dinsdag 20 december 2011
maandag 12 december 2011
Wetenschappers ontwikkelen methode voor onbewust leren
dinsdag 6 december 2011
Dyslexie in zorgstelsel is een succes: Behandeling is effectief
Computerondersteunde behandeling van leesproblemen is succesvol bij kinderen met een ernstige vorm van dyslexie. Dit blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd in samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam en het IWAL Instituut voor Dyslexie. Het onderzoek toont aan dat door het bieden van de gespecialiseerde behandeling LEXY in een klinische setting, kinderen met ernstige dyslexie functionele niveaus van lezen en spellen bereiken. Dit betekent dat kinderen die anders ernstig belemmerd worden in het school- en maatschappelijke carrière dankzij behandeling hun talenten kunnen ontplooien. Dit is het eerste onderzoek dat het succes laat zien van de opname van ernstige dyslexie in het zorgpakket.
Behandeling
Aan het onderzoek deden 99 kinderen met ernstige dyslexie mee. Eén groep kreeg een klinische behandeling bij het IWAL terwijl de andere groep de binnen het onderwijs gebruikelijke zorg kreeg. De behandeling bestaat uit een computerondersteunde, cognitieve training gericht op het systematisch aanleren en automatiseren van letter-klank associaties in de context van het lezen en het spellen.
De groep die behandeling gekregen had maakte grote sprongen in hun lees- en spellingsvaardigheden en bereikte niveaus binnen de normale range, terwijl de andere groep in dezelfde periode geen verbeteringen vertoonde in hun lees- en spellingsniveaus. Dit is een zeer belangrijk resultaat omdat het laat zien dat deze kinderen, die anders structureel belemmerd blijven door hun leeshandicap, door middel van deze gespecialiseerde behandeling tot functionele lees- en spellingsniveaus kunnen komen. Bovendien bleken de behandeleffecten niet afhankelijk te zijn van kind-specifieke kenmerken; de behandeling lijkt daarmee geschikt te zijn voor een brede groep kinderen met ernstige dyslexie.
Dyslexie
Het belangrijkste kenmerk van dyslexie is dat mensen een specifiek en hardnekkig probleem hebben met het lezen en spellen. In Nederland heeft ongeveer 4% van de bevolking ernstige dyslexie, dat zijn ruim 600.000 mensen. In de huidige kennismaatschappij zijn leesvaardigheden essentieel om sociaal-economisch succesvol te zijn. Doordat ze niet in staat zijn te voldoen aan de eisen die de maatschappij stelt aan onze leesvermogens, lopen mensen met ernstige dyslexie zonder behandeling een groot risico op negatieve academische, economische en sociale gevolgen.
Vergoedingsregeling Dyslexie
Jaarlijks stromen naar schatting 200.000 leerplichtige kinderen het onderwijs in, van deze groep hebben 7200 kinderen professionele begeleiding nodig. Sinds 2009 is de behandeling van ernstige dyslexie opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering, waarmee professionele hulp voor iedereen toegankelijk werd;
de regeling heeft tot nu toe een voorlopig karakter en eind 2011 zal een evaluatie van de regeling door het ministerie van VWS plaatsvinden. Dit onderzoek laat zien dat met deze regeling kinderen met ernstige dyslexie de mogelijkheid geboden wordt om in belangrijke mate hun leesbeperking en daarmee de belemmeringen in hun academische en economische ontplooiing te overwinnen. De resultaten ondersteuning daarmee in belangrijke mate de maatschappelijke waarde van deze vergoedingsregeling.
Het onderzoek toont aan dat door het bieden van de gespecialiseerde behandeling LEXY in een klinische setting, kinderen met ernstige dyslexie functionele niveaus van lezen en spellen bereiken. Dit betekent dat kinderen die anders ernstig belemmerd worden in het school- en maatschappelijke carrière dankzij behandeling hun talenten kunnen ontplooien. Dit is het eerste onderzoek dat het succes laat zien van de opname van ernstige dyslexie in het zorgpakket.
Bron:IWAL
maandag 28 november 2011
Kwaliteitscongres Dyslexie: wat is goed en wat kan beter?
Ook het Expertisecentrum Nederlands is op het congres aanwezig. Femke Scheltinga verzorgt een presentatie over ‘Dyslexie en de afstemming tussen school en gezondheidszorg’. Wat vindt er plaats tijdens het schooltraject, hoe wordt het schooldossier opgebouwd en hoe kunnen school en zorg optimaal samenwerken?
maandag 14 november 2011
Werk en dyslexie
- CrossOver: kennis- en innovatiecentrum met als doel zoveel mogelijk jongeren met een functiebeperking zelfstandig laten worden én een eigen plaats in de maatschappij laten vinden
- Woortblind: de patiëntenvereniging voor volwassenen met dyslexie.
- Slimmer dan je baas. Dyslexie op het werk van Sjan Verhoeven en Jan van Nuland. Boek over het vergroten van inzicht in dyslexie en de invloed die dit heeft op verschillende aspecten van het werk. Biedt praktische handvatten.
- MKB Nederland heeft een brochure gemaakt voor werknemers met dyslexie: Infoblad dyslexie
zondag 6 november 2011
Hoe is het om dyslexie te hebben?
maandag 31 oktober 2011
Werken met dyslexie
- een overzicht bewaren tijdens een uiteenzetting,
- doelen en prioriteiten stellen,
- een tijdsplanning opstellen en opvolgen,
- telefoneren en tegelijk notities nemen.
Experimenteel proefkonijn
Noodgedwongen creatief
Tips
- Lees veel, dat helpt bij het schrijven.
- Schrijf regelmatig in een context die je leuk vindt: sms, chat …
- Gebruik een spellingchecker.
- Laat je teksten zoveel mogelijk nalezen.
- Reageer met humor op opmerkingen over je slechte spelling.
dinsdag 18 oktober 2011
Aandacht voor dyslexie-onderzoek in Onze Taal
zondag 9 oktober 2011
DYSLEXIE: WIE IS ER BLIND?
Voordat de mens het eerste woord bedacht, leefde hij in beelden. Dat eerste woord legde een beeld vast, maar waarschijnlijk ook niet helemaal. Of zelfs helemaal niet. Ieder mens neemt immers op zijn of haar eigen manier en met eigen emoties de wereld waar, en ieder mens heeft daardoor andere beelden van de ‘werkelijkheid’. Naarmate meer mensen met woorden gingen werken, werd de betekenis van die woorden ongetwijfeld meer vastgelegd en het bijbehorende beeld daarmee ‘beperkt’. De zwaarste beperking legde de mens zijn woorden en daarmee zichzelf op, toen hij geschreven taal ging ontwikkelen. De eerste geschreven woorden bestonden uit afbeeldingen. Van een geit, een eend, een mens. Maar omdat niet iedereen hetzelfde beeld had bij een woord, sprak men af om met abstracties te gaan werken. Een af-beelding werd een af-spraak. Abstracte beelden verschoven naar letters. Die aanvankelijk nog leken op het beeld waarvan ze afgeleid waren, maar daar in de jaren daarna steeds verder vanaf kwamen te staan. Het geschreven woord werd een verzameling abstracte tekens en voor veel mensen zelfs, net als in de tijd van het spijkerschrift, weer één abstract teken. Bij veel mensen scannen de hersenen immers nog slechts de combinatie van letters om die in één beweging samen te voegen tot een woord. Niet iedere letter wordt daartoe gelezen. En misschien is het wel zo dat hoe minder letters de hersens van iemand nodig hebben om een woord te herkennen, hoe enger ook de betekenis is die diezelfde hersens aan dat woord geven.
Een half jaar geleden leerde iemand met dyslexie mij om anders naar woorden te kijken. Zij haalde woorden zodanig uit elkaar, dat ze in mijn ogen meer of een andere betekenis kregen. Bij sommige woorden kreeg ik zelfs beeld door, evenals zij, de onderdelen ervan te ‘lezen’. Ont-wikkelen bijvoorbeeld, en ver-band of ver-binding. Ik merkte dat, doordat ik beeld kreeg bij de onderdelen van een woord, mijn mogelijkheden om met dat woord te spelen ook rijker werden. Diegene die mij die beelden schetste, draagt het label ‘woordblind’ of ‘leesblind’. De vraag is echter: wie is hier de ziener? En: wat is de kracht achter de blindheid?
Een woord als dyslexie richt de aandacht op wat er niet is en gaat uit van een beperking. Het bijzondere is dat dit woord daarmee bij uitstek ook laat zien dat we, met onze woordkeuze, betekenis geven aan de wereld. Het woord ‘dyslexie’ laat zien dat we woorden belangrijk vinden. Woorden zijn een houvast. En hoe groter we dat houvast willen hebben, hoe meer we de betekenis van een woord moeten verengen. Hoe groter het houvast, hoe betekenisarmer een woord, hoe armer onze beelden. En misschien ook wel: hoe beperkter de wijze waarop we in staat zijn onze wereld in te kleuren, van perspectief te wisselen, anders te kijken of te denken. Andersom is het misschien wel zo dat naarmate een mens meer beelden achter een woord kan zien, hij of zij gemakkelijker in staat is van perspectief te wisselen, meerdere betekenissen aan een woord, een beeld, de wereld te geven. Woord-blind is dan hetzelfde als beeldrijk, betekenisrijk.
Denken over dyslexie laat zien hoe we met een ‘label’ de aandacht richten op dat wat er niet is, in plaats van op dat wat er wel is. Het laat zien hoe beperkt een deel van de mensheid in het kijken en denken is geworden, sinds de mens de eerste woorden bedacht. Het maakt zichtbaar hoe belangrijk het is om de kwaliteiten onder de zogenaamde ‘beperking’ te zien en vervolgens te zien welke beperking andersom verbonden is met een zogenaamde kwaliteit.
‘Woordmensen’ zoals ik kunnen veel leren van ‘beeldmensen’. Ook mijn wereld is rijker geworden sinds mensen met het label ‘dyslexie’ mij meevoeren door de beelden die zij zien. Hoe rijk wordt de wereld wanneer woordrijken, beeldrijken, gevoelsrijken, cijferrijken en al die andere rijken hun kwaliteit verbinden. Ik kijk door mijn wimpers en probeer het te zien. En ik nodig alle ‘beeldrijken’ van harte uit mij mee te voeren door de beelden die zij hierbij kunnen schetsen.
Marlijn Nijboer
Bron: Blogs Mindz.com
dinsdag 27 september 2011
De onzin van dyslexiemisbruik
Keer op keer duiken er berichten op als zouden kinderen en studenten op frauduleuze wijze een dyslexieverklaring weten te bemachtigen. Het doel zou zijn om met meer voorzieningen en langere examentijden gemakkelijker goede studie resultaten te behalen.
Wat deze complottheorieën over het hoofd zien, is dat die voorzieningen helemaal geen succesfactoren zijn voor studenten zonder dyslexie. Verreweg de meeste studenten zijn binnen 80% van de tentamentijd klaar
met hun werk. Wat zouden zij voor een nut hebben bij een verlenging van deze tijd? Verder kan de tekst eventueel groter worden afgedrukt of worden voorgelezen. Een voorgelezen tekst duurt voor een niet-dyslectische student echter langer dan gewoon de tekst zelf lezen en is onhandiger dan gedrukte tekst om overzicht over de gegevens te houden. Er is eenvoudig weg geen winst voor iemand die geen dyslexie heeft.
Ook voor het studeren bieden dyslexievoorzieningen geen winst voor normale lezers. Mocht iemand er toch baat bij hebben, dan moet serieus overwogen deze student te onderzoeken op niet-onderkende dyslexie. Er
zijn helaas nog te veel kinderen die met eenzame inspanning het onderwijs volgen en zich niet realiseren dat hier een specifiek oorzaak voor is.
Waarom dan toch deze berichten? Dyslexie wordt met achterdocht gevolgd door de academische wereld die dyslexie niet begrijpt, behalve als zeer ernstige handicap. Er moet wel iets heel erg mis zijn met iemand als die wel intelligent is maar zich niet eenvoudig een tekst kan eigen maken. En als het niet heel ernstig is, dan moet je niet zeuren, ‘het leven is nu eenmaal niet
altijd gemakkelijk’. Deze achterdocht maakt dat kinderen met dyslexie niet tijdig worden herkend: ‘even doorbijten, we moeten het nog even aanzien’.
Als er dan toch een vermoeden is omdat het leesprobleem wel hardnekkig lijkt, dan moet je het toch eerst nog even proberen: volgens het dyslexieprotocol moet je eerst niet-specifieke remedial teaching volgen en pas als dat ‘echt’ niet helpt, na 6 maanden mits er geen wachtlijsten zijn, dan wordt je gediagnosticeerd. Moet u zich voorstellen voor een kind met dyslexie: in de meest vatbare periode voor het leren lezen wordt een proef ingelast met een methode die niet helpt en dus een enorme achterstand in het leesproces veroorzaakt.
Die zelfde zure mentaliteit zit achter de dyslexiemisbruiktheorie. Die zegt echter ook nog dat er onder psychologen en orthopedagogen beunhazen zijn die zich niet houden aan de officiële richtlijnen voor dyslexieverklaringen.
Hierachter zit een scholenstrijd waarbij verschillende wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke benaderingen van dyslexie elkaar al jaren in de haren zitten en elkaar verdacht maken. Met de nodige schade voor kinderen met dyslexie. Dit is niet eenvoudig uit te leggen in een kort artikel als dit.
Maar in het kort komt het er op neer dat er een wetenschappelijke stroming is die zich baseert op de theorie van het fonologisch tekort. Een aantrekkelijke theorie waar relatief eenvoudig wetenschappelijk bewijs voor te verkrijgen is – wat ook regelmatig gebeurt. Helaas is de behandeling die hierop gebaseerd is geen onverdeeld succes. Die is multidisciplinair, wat wil
zeggen dat er zoveel benaderingen tegelijkertijd worden toegepast, dat je niet goed kan uitmaken wat nu precies de succesfactoren zijn. De resultaten worden wel wetenschappelijk verzameld en geanalyseerd en daar komt vooral uit dat de behandeling duur, langdurig en behoorlijk belastend is. Als kind en ouders dit weten te overleven is er inderdaad een positief effect, voor een groot deel van deze kinderen.
Echter, wat het effect van andere behandelingen is, van remedial teachers, logopedisten en alternatieve behandelwijzen, is eenvoudig niet onderzocht.
En dus niet ‘wetenschappelijk’. Maar veel klachten zijn er ook niet over – behalve dan die van de ‘wetenschappelijke’ behandelaars. Die – en dat is natuurlijk ook een beetje een complottheorie - vooral hun eigen markt daarmee proberen te beschermen. Het is wel degelijk uit deze hoek waaruit de verdachtmakingen over dyslexiemisbruik komen, gretig opgepakt door populistische politici en vervolgens journalisten die dat wel lekker vinden klinken. Voor hen is dit artikel dus ook bedoeld.
zondag 18 september 2011
3 moties aangenomen voor dyslectische leerlingen en dyscalculie.
maandag 12 september 2011
Rekenrampen in het nauw
Bron : Spits
maandag 5 september 2011
Beelddenken en dyslexie
De term ‘beelddenken’ ontstaat al in de jaren ’30 in Nederland. Ondanks de inspanningen van de bedenkster van de term, pedagoge Maria J. Krabbe (zie kader) en – na haar – pedagoge Nel Ojemann krijgt het begrip geen vaste voet aan de grond in Nederland. Tijdens het eerste landelijke dyslexiecongres te Nijmegen (1984) houdt Ojemann een lezing over de problematiek van dyslexie. Uit de vele reacties blijkt een dringende behoefte te bestaan bij ouders van dyslectische kinderen. Ojemann sticht vervolgens de Maria J. Krabbe Stichting (1985) op en publiceert haar boek Woordblindheid en beelddenken, compensatie, correctie, preventie.
Bijna gelijktijdig vindt in Amerika een andere ontwikkeling plaats. Ronald Davis (1937) richt in 1982 het Davis Dyslexia Correction Center op. Het doel is om individuele correctieprogramma’s aan te bieden aan kinderen en volwassenen met leerproblemen. Davis, beelddenker en dyslectisch, werd aanvankelijk gediagnosticeerd als autistisch en zwakzinnig. Tot zijn zeventiende jaar spreekt Davis nauwelijks. De man die pas op zijn 38e zijn eerste boek uitleest, verrast vriend en vijand als blijkt dat hij een IQ van 169 heeft. Davis ontwikkelt vervolgens vanuit zijn eigen ervaring een methode waarmee kennelijk niet alleen problemen met dyslexie, maar ook problemen op het gebied van ADD/ADHD, dyscalculie, dyspraxie, handschrift, rekenen, coördinatie en communicatie gecorrigeerd kunnen worden. Hij publiceert twee boeken: De gave van dyslexie en De gave van leren.
Lees hier verder
Bron: tijdschrift-talent.nl
dinsdag 30 augustus 2011
Balans schrijft brief over instemmingsrecht voor ouders
maandag 22 augustus 2011
Mijn idee ontstond uit idealisme!
zondag 14 augustus 2011
Injona is genomineerd als kanshebber bij de Accenture Innovation Awards 2011
maandag 1 augustus 2011
Dyslexie in woord en beeld
Bron:Katholieke Universiteit Leuven
zondag 24 juli 2011
Ondernemerschap en dyslexie
Bron: Woortblind.nl
maandag 11 juli 2011
Mijn helden, ze vliegen uit
In een maatschappij waar onderwijs draait om leerprestaties en hoge scores, moeten ze zich maar staande zien te houden als kind waarbij het leren niet zo gemakkelijk afgaat. Eigenlijk hebben ze nog net geluk gehad, de echte bezuinigingsklappen gaan nu pas vallen in het Speciaal onderwijs. Ik houd mijn hart vast. Ik heb deze kinderen zien opbloeien binnen kleine groepen en met veel extra hulp en begeleiding. Dat is geen luxe. Dat is wat deze kinderen nodig hebben. Maar het is ze gelukt, mijn helden, ze zijn allemaal aangenomen op het VMBO leerwegondersteunend. Daar hebben ze keihard voor gewerkt, ondanks hun ernstige dyslexie, dyscalculie, AD(H)D, autisme, beperkt leervermogen of onfortuinlijke thuissituatie.
Ze hebben vorige week al kennis gemaakt met hun nieuwe groep en mentor, en vinden daar ‘van alles’ van. Een mentor waarbij lange haren uit zijn neus groeien, tja, een weinig vleiende bijnaam ligt al op de loer. Ze hebben er veel zin in, maar ze vinden het ook spannend. We oefenden dagelijks allerlei dingen en situaties die ze tegen kunnen komen op hun nieuwe school. Hoe plan je je huiswerk, waarmee kun je bij je mentor terecht, hoe stel je je op ten opzichte van docenten (hoe spreek je ze aan, en vooral ook hoe níét). Maar we bespreken ook wat ze kunnen doen als ze gepest worden. Of als hun beste vriend(in) gepest wordt. Hoe los je zoiets op en wanneer wordt het alleen maar erger? En hoe maak je kennis met je nieuwe klasgenoten, hoe voeg je je op een goede manier bij een groepje? Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend, maar voor deze kinderen is het dat nou juist niet.
Ik ken ze inmiddels door en door. Ze hebben allemaal zo hun eigen gebruiksaanwijzing. “Juf, waarom zie jij altijd alles?”, als ik hem verzoek zijn kluit kauwgom uit te spugen. “Juf, kinderen hebben ook rechten hoor”, als ik haar tot werken maan. Helemaal gelijk in meid, het is een belangrijk recht dat je elke dag weer met frisse moed naar school mag gaan om onderwijs te ‘genieten’. Ze zijn ook uiterst bedreven in het zoeken naar de grenzen. “Oké, dus ………… mag wél?”, na een belerend gesprekje over het feit dat schelden met ziektes of oneerbare voorstellen richting moeders echt onacceptabel is. “Ik hoop maar dat ik daar niet weer gepest word, net als op mijn vorige school”, vertrouwt hij me stilletjes toe. Ik hoop het toch ook zo voor je, lieve kwetsbare jongen. Ik heb je open zien gaan, als een bloem die tot bloei komt.
Het was niet alleen maar pais en vree. Er was ook regelmatig onderlinge strijd. Zo hebben ze elkaar meer dan eens in niet mis te verstane scheldkanonnades de ‘waarheid’ gezegd. Maar nu zijn ze één. Schouder aan schouder zorgen ze voor een wervelend afscheid. Met elkaar gaan ze ieder voor zich een nieuw avontuur tegemoet. Daar gaan ze dan. Ik heb er wel vertrouwen in dat ze hun weg zullen vinden. Meestal komt het goed. Soms niet.
maandag 4 juli 2011
Studie: Dyslexie-gen controles cilia in de hersenen neuronen
maandag 27 juni 2011
Digitale boekbestanden bestellen Schooljaar 2011-2012 voor alle ICT Hulpmiddelen.
maandag 20 juni 2011
Handelen bij dyslexie: èn remediëren èn compenseren èn dispenseren
Gerealiseerd worden/vorm krijgen?
remediëren
De letterlijke betekenis van remediëren is ‘verhelpen’ of ‘herstellen’. Een leerling met een leesachterstand krijgt dan bijvoorbeeld training die gericht is op de verhoging van het technisch leesniveau. Een vuistregel bij de hulp aan dyslectische kinderen is dat de taak, in dit geval het technisch lezen, centraal moet staan.
De extra leerhulp kan zowel bij de remedial teacher als op school en ook nog thuis plaats vinden. Voor een planmatige invulling van deze extra oefenmomenten wordt op school meestal een handelingsplan opgesteld. In een handelingsplan staat welke zorg de school van plan is te geven en ook op welke wijze deze vorm gaat krijgen. De hulp die de remedial teacher verzorgt en de extra oefenmomenten thuis kunnen eventueel ook in dit plan omschreven worden.
Thuis oefenen betekent vaak: dagelijks een korte tijd werken aan het automatiseren van de basisvaardigheden.Hiervoor heeft Injona een oefensite samengesteld. Dyslectische leerlingen hebben vaak veel moeite met het leren van de tafelssommen. Oefenen op de computer is praktisch, motiverend en verantwoord doordat directe feedback vaak beschikbaar is. Dat laatste voorkomt onder andere het inslijpen van verkeerde antwoorden.
Compenseren
Compenserende maatregelen zijn maatregelen die belemmeringen verminderen. De leerling voert de taak wel uit, maar deze wordt voor de dyslectische leerling eenvoudiger gemaakt. Een voorbeeld hiervan is een zwakke speller bij het ‘schrijven’ van een opstel laten werken op een computer met spellingcontrole/woordvoorspeller/voorlezen-tijdens-het-typen.
Een niet-technische compensatiemaatregel is bijvoorbeeld tijdsverlenging geven bij het maken van toetsen.
Dyslecten kunnen soms ook leren om hun problemen met het verwerken van schriftelijke informatie gedeeltelijk zelf te compenseren. Zij zetten dan hun sterke eigenschappen, bijvoorbeeld een goed tekstbegrip of een grote woordenschat, in om de inhoud van de informatie toch nog te verwerken.
Lees hier verder