vrijdag 12 februari 2010

Dyslexie: Het probleem 'achter de ogen'

Moeite

Ruud vertelt: ‘Meestal wordt dyslexie omschreven als ‘niet goed kunnen lezen’. Nou is dat natuurlijk een breed begrip. Dyslectische mensen hebben moeite met het maken van de koppeling tussen geschreven en gesproken taal. Oftewel: Je ziet een woord, maar je herkent het niet. En dus weet je niet wat er staat. Mensen met dyslexie hebben moeite met technisch lezen en spellen. Ze herkennen woorden niet automatisch. Het is moeilijk om van letters één woord te maken én om van alle woorden een vloeiende, logische zin te maken. Daarom is het voor dyslectische mensen ook moeilijk om te begrijpen wat er in een zin staat en wat er precies bedoeld wordt. Want als je wilt begrijpen wat een zin betekent, is het belangrijk dat je vloeiend kan lezen. Dyslectische mensen hebben daar moeite mee, maar proberen toch snel te lezen. Vaak zie je dan dat ze woorden over slaan. Of ze lezen een woord dat er niet staat, maar waarvan ze verwachten dat het woord er staat. Ze gokken eigenlijk wat er staat. Mensen denken dan soms dat dyslecten niet goed kijken, maar dyslectische mensen mankeren niks aan hun ogen. Het probleem ligt eigenlijk ‘achter de ogen’. Ze kunnen wat ze zien niet goed herkennen als woorden. Dyslecten moeten zich wel twee keer meer in spannen om een tekst te lezen. Laat staan dat ze dan nog begrijpen wat er wordt gevraagd of geschreven. Dat laat al raden dat dit erg vermoeiend is en dat Kurzweil 3000 uikomst kan bieden om met deze beperking om te gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten