het zou oneerlijk zijn tegenover leerlingen met minder geld. Maar ik heb ook al mijn spaarcenten gebruikt om Ornella te helpen.' Anny Cooreman van Eureka, die Ornella al jaren begeleidt, probeerde te bemiddelen. 'Ornella leest zoals iemand van het tweede leerjaar, maar de school vond haar niet dyslectisch genoeg', zegt ze. 'Maar dat is ze wel. Ornella is trouwens niet de enige met dit probleem. Ongeveer drie procent van de leerlingen heeft een ernstige vorm van dyslexie.

' 'Ouders moeten tussen de drie en de vijf scholen bezoeken om een school te vinden waar de leerling zijn laptop mag gebruiken. Ik ken ouders die in de vakantie acht weken lang cursussen inscannen om hun kinderen toch maar naar school te laten gaan.' Ornella's moeder gaf niet op en kocht enkele cursussen in digitale versie zodat het meisje 's avonds kon studeren op haar laptop. Ze vroeg ook enkele leerkrachten om hun lessen digitaal door te sturen. 'Maar ook dat mocht niet van de directrice', zegt Ingrid. 'Want dan zou ik de cursussen aan andere scholen kunnen doorgeven. Belachelijk. Ik wil gewoon mijn dochter helpen.

' Langzaamaan werd de situatie hopeloos. Ornella haalde veel onvoldoendes. Cooreman en het gezin namen contact op met het Centrum voor Gelijke Kansen. Dat oordeelde dat het gebruik van een computer een redelijke aanpassing is en dat de school geen reden heeft om die te weigeren. De school was nog niet overtuigd. Tot haar grote verbazing kreeg Ingrid begin oktober een telefoontje van de schooldirecteur: haar dochter was toch geslaagd.

'De klassenraad had haar punten omhooggetrokken', zegt Ingrid. Tegen Anny Cooreman van Eureka zei de schooldirectie dat ze nog nooit iemand gebuisd hadden om dyslexie. 'Maar het gaat niet om erdoor zijn. Het gaat erom dat ze de lessen wil kunnen volgen', zegt Cooreman. Ook Ornella zelf kreeg bezoek in haar kamer in het internaat. 'De directeur en directrice kwamen binnen. Ze zeiden dat ik trots mocht zijn op mijn prestatie, maar ik was teleurgesteld. De school zei dat veel leerlingen slechte cijfers haalden, maar die studeerden niet of begrepen het niet. Ik studeerde uren en zette me in voor elke taak. Als ik het kan beluisteren, begrijp ik het wel en blijft de leerstof wel hangen. Ik kan het gewoon niet lezen op papier.

' Ornella's moeder ging met kerst dan maar op zoek naar een andere school. De kerstvakantie was daardoor erg moeilijk voor het meisje. 'Ornella had een hele hoop vrienden gemaakt op internaat. En die dieren verzorgen, dat lag haar. Maar hoe kan ze studeren op een school waar ze de leerstof niet tot zich kan nemen?' Sinds januari zit ze in Tienen op school. Ze studeert er sociaal-technische wetenschappen.

'De eerste dag moest ik haar uit de auto duwen', vertelt Ingrid. Maar toen de laptop mee in de klas mocht en Ornella's begeleider van Eureka met de nieuwe leerkrachten kon praten, vielen de monden van het gezin open. 'De andere leerlingen zijn nieuwsgierig en vinden het niet oneerlijk als ik mijn laptop mag gebruiken', vertelt Ornella. 'Zij zien dat lezen en schrijven echt niet lukt. Ook de leerkrachten staan ervoor open. Morgen krijg ik de lessen van biologie op een usb-stick.' Met dit diploma kan Ornella de sociale sector in. En dat ligt haar wel. 'Ik ben erg gevoelig geworden voor jongeren met problemen. In een klas weet ik meteen wie ergens last van heeft. Ik voel het en zie het aan hoe ze zich gedragen. Net als ik.


Bron:standaard.be Auteur: Jolien Pauwels


Dit verhaal is voor veel ouders en kinderen herkenbaar, hoe er nog steeds op
sommige scholen wordt omgegaan met dyslexie ?