maandag 14 juni 2010
Brein dyslectici lijkt op traag internet
SAMENVATTING Dyslectische kinderen hebben niet alleen moeite met lezen, ze begrijpen ook gesproken taal anders. Oorzaak: een ontoereikend werkgeheugen.
VOLLEDIGE TEKST: Ondanks hun normale intelligentie hebben kinderen met dyslexie grote moeite met lezen en schrijven. Er gaat van alles mis: de kinderen krijgen het abstracte letterbeeld niet gekoppeld aan de bijbehorende klanken, ze blijven soms losse letters zien en geen woorden, en in het ergste geval herkennen ze zelfs geen individuele letters. Dyslexie blijft bovendien niet beperkt tot het schrift. Ook bij het verwerken van gesproken taal ervaren kinderen problemen. Dat illustreert de Italiaanse taalkundige Gaetano Fiorin in zijn proefschrift, waarop hij volgende week aan de Utrechtse universiteit promoveert.
In zijn onderzoek las Fiorin kinderen van acht à negen jaar verhaaltjes voor. Af en toe stopte hij er een grammaticaal complexe of dubbelzinnige zin in. Daar gingen dyslectische kinderen vaker de mist mee in dan leeftijdgenootjes. Zo hadden zij meer moeite met de zin 'Elke vriend van Frank verfde zijn fiets.' Want ja, verfden die vrienden nou elk hun eigen fiets, of allemaal die van Frank? Vergelijkbare kortsluiting ontstond bij de zin 'Ieder meisje zit op een stoel.' Elk meisje op haar eigen stoel, of gezellig met z'n allen op een kluitje? De juiste interpretatie moest blijken uit de context van het verhaal of uit een getoond plaatje. ,,De kinderen moesten informatie van verschillende herkomst combineren", legt Fiorin uit. ,,Dat lukte degenen met dyslexie minder goed. Ze hebben blijkbaar niet alleen moeite met letters en klanken, maar ook met grammatica en taalbegrip."
Dyslectische kinderen van acht à negen jaar oud zaten qua taalbegrip op het niveau van een kind van zes jaar. Dat is de leeftijd waarop kinderen beginnen te leren hoe ze complexere taalkundige uitingen kunnen interpreteren. ,,Op dat punt vertonen dyslectische kinderen duidelijk een vertraagde ontwikkeling", aldus Fiorin.
,,We weten nog niet of ze dat later weer inlopen, maar het lijkt er niet op." Het onderliggende probleem, vermoedt de taalkundige, is dat het 'verbale werkgeheugen' van kinderen met dyslexie achterblijft. Een gebiedje in de linker hersenhelft, waar we kortdurend informatie opslaan tijdens het verwerken van taal, vertoont bij hen een structureel tekort. Het betreft een heel specifieke stoornis, want andere werkgeheugens - zoals het visuele of het mathematische - functioneren normaal. Daardoor is de totale intelligentie van dyslectische kinderen toch normaal of zelfs aan de hoge kant.
Volgens de hypothese van Fiorin komt in het verbale werkgeheugen een heleboel samen: klank, letters, grammatica, context. En als het daar hapert, slaagt een kind er niet in om het juiste totaalplaatje samen te stellen. Alsof het zit opgescheept met een trage internetverbinding, waardoor geluid en beeld schoksgewijs en niet-synchroon binnendruppelen. Nu er steeds meer inzicht ontstaat in de oorsprong van het probleem, wordt Fiorin des te hoopvoller over de behandeling. Hij ziet twee wegen. ,,Je kunt het verbale werkgeheugen doelgericht trainen. En je kunt alternatieve hersengebieden versterken, zodat je het probleem als het ware omzeilt. Bij dyslectische kinderen zie je vaak al dat het langetermijngeheugen extra sterk is ontwikkeld. Als je dat verder stimuleert, kun je de dyslexie waarschijnlijk compenseren. Dyslectische kinderen hebben dan dezelfde toekomstmogelijkheden als ieder ander, daar ben ik van overtuigd."
Bron: www.uu.nl / Sander berker
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten