maandag 20 december 2010

Vooroordelen van leraren beïnvloeden prestaties leerlingen

Achmed mag al blij zijn met een zes want die kan het toch niet.’ Sommige leerkrachten verwachten weinig van hun allochtone leerlingen. Dat is vaak niet terecht, maar het beïnvloedt wel hun prestaties, in negatieve zin. Vooroordelen van meester of juf hebben effect op de prestaties van leerlingen.

Dit geldt voor allochtone leerlingen, maar bijvoorbeeld ook voor leerlingen met leerproblemen zoals dyslexie. Dit blijkt uit onderzoek van Linda van den Bergh, Lisette Hornstra, Eddie Denessen, Joep Bakker, Rinus Voeten en Rob Holland van het Behavioral Science Institute van de Radboud Universiteit Nijmegen. De resultaten zijn gepubliceerd in het American Educational Research Journal en in het Journal of Learning Disabilities.

Vooroordelen tegenover allochtonen en dyslexie
Het onderzoek over houdingen ten opzichte van allochtone leerlingen is gehouden onder 41 basisschoolleerkrachten. In totaal zijn er oordelen over 434 scholieren met een Nederlandse, Turkse of Marokkaanse achtergrond in het onderzoek betrokken.
In het onderzoek over houdingen ten opzichte van leerlingen met dyslexie, constateerden de onderzoekers een vergelijkbaar effect. Leerlingen met dyslexie, die les kregen van een leraar met vooroordelen over leerlingen met dyslexie, presteerden minder goed op gebied van spelling dan leeftijdgenootjes met een minder bevooroordeelde leraar.

Impliciete reacties gemeten
Voor het eerst zijn vooroordelen van leerkrachten gemeten met impliciete taken; een impliciete associatietest (IAT) en een priming taak. Dit zijn computertaken waarmee via het meten van de reactiesnelheid een houding vastgesteld kan worden. En dat levert een realistischer beeld dan de antwoorden op vragenlijsten, waarbij de kans op sociaal gewenste antwoorden groot is. De leerkrachten deden de associatietest en beantwoordden daarnaast vragen over hun verwachtingen van individuele leerlingen. Verder keken de onderzoekers of de vooroordelen van leerkrachten samenhingen met de Cito-scores van de leerlingen.

Bevooroordeelde leerkrachten beoordelen allochtone kinderen en kinderen met dyslexie negatiever
Leerkrachten hebben over het algemeen lagere verwachtingen van allochtone leerlingen. Deze groep leerlingen doet het feitelijk ook minder goed op school dan hun autochtone leeftijdgenoten, bijvoorbeeld vanwege een taalachterstand. Leerkrachten verschillen echter in de mate waarin ze lagere verwachtingen hebben van allochtone leerlingen. Uit dit onderzoek is gebleken dat de verwachtingen van allochtone leerlingen vooral lager zijn bij leerkrachten met sterkere vooroordelen. Dit was terug te zien in de leerprestaties van de leerlingen; hoewel allochtone leerlingen in alle groepen gemiddeld lagere Cito-scores halen dan autochtone leeftijdgenootjes, is het verschil groter naarmate de leerkracht negatiever staat tegenover allochtonen. Een vergelijkbaar effect werd ook gevonden voor leerlingen met dyslexie.

Bron : lokum

maandag 13 december 2010

Oq eenpag stuurbenze qevos

naar het daliesvan peleeuw m hem te vrageneen onberkoning te penoemen. ‘En?’ vroegbe qeer. De vos begreedbat pe deer onqerkoning hoodteteworqen. Stel je voor dat alle teksten er voor jou zo uitzagen. Je zou niet zo snel kunnen lezen én je zou veel meer tijd nodig hebben om de tekst te begrijpen. Dat is precies wat een kind met dyslexie doormaakt.

Straat of staart?

“Als kleuter kon Sydney het uitleggen als de besten. Zowat iedereen zei dat hij leren lezen en schrijven leuk zou vinden. Voor hem was het een ramp. Na amper twee weken huilde hij hartverscheurend. Hij voelde zich dom. Die stomme letters s, k en i kon hij niet onthouden”, vertelt zijn mama. “Ook hoofdrekenen gaat soms niet goed, omdat hij de tussenoplossingen niet kan onthouden. Met inzicht is er geen probleem. Bij huiswerk neemt hij stiekem zijn rekenmachine. Omdat hij de tafels niet uit het hoofd kent duurt het veel langer.”

“Oef, vandaag geen huiswerk taal, maar vraagstukken! ‘Mama, wat is een straat van een rat?’ (hij leest straat i.p.v. staart). Zelfs die vraagstukken lezen en begrijpen lukt hem niet. Als ik ze voorlees wel. In het weekend wil hij dolgraag naar de film. Gelukkig is die gesproken in het Nederlands en zonder ondertitels.”

Mama, wat is de straat van een rat?

Wat is het?

Kinderen met dyslexie kunnen moeilijk vlot lezen en spellen. Ze hebben het lastig om zaken uit het hoofd te leren en soms hebben ze ook weinig gevoel voor tijd. Nieuwe informatie verwerken vergt meer tijd dan bij andere kinderen. En lang aandachtig zijn is moeilijk. Voor Frans of Engels zijn er minstens zoveel moeilijkheden als voor Nederlands. Dyslexie is een leerstoornis. Als dat niet (h)erkend wordt, worden kinderen snel dom of lui genoemd.

Wie heeft het?

Drie tot vijf procent van de Vlamingen heeft dyslexie. In iedere klas zit wel één of twee leerlingen met dyslexie. Ongeveer één op de twintig heeft het in een hardnekkige vorm. Dyslexie komt viermaal meer voor bij jongens. In heel wat gezinnen zijn er meerdere kinderen met dyslexie. Dat wijst er op dat erfelijkheid een rol speelt.

Wat kunnen we doen?

Kleuters met familieleden met dyslexie en kleuters met spraak- en taalproblemen hebben meer kans op dyslexie. Thuis en op school moeten we dus vooral op signalen letten. Wie een probleem vermoedt, neemt best contact op met de leraar en het CLB. Bij ernstige vermoedens van dyslexie kan men je kind testen of doorverwijzen. Bij dyslexie wordt een attest uitgereikt. Het probleem én de sterke kanten van het kind kennen is erg belangrijk voor een goede begeleiding. Pas als ouders en leerkrachten het probleem aanvaarden kan het kind ermee leren omgaan.

De kans op slagen is het grootst als het kind zelf, zijn ouders, leerkrachten, CLB, externe buitenschoolse hulp (logopedie…) een hecht team vormen. Allen hebben ze daarin een aparte, maar even belangrijke rol.

Bron: klasse voor ouders

maandag 6 december 2010

Wat is dyslexie?

Dyslexie is een leerstoornis die zich manifesteert als een probleem met lezen, spelling en in sommige gevallen wiskunde. Het is gescheiden en verschillend van leesproblemen als gevolg van andere oorzaken, zoals een niet-neurologische deficiëntie met gezichts-of gehoorvermogen, of van slechte of onvoldoende leesonderwijs.

Er wordt geschat dat dyslexie treft tussen 5% en 17% van de Amerikaanse bevolking.

Dyslexie wordt verondersteld om het resultaat van een neurologische defect / verschil, en hoewel niet een verstandelijke handicap, een taal handicap, onder anderen.

Er zijn vele definities van de aandoening genaamd''dyslexie'', maar geen consensus.

De World Federation of Neurology gedefinieerd dyslexie als volgt:

''Specifieke ontwikkelingsdyslexie is een stoornis die zich manifesteert door moeilijkheden te leren lezen, ondanks de conventionele instructie, voldoende intelligentie, en adequate sociaal-culturele mogelijkheden. Het is afhankelijk van de fundamentele cognitieve handicap die vaak van de constitutionele oorsprong.''

Enkele van de andere gepubliceerde definities zijn louter beschrijvend, terwijl nog anderen belichamen causale theorieën. Uit de uiteenlopende definities gebruikt door dyslexie onderzoekers en organisaties over de hele wereld, blijkt dat dyslexie is niet een ding, maar vele, voor zover het dient als een conceptueel clearing-huis voor een aantal leesvaardigheid tekorten en problemen, met een aantal oorzaken .

Kastelen en Coltheart, 1993, fonologische en het oppervlak vormen van dyslexie beschreven naar analogie met klassieke subtypes van verworven dyslexie (alexie), die zijn ingedeeld om de snelheid van fouten volgens de in het lezen van non-woorden. Maar het onderscheid tussen oppervlak en fonologische dyslexie heeft niet vervangen van de oude terminologie van empirische dysphonetic versus dyseidetic soorten dyslexie. De oppervlakte / fonologische onderscheid is vooral beschrijvend, en verstoken van elke etiologische hypothese met betrekking tot de onderliggende mechanismen hersenen, in tegenstelling tot de dysphonetic / dyseidetic onderscheid verwijst naar twee verschillende mechanismen: - een betrekking heeft op een toespraak van discriminatie tekort, en de andere naar een visuele perceptie bijzondere waardevermindering.

De meeste mensen met dyslexie die Dysiedetic type Boder, hebben aandacht en ruimtelijke problemen die interfereren met het lezen overname proces.

Er is geen remedie voor dyslexie, maar dyslectische personen kunnen leren lezen en met een passende educatieve ondersteuning te schrijven.

Voor alfabet schrijven systemen, het fundamentele doel is om een kind bewust te maken van overeenkomsten tussen grafemen en fonemen te verhogen en deze relateren aan het lezen en spelling. Gebleken is dat de opleiding gericht naar visuele taal en orthografische problemen oplevert langduriger winsten dan louter mondelinge fonologische training.

Verder lezen

Bron: The medical news

dinsdag 30 november 2010

Dyslexie onder de knie


Iris Lenters uit Rijswijk heeft wat moois meegemaakt. Háár verhaal is opgenomen in het boek ‘Schrijven met dyslexie’ dat eind november in Deventer feestelijk van de pers rolde.



De dertienjarige scholiere vertelt trots: “Ik heb een heel boek geschreven, maar dat konden ze niet opnemen. Dat zijn meer dan 100 bladzijden. Ze hebben dus stukjes genomen uit twee hoofdstukken. Het gaat over Lotte en tweelingzus Roos op een middelbare school. Daar ontdekt Roos dat ze niet goed is met getallen (dyscalculie). Tijdens een bingo die ze organiseren, wordt Roos een beetje gek. Hoort ze stemmetjes in haar hoofd. Nee, zo maak ik dat zelf niet mee.” De dyscalculie en dyslexie waar Iris Lenters sinds groep 7 van de basisschool mee kampt, zorgt wel voortdurend voor spelfouten als ‘word met een t’. Of dan schrijft ze ‘als’ als het ‘dan’ moet zijn.


Vervelend

“In het boek ‘Schrijven met dyslexie’ zijn die spellingsfouten”, vertelt Iris, “niet verbeterd.” Zelf vindt ze haar dyslexie ‘’soms wel vervelend, maar eigenlijk weet ik niet beter.”
Haar beperking heeft haar wel aan een plekje op een uitzonderlijke middelbare school geholpen, het College Sint Paul in Haagse Hout. Waar klassen kleiner en docenten geduldiger zijn. Maar diploma’s net zo goed als overal. “Later wil ik iets met dans doen, of met kinderen”, ziet Iris haar toekomst opgewekt tegemoet.


Ceatief

Het boek ‘schrijven met dyslexie’ heeft als doel om aan te tonen dat kinderen met dyslexie wel degelijk een levendige fantasie hebben en dat het creatieve proces van verhalen schrijven vaak belemmerd wordt door
de fouten die gemaakt worden.

Bron: De weekkrant

maandag 22 november 2010

Dyslexie: het geheim van het succes van Da Vinci en Picasso?

Wetenschappers van de Middlesex universiteit beweren dat kunstenaars als Leonardo Da Vinci en Picasso succesvol waren dankzij dyslexie. Zowel Da Vinci als Picasso had problemen met het lezen en schijven van tekst. Uit nieuw onderzoek blijkt dat mensen met dyslexie beter 3D-informatie kunnen verwerken. Deze functie is essentieel voor artistiek talent.

In totaal deden 41 mensen (zowel mannen als vrouwen) mee aan het onderzoek. De helft van de deelnemers was dyslectisch. De onderzoekers kwamen erachter dat dyslectische mannen beter door een virtuele 3D-stad konden navigeren dan de andere mannelijke deelnemers. Daarnaast onthielden zij gereproduceerde foto’s beter.

“Veel dyslectische mensen lossen problemen liever op door na te denken, dan door er met anderen over te praten”, zegt onderzoekster Dr. Nicola Brunswick. “Wellicht helpt dit dyslectische mannen om bepaalde vaardigheden te ontwikkelen en succesvol te worden in de artistieke en creatieve werelden.”

Bron: scientias


maandag 8 november 2010

leren met dyslexie

Het is van groot belang om dyslexie zo jong mogelijk te onderkennen. Zo gauw de lees- en spellingproblemen hardnekkig blijken, is het verstandig om een kind te laten onderzoeken.

Het op jonge leeftijd erkennen van dyslexie beperkt de sociaal-emotionele gevolgen en schept betere kansen op acceptatie. Bovendien kan er in een vroeg stadium gewerkt worden aan de zwakke kanten van het leervermogen. Daarnaast is het belangrijk om ook de sterke kanten te versterken.

Leren met dyslexie vraagt om een aan de functiebeperking aangepaste stijl. Uit het onderzoek van Biezemans blijkt dat iedereen met dyslexie anders leert en op verschillende wijze zijn leerstrategieën bepaalt. Door op tijd hulp te bieden kunnen mogelijkheden optimaal benut worden.

Lees hier verder>>

maandag 1 november 2010

Aanbevelingen aan kabinet en bestuurders m.b.t. dyslexie

door deelnemers geformuleerd tijdens de Nationale Dyslexie Conferentie 2010

Aanbevelingen aan het kabinet:
Financiering van begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen voor dyslexie wordt eenvoudiger als niet alleen naar de kosten wordt gekeken maar ook naar de maatschappelijke opbrengsten.

1.Stap af van de discriminerende regel dat alleen 'enkelvoudige' dyslexie voor behandeling via de zorgverzekeraar in aanmerking komt. De noodzaak voor effectieve behandeling is ook bij complexere vormen van dyslexie (met co-morbiditeit) aanwezig, zo niet groter dan bij 'enkelvoudige' dyslexie.
2.Zorg dat behandeling via de zorgverzekering maatwerk wordt en niet een behandeling van een vast aantal zittingen in één jaar (alsof dyslexie te genezen is). Goede afstemming tussen onderwijs en zorg is daarbij een vereiste.
3.Onderzoek de kosteneffectiviteit van de behandeling van dyslexie en maak aanpassingen voor meer doelmatigheid indien mogelijk.
4.Een leerstoornis als dyslexie verdient evenveel bepalende facilitering als andere stoornissen: hiermee wordt een voorschot genomen op Passend Onderwijs in 2012 omtrent de toekenning van de zorgmiddelen op regionaal niveau. In de te ontwikkelen zorgprofielen voor scholen moet de component over toerusting voor dyslexie niet vrijblijvend opgenomen worden.
5.Implementatie van de dyslexie protocollen door scholen moet gewogen worden in het inspectieoordeel.
6.Leerlingen met dyslexie voor wie hulpmiddelen noodzakelijk zijn om onderwijs te kunnen volgen zijn uitgesloten van vergoeding door het UWV (de Regeling Onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap). Dit staat op gespannen voet met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Geef leerlingen met dyslexie dezelfde rechten op voorzieningen als leerlingen met andere handicaps.
7.Verbeter de praktische mogelijkheden en het juridisch kader voor het scannen en beheer van school- en studieboeken in aangepaste leesvormen.
8.Stimuleer dat lerarenopleidingen meer aandacht geven aan leerstoornissen en leerproblemen en studenten leren handelingsplannen te schrijven, uitvoeren en evalueren.


Aanbevelingen aan bestuurders van onderwijsinstellingen:
1.Maak waar wat in beleidsplannen staat over 'onderwijs afstemmen op het kind'. Realiseer bovenschoolse aansturing en kwaliteitscontrole. Profileer je met een goed dyslexiebeleid.
2.Faciliteer scholen om een goed dyslexiebeleid te kunnen voeren. Oormerk budget voor leerlingenzorg en stel voldoende personeel aan dat gekwalificeerd is voor dyslexiezorg.
3.Zorg als bestuur, dat je klachten op grond van de Wet Gelijke Behandeling vóór bent.
4.Creëer waarborgen in de scholen voor een optimaal voortraject van signalering en diagnosestelling van dyslexie.
5.Help leerlingen (en hun ouders) en studenten duidelijk zicht te krijgen op de eigen mogelijkheden en beperkingen, rechten, plichten en behoeften aan begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen.
6.Initieer en faciliteer regionale experimenteercentra voor het leren gebruiken van ICT producten bij special educational needs.
7.Stel faire richtlijnen op voor compenserend computergebruik tijdens onderwijs, stage en examens. Laat bij de examens (ook schoolexamens) vaker het gebruik van ICT-middelen toe, zeker nu de eisen voor taalvaardigheid op het eindexamen hoger worden.
8.Voer een consequent beleid m.b.t. spellingfouten bij het examen.
9.Verbeter de digitale toegankelijkheid (website, elektronische leeromgeving). Werk aan inclusie/universal design, maar blijf de groep studenten met dyslexie wel (h)erkennen.
10.Neem weerstanden weg, toon meer begrip en wees voorbereid; het aantal studenten met een functiebeperking zal alleen maar toenemen!
11.Wees creatief, ga buiten de gebaande paden (think out of the box)!


Bron:Lexima

zondag 24 oktober 2010

Xander leest voor

Met behulp van tekst-naar-spraaksoftware kun je digitale teksten (Word, PDF, internet etc) laten voorlezen. De meeste dyslexieprogramma’s met een voorleesfunctie maken gebruik van RealSpeakstemmen (Nuance).

De makers doen hun best om de stemmen zo natuurlijk mogelijk te laten klinken, maar het blijven natuurlijk wel computerstemmen. Sommige mensen hebben daar moeite mee, maar als je echt een groot leesprobleem hebt, ben je allang blij dat de computer moeilijke woorden en zinnen kan voorlezen (zovaak als je maar wilt!) en dat je niet afhankelijk bent van anderen.

Voor wie al bekend was met Laura en Claire, is het misschien leuk om te weten dat er weer een nieuwe voorleesstem bij is gekomen. Hij heet Xander en klinkt zo.

Klik hier om zelf een tekst in te voeren, te beluisteren met Xander en te vergelijken met andere RealSpeakstemmen. Smaken verschillen… Wat vind jij ervan?

Als je de dyslexiesoftware Claroread V5 nu koopt dan zit Xander daar automatisch bij. Ook woordvoorspeller WoDy maakt gebruik van Xander.

Als je Claroread V5 al hebt dan kun je Xander er los bij kopen.
Dit kan helaas nog niet als je in bezit bent van de usb-versie.


Bron:dyslexiecoach

maandag 18 oktober 2010

Ward De Spiegelaere vindt zijn dyslexie achteraf gezien een zegen

'Domste van de klas' wordt doctor in diergeneeskunde

Ward De Spiegelaere is zwaar dyslectisch maar werkte zich dankzij een vroege diagnose en doorgedreven hulp op tot een excellent wetenschapper. 'Omdat ik zogezegd mijn naam nog niet kon schrijven, raadde de school mij beroepsonderwijs aan. Uit onwetendheid.'
Ward De Spiegelaere (28) werkt al vijf jaar als bioloog aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent. Momenteel legt hij de laatste hand aan zijn doctoraat. Een succesverhaal voor iemand die als dyslecticus steevast 'de domste van de klas' werd genoemd.

Misvattingen

'Er doen zoveel misvattingen over dyslexie de ronde', zegt Ward. 'We zouden qua intelligentie minderwaardig zijn. Dyslexie zou op te lossen zijn door pillen te nemen of door een goeie bril te kopen waardoor de letters minder zweven. Allemaal fout. Het belangrijkste is dat je geholpen wordt en met dyslexie leert leven. Vergelijk het met iemand die zijn been kwijt is. Hij kan met een prothese leren leven, maar daarmee heeft hij zijn been nog niet terug. Ik ben nog altijd dyslectisch, maar ik heb het leren compenseren.' Dyslexie is een leerstoornis die zich enkel manifesteert in problemen met geschreven taal. 'In het lager onderwijs heb ik nooit lettergrepen kunnen splitsen. Als ik iets moet neerschrijven, breekt het zweet me uit. Als iemand op straat vraagt hoe laat het is, blokkeer ik omdat ik weet dat ik mijn uurwerk soms niet kan lezen. Aan het einde van het zesde leerjaar raadde men me aan beroepsonderwijs te doen. Mijn ouders beseften dat er meer in mij zat en ze hebben professionele hulp gezocht.' Ward gaat twee jaar naar een school voor begaafde leerlingen met een leerstoornis. 'Dat heeft me enorm geholpen. Ze gebruiken er speciale didactische methodes en schaven aan je zelfvertrouwen.' Daarna ben ik ASO gaan doen en gingen mijn resultaten in stijgende lijn. Bij dyslectici is er een omgekeerd watervalsysteem: je wordt almaar beter. Aan de unief ging ik voor het eerst graag naar de les: de inhoud primeerde op het taaltechnische. Ik heb er nooit problemen gehad, integendeel.'

In zijn job als wetenschapper vindt hij zijn dyslexie nuttig. 'Dyslectici denken out of the box. Ze zijn altijd geconfronteerd geweest met meer problemen dan anderen en zijn daarom goeie probleemoplossers. Maar zonder spellingscontrole zou mijn doctoraat wel gigantisch veel taalfouten bevatten. Misschien moeten we in het onderwijs wat meer nadruk leggen op de inhoud dan op het taaltechnische. Het zou alvast zorgen dat de 15 procent dyslectici in Vlaanderen niet meteen worden afgeschreven in de lagere school.'

Bron:Nieuwsblad .be

zondag 10 oktober 2010

Nationale Dyslexie Conferentie in teken van vernieuwingen

In de diagnostiek, begeleiding en behandeling van dyslexie zijn de afgelopen jaren grote stappen vooruit gezet. Bij vroegtijdige erkenning hoeven kinderen door deze functiebeperking niet meer voor hun leven op achterstand te worden gezet. Omdat de ontwikkelingen rond dyslexie zo snel gaan, vindt op 13 oktober de Nationale Dyslexie Conferentie plaats. Belanghebbenden uit het onderwijsveld en de zorg kunnen daar hun kennis bijspijkeren en inspiratie opdoen.

Ongeveer tien procent van de leerlingen heeft lees- en spellingproblemen, vier procent heeft te maken met ernstige, enkelvoudig dyslexie. Op de conferentie belichten sprekers uit de wetenschap, de onderwijspraktijk en de zorg hun visie en inzichten. Bijvoorbeeld over de biologische oorzaken van dyslexie en over het tien jaar durend longitudinaal onderzoek naar de ontwikkeling van deze leerstoornis. Daaruit blijkt o.a. dat zwakke leesvaardigheid van ouders als een voorspellende indicator kan worden gezien. Als kleuters achterblijven in letterkennis of niet snel kleuren en plaatjes kunnen benoemen, kan ook dat een indicatie zijn voor het ontwikkelen van dyslexie.


Andere deskundigen spreken over de voortschrijdende kennis van de sociaal-emotionele impact en maatschappelijke gevolgen van dyslexie, over de ervaringen met de eerste anderhalf jaar vergoedingsregeling behandeling in de zorg, over protocollen en interventies, over nieuwe screeninginstrumenten en de oogst van acht jaar Masterplan Dyslexie, het door het ministerie van OCW gesubsidieerde stimuleringsproject. Ook regelgeving en nieuwe gegevens uit onderzoeken naar de effecten en toepassingen van (nieuwe) ICT-hulpmiddelen komen aan de orde. Tweede Kamerlid voor de VVD Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink, woordvoerder onderwijs, zal betogen dat goed kunnen lezen een basisvoorwaarde is voor maatschappelijke participatie. Maatwerk in onderwijs is voor de VVD essentieel om ieder talent tot zijn recht te laten komen.


Op de conferentie is extra aandacht voor dyslexie-ICT. Er is immers een breed scala van hulpmiddelen beschikbaar. Het gaat daarbij niet alleen om ICT, ook studiemateriaal en boeken moeten worden aangepast. Drie van de vier leerlingen met dyslexie die ernstige problemen op school hebben, kunnen die problemen oplossen als ze een hulpmiddel gebruiken. Dat blijkt uit een recente peiling onder leerlingen en studenten met dyslexie en hun ouders. Ruim veertig procent ondervindt flinke problemen met het volgen van school of studie, zes procent zegt school of studie eigenlijk niet aan te kunnen. Deze percentages zakken naar respectievelijk tien en anderhalf bij gebruik van een ICT-hulpmiddel.


De Nationale Dyslexie Conferentie wordt gehouden op 13 oktober in het Beatrix Theater in Utrecht. Voor meer informatie over het programma en de sprekers zie:
www.lexima.nl/dyslexie-webshop/conferentie/nationale-dyslexie-conferentie-2010.

Bron:Lexima

maandag 4 oktober 2010

‘Dyslectische leerling dupe verzwaring exameneisen’

Door Emmanuel Naaijkens

Leerlingen in het voortgezet onderwijs met dyslexie dreigen onevenredig zwaar benadeeld te worden door de verscherping van de slaag- zakregeling bij de examens in 2011 - 2012. “Wij voorzien dat veel leerlingen met dyslexie geen diploma halen”, zegt Marijse Pel, coördinator van het Steunpunt Dyslexie.

Dyslexie is een hardnekkige lees- en spellingstoornis. Het steunpunt is ingericht door Balans, de vereniging voor ouders met kinderen met een leer- en gedragsstoornis. Over twee jaar mag een leerling op vwo en havo op zijn eindlijst maar één onvoldoende halen in de kernvakken wiskunde, Engels en Nederlands (nu twee onvoldoendes).

Bovendien moet het gemiddelde van alle cijfers bij het centraal examen voldoende zijn, dat geldt ook voor het vmbo. Verder komt er een verplichte rekentoets. Dat betekent een extra obstakel voor leerlingen met dycalculie (rekenstoornis). De aanscherpingen zijn door het ministerie kabinet, met steun van de Tweede Kamer, ingevoerd om het peil van het onderwijs te verhogen.

Aftrek voor taalfouten

Balans maakt zich vooral zorgen over een mogelijk ook meewegen van taalfouten in de antwoorden bij de examens. “Dat zou rampzalig en onrechtvaardig zijn”, zegt Pel. De organisatie heeft er begrip voor dat de overheid de lat hoger legt, maar vindt dat er onvoldoende oog is voor de gevolgen voor leerlingen met dyslexie. Na de zomervakantie wil Balans bij de Haagse politiek aandacht vragen voor dit probleem.

De VO-raad heeft zich eerder, met andere belangenorganisaties, uitgesproken tegen de verscherpte eisen, met name omdat kwetsbare leerlingen daarvan de dupe worden. Naar schatting 3,6 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs, ongeveer 30.000 leerlingen, heeft een dyslexieverklaring. Een iets kleiner percentage leerlingen heeft dyscalculie (rekenstoornis).

Balans pleit er niet voor om voor dyslecten soepeler normen te hanteren. “Maar ze moeten wel goed worden voorbereid en gecompenseerd voor hun handicap. Daar hebben we sinds 2004 het Protocol Dyslexie voor, maar bij veel scholen komt dat nog nauwelijks van de grond”, zegt Pel. Bovendien zijn er signalen dat scholen in de vierde klas van havo en vwo de overgangsnormen verhogen, leerlingen met dyslexie zouden daardoor eerder verwezen worden naar een lager onderwijstype. “Scholen willen zo het risico beperken dat meer leerlingen zakken.”

Vooroordeel

Annemarie-Marie Brouwer is moeder van drie dyslectische kinderen en ze is de motor achter de werkgroep Dyslexie van het Udens College. Ze maakt zich grote zorgen. “Dit leidt tot verspilling van talent en tot persoonlijke drama's. Kinderen die bijvoorbeeld goed zijn in exacte vakken, maar vanwege dyslexie lage cijfers halen voor hun talen, sluit je zo uit van een diploma. Die kunnen dus geen studie volgen aan een hogeschool of universiteit, terwijl we uit ervaring weten dat die studenten het daar goed doen. Juist de afgelopen jaren zijn steeds meer leerlingen met dyslexie doorgestroomd naar havo en vwo. Het vooroordeel dat kinderen met dyslexie dom zouden zijn is grotendeels verdwenen.”

[Ook gepubliceerd in Brabants Dagblad 29 juni 2010]

Bron: www.naaijkens.nl


maandag 27 september 2010

Injona maakt digitaal lezen en luisteren mogelijk.


Injona heeft als doel het ondersteunen van, helpen bij en informeren over de mogelijkheden van het compenseren van een leeshandicap, als leesproblemen of dyslexie. Maar ook mensen met een lichamelijke-verstandelijk en/of een andere vorm van handicap of beperking helpen wij graag verder. Zodat ook zij zonder belemmering kunnen blijven (mee)lezen of luisteren en zo ook de mogelijkheid behouden om te studeren.
Injona heeft een uitgebreide service voor het verzorgen van de content voor al uw ICT hulpmiddelen als Claroread , Sprint/Sprint Plus en Kurzweil 3000. Kortom een scanservice voor scholen en bedrijven en instellingen maar zeker ook voor particulieren.
Injona heeft geen beperkingen dus alle boeken in alle lagen van het onderwijs kunnen gedigitaliseerd worden.
Meer info klik hier.

maandag 20 september 2010

Deel III Dyslexie: elk nadeel heeft een voordeel

Het raadsel rond dyslexie, dat zowel lees- als schrijfproblemen veroorzaakt, is inmiddels voldoende ontcijferd om een doeltreffende behandeling mogelijk te maken.
Ouders van kinderen met dyslexie moeten zich alleen realiseren dat het geen voorbijgaande hapering is in de ontwikkeling van het kind, maar een blijvend probleem bij lezen en schrijven dat beslist niet vanzelf overgaat. Dyslexie komt vaker voor dan gedacht: zowat 5-10 % van de schoolgaande jeugd heeft er mee te kampen.

Wetenschappers hebben chromosomen kunnen lokaliseren die een rol spelen in het ontstaan van leesmoeilijkheden. Bovendien hebben studies aangetoond dat deze chromosomen eveneens verantwoordelijk zijn voor auto-immuunziekten zoals astma en allergie.

Dat beide aandoeningen vaak samengaan was al eerder bekend. Dyslexie werd meestal uitgelegd als een gevolg van gezondheidsproblemen van het kind, waardoor het verzwakt zou zijn. Inmiddels weten we dat het geen kwestie is van oorzaak en gevolg, maar dat er tussen beide aandoeningen wel degelijk een verband bestaat. Vooral moet worden benadrukt dat het gaat om slecht functioneren, en niet om een soort hersenletsel.

Dyslexie heeft niet alleen te maken met aangeboren factoren. Onderzoekers zijn het erover eens dat de centrale knoop bij dyslexie een probleem is met één van de basiselementen van de taal, namelijk de fonologische module die een rol speelt bij de productie van klanken waaruit de taal is opgebouwd.


Om te lezen, moeten we twee basisopdrachten vervullen. Ten eerste moeten we kunnen ontcijferen op welke manier letters zijn samengevoegd zodat ze een betekenis krijgen.

De tweede opdracht, die een logisch gevolg is van de eerste, bestaat erin om woorden te herkennen zonder ze telkens eerst helemaal te moeten ontcijferen. Een “normale”lezer voert beide opdrachten vrijwel onbewust uit, behalve wanneer hij wordt geconfronteerd met een onbekende, bijvoorbeeld zeer technische of wetenschappelijke term: dan gaat hij eerst bewust het woord “ontrafelen”om de betekenis, uitspraak of schrijfwijze te achterhalen.

Zodra een kind begrepen heeft dat woorden samengesteld zijn uit klanken, dat deze klanken worden voorgesteld door letters en het principe van het alfabet heeft ontdekt, heeft het kind de sleutel tot de kunst van het lezen in eigen handen.


In geval van dyslexie slaagt het kind er niet in om letters samen te voegen tot woorden. Het kan ook zijn dat dit wel lukt maar dat het kind er niet in slaagt om de verworven kennis te globaliseren : het zal elk woord dat het leest telkens weer als een nieuw woord beschouwen en opnieuw ontcijferen.

Het praktische gevolg hiervan is dat een dyslectisch kind zeer traag leest, stotterend en stamelend, waardoor het ook geen aandacht kan besteden aan de betekenis van de tekst. Wanneer het kind schrijft, splitst het woorden en woordengroepen op totaal verkeerde plaatsen wat aantoont dat het groeperen van letters tot aparte woorden zeer moeilijk of niet lukt.

Het is erg belangrijk dat een kind het nut van lezen inziet. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen die onmiddellijk doorhebben hoe "handig" lezen is (bv. zelf ondertitels kunnen lezen, een etiket ontcijferen, een boek kiezen op basis van de titel) sneller vorderingen maakten dan kinderen voor wie lezen een "taak" was, een passieve, sociale opgave (lezen omdat de juf of de ouders het vragen, omdat iedereen het doet...).


In het begin van de lagere school, en zelfs ook daarna nog, kan het probleem van dyslexie goed worden opgevangen, al is veel geduld en inzet vereist. Bij jonge kinderen kan een behandeling bij een logopedist al na 3 tot 4 maanden goede resultaten geven. Er wordt dan gewerkt met zeer gestructureerde en systematische oefeningen waarbij vooral wordt gewerkt rond het aspect "opbouw van taal op basis van letterklanken". Zo moet een kind woorden leren splitsen, gelijkaardige klanken samenbrengen, klanken verlengen om er een woord mee te vormen, enz. Heel veel en bijna dagelijks lezen is nodig om de verworven inzichten in praktijk om te zetten. Een goede samenwerking tussen kind, leerkracht, ouders en eventueel de logopedist is essentieel.


Tenslotte wil ik nog eens benadrukken dat dyslexie geen enkele invloed heeft op andere intellectuele capaciteiten, zoals begrijpen of redeneren. Dyslectische mensen kunnen net zo goed succesvolle ingenieurs of architecten worden. Genieën zoals Leonardo da Vinci, Einstein en Rodin hebben dit ten overvloede bewezen!


Riens Meije
r

Bron: echo.nl

maandag 13 september 2010

De meerwaarde van ICT-hulpmiddelen bij dyslexie

ICT-hulpmiddelen bij dyslexie bieden ondersteuning bij het lezen, spellen en studeren. Maar wat is nu het effect van deze ICT-hulpmiddelen? Vinden leerlingen, ouders, docenten en behandelaars dat deze hulpmiddelen doen wat ze er van mogen verwachten?


Doelgroepen
Om het gebruik en de effecten van ICT-hulpmiddelen bij dyslexie te meten heeft Lexima een peiling gedaan onder leerlingen en studenten, scholen, ouders en behandelaars. De vragen zijn gericht op het verschil in leerprestaties en sociaal-emotioneel functioneren met of zonder hulpmiddelen. Het gaat hier om een gestructureerde gegevensverzameling van indrukken, ervaringen en waarnemingen van leerlingen, studenten, ouders, behandelaars en scholen. In totaal hebben 3.509 respondenten de enquête ingevuld: leerlingen en studenten (417), scholen (998), behandelaars (445), ouders (93). Van de leerlingen en studenten heeft 93% een dyslexieverklaring die is afgegeven door een gekwalificeerd deskundige. Leerlingen, studenten, ouders en behandelaars werden in het onderzoek gevraagd naar ernst van de problematiek, leerprestaties, zelfvertrouwen, stemming en zelfstandigheid. De vragen aan scholen gingen over leerprestaties, verbetering van de zelfstandigheid en de implementatie van ICT-hulpmiddelen op school.

Resultaten
Met het onderzoek is geprobeerd in kaart te brengen in hoeverre dyslexie-ICT hulpmiddelen in de ogen van alle betrokkenen:
  1. de leerprestaties verbeteren van kinderen met dyslexie
  2. het sociaal-emotioneel functioneren verbeteren van kinderen met dyslexie
  3. goed zijn geïmplementeerd op de scholen.

Leerprestaties
Leerlingen en studenten geven aan dat ze verbetering ondervinden bij het begrijpend lezen, het schrijven van teksten, spellen en de vreemde talen. Ouders zijn het hier mee eens en vullen aan dat de leerprestaties van hun zoon/dochter ook op het gebied van technisch lezen en rekenen sterk verbeteren. Ook de scholen zijn positief: 96% van de scholen geeft aan verbetering te zien bij begrijpend lezen, meer dan 80% ziet tevens duidelijke verbetering bij technisch lezen, spellen, het schrijven van teksten, Nederlands en de zaakvakken. Behandelaars zijn het meest positief over het effect van dyslexie-ICT. Ruim 85% geeft aan dat zij een verbetering zien op alle bovengenoemde vakken, wanneer dyslexie-ICT wordt ingezet.

Sociaal-emotioneel
Ongeveer een kwart van de leerlingen geeft aan weinig tot geen zelfvertrouwen te hebben wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van dyslexie-ICT, slechts 38% geeft hoge scores op dit onderdeel. Wanneer zij wel gebruik kunnen maken van een hulpmiddel geeft maar liefst 66% de hoogste scores voor zelfvertrouwen. De respons van de ouders bevestigt dit beeld.

Op de vraag naar faalangst en somberheid geeft 59% van de leerlingen en studenten aan daar normaalgesproken last van te hebben, dit cijfer wordt gehalveerd bij gebruik van een hulpmiddel. Ouders bevestigen dit beeld, zij het minder uitgesproken. Op de vraag hoe ernstig de problemen zijn die door de dyslexie worden ondervonden op school, bij het maken van huiswerk of bij studie, antwoordt 46% van de ouders en 35% van de leerlingen/studenten met ‘flinke problemen’ en 7% respectievelijk 5% zegt ‘kan school of studie eigenlijk niet aan’. Deze cijfers zijn aanzienlijk lager als een hulpmiddel wordt gebruikt. Slechts 11% van de ouders en 6% van de leerlingen meldt dat flinke problemen worden ervaren en 1%, respectievelijk 2% ‘school of studie eigenlijk niet aan te kunnen’ als een hulpmiddel wordt gebruikt.

Driekwart van de leerlingen en studenten geeft aan dat het ICT-hulpmiddel dat zij gebruiken een positieve invloed heeft op hun zelfstandigheid. Bijna alle scholen (98%) geven aan dat bij gebruik van ICT-hulpmiddelen een verbetering van de zelfredzaamheid van de leerling te zien is. Ze hebben minder hulp nodig van een docent of andere hulpbronnen. Eén derde van de leerlingen en studenten geeft zelfs aan dat zij taken vrijwel zonder hulp kunnen uitvoeren.

Implementatie op scholen
Het succes van implementatie van ICT-hulpmiddelen op scholen kan worden gemeten aan de hand van de vier pijlers: visie en beleid, beheer en professionalisering, materiaal en kwaliteitsbeeld. Uit de respons van scholen blijkt dat de meerderheid een begin heeft gemaakt op het merendeel van deze gebieden, maar dat nog veel werk moet worden verzet om het draagvlak te verbreden.


Conclusie
Deze peiling onder leerlingen/studenten, ouders, scholen en behandelaars laat zien dat men op basis van indrukken, ervaringen en waarnemingen vindt dat er positieve relaties bestaan tussen het gebruik van ICT-hulpmiddelen en leerprestaties van kinderen met dyslexie enerzijds en hun sociaal-emotioneel functioneren anderzijds. Scholen hebben echter nog wel wat werk te verzetten om deze effecten ten volle te kunnen oogsten. De resultaten van deze peiling kunnen dit proces stimuleren.

Bron : onderwijsnieuwsdienst

maandag 6 september 2010

Voorspeller helpt dyslectici correct te schrijven

BRUSSEL - Het Belgische bedrijf Sensotec heeft vandaag een zogenaamde woordvoorspeller gelanceerd. Het systeem is ontwikkeld om mensen die aan dyslexie lijden, te helpen correct te spellen wanneer ze schrijven in een tekstverwerker.
Het programma, dat WoDy werd gedoopt, voorspelt het woord dat de gebruiker aan het typen is, net zoals de woordenboekfunctie bij het tikken van een sms'je. Als er bijvoorbeeld 'aler' wordt getypt, weet het programma dat de persoon met dyslexie wellicht 'allerlei', 'allerminst' of 'allerliefst' bedoelt. De software houdt rekening met de specifieke problemen van de gebruiker, die in een menu kunnen worden ingesteld.

Volgens Sensotec is het programma nuttiger dan een spellingcontrole, omdat dyslectici onmiddellijk het juiste woord te zien krijgen. Indien nodig worden de correcte suggesties ook voorgelezen.

De software kan gebruikt worden met elk computerprogramma waar tekst ingevoerd moet worden. Het pakket kost 195 euro voor de versie op dvd en 210 euro voor de versie op usb-stick
.

meer info klik hier

Bron www.ad.nl

maandag 30 augustus 2010

De grote voordelen voor dyslectici in het huidige tijdperk

Uit onderzoek is gebleken dat selfmade miljonairs vier keer zo veel kans hebben op dyslexie als de rest van de bevolking. Waarom? Dyslectici worstelen met L- gericht denken. L- gericht denken is een vorm van denken en een houding tegenover het leven die kenmerkend is voor de linkerhemisfeer van het brein (sequentieel, feitelijk, functioneel, tekstueel en analytisch). Deze benadering, dominant in het huidige tijdperk, belichaamd door computerprogrammeurs, gekoesterd door zakelijke organisaties en beklemtoond in het onderwijs, wordt door linkerbrein kenmerken gestuurd naar linkerbreinresultaten. R- gericht denken is de vorm van denken en houding tegenover het leven dat karakteristiek is voor de rechterhemisfeer van het brein ( simultaan, beeldend, esthetisch, contextueel en verbindend). Deze benadering die onderbelicht is in het huidige tijdperk, belichaamd door creatieve en zorgzame mensen, onder gewaardeerd door organisaties en verwaarloost in het onderwijs, wordt door rechterbreinkenmerken gestuurd naar rechterbreinresultaten.


Zoals blinde mensen hun gehoor sterker gaan ontwikkelen, zo zorgen problemen van dyslectici op het ene gebied tot buitengewone gaven op andere gebieden. Sally Shaywitz, als neuroloog verbonden aan Yale en specialist op het gebied van dyslexie, schrijft het zo: “Dyslectici denken anders. “Ze zijn intuïtief en blinken uit in probleemoplossing, het grote plaatje zien en vereenvoudigen”. “Ze zijn ongeschikt voor stampwerk, maar ze zijn geïnspireerde visionairs”. Mensen die morrelen aandyslectische-lezer de regels van het spel, zoals Charles Schwab, uitvinder van discontomakelarij, en Richard Branson, die de muziekhandel en de luchtvaartindustrie opschudde, noemen allebei dyslexie als het geheim van hun succes. Die dwong hen het grote plaatje te zien. Omdat ze moeite hebben de bijzonderheden van iets te analyseren, werden ze enorm handig in het herkennen van patronen. Alle grote ondernemers zijn systeemdenkers. Wie een groot ondernemer wil zijn moet leren een systeemdenker te worden en zal de aangeboren passie om dingen in hun totaliteit te zien moeten ontwikkelen.


Bron:.pluspost.nl



maandag 23 augustus 2010

Signaleren van leerlingen met dyslexie

Het gebeurt gelukkig steeds meer dat dyslexie al op de basisschool wordt onderkend. Dit is belangrijk, omdat de hulp dan zo vroeg mogelijk kan worden ingezet. Door adequate hulp wordt motivatieverlies zo veel mogelijk voorkomen en faalervaringen geminimaliseerd. Om een doorgaande lijn van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs te waarborgen, dient er een goede leerlingoverdracht plaats te vinden. Op enkele scholen wordt deze leerlingoverdracht door zorgspecialisten uitgevoerd, zeker wanneer het gaat om leerlingen die al extra zorg op de basisschool hebben gekregen. In andere gevallen vindt de overdracht plaats tussen de leerkracht dan wel zorgspecialist van het basisonderwijs en de mentor van het voortgezet onderwijs. Dit maakt het van belang dat de beginnende docent, die immers ook mentor kan worden, op de hoogte is van de vormgeving van deze overdracht. Hoe de overdracht basisonderwijs/primair onderwijs en voortgezet onderwijs (overdracht PO-VO) zou moeten verlopen, wordt binnen dit thema uiteengezet.

Elk leerjaar komen er weer leerlingen met lees- en spelling problemen en dyslexie op het voortgezet onderwijs terecht. Ondanks dat dyslexie steeds vaker op de basisschool wordt opgemerkt, is het zeker niet zo dat alle leerlingen met dyslexie dan al de diagnose hebben gekregen. Enerzijds zijn de problemen op de basisschool wel gesignaleerd, maar niet onderkend. Anderzijds zijn er ook leerlingen waarbij het lezen en spellen pas problemen oplevert bij het leren van moderne vreemde talen. Als docent is het dus belangrijk om ook op het voortgezet onderwijs gericht te zijn op de signalen van dyslexie. Welke middelen een vakdocent kan aanwenden bij de signalering, wordt binnen het thema Signaleren van leerlingen met dyslexie besproken.

Bron: Masterplan dyslexie


maandag 9 augustus 2010

Verzet tegen strengere exameneisen

AMSTERDAM - Scholen en scholieren in het voortgezet onderwijs zijn tegen plannen van het demissionaire kabinet om de exameneisen te verzwaren.


Zij vinden dat eerst werk moet worden gemaakt van kwalitatief beter onderwijs. Dat staat in een brief die de scholierenorganisatie LAKS en de VO-raad dinsdag hebben gestuurd aan demissionair staatssecretaris Marja van Bijsterveldt (Onderwijs).

De bewindsvrouw maakte eind juni bekend dat examenkandidaten vanaf het schooljaar 2011-2012 alleen slagen, als zij gemiddeld een voldoende halen voor het centraal schriftelijk examen. Nu kunnen zij onvoldoendes voor die landelijke toetsen nog compenseren met goede cijfers voor de examens die de scholen in de loop van het examenjaar zelf afnemen. Ook mogen zij voor de drie zogenoemde basisvakken, Nederland, Engels en wiskunde, maximaal één 5 als eindcijfer halen.

Ondermaats
Volgens het LAKS spreekt Van Bijsterveldt voor haar beurt. ,,Nederland investeert ondermaats in onderwijs’’, stelt voorzitter Steven de Jong. ,,Het is erg voorbarig om dan wel de exameneisen te verhogen; eerst moet de kwaliteit van het onderwijs zelf omhoog. Eisen zijn alleen haalbaar als aan voorwaarden zoals goede lessen wordt voldaan.’’

De VO-raad en het LAKS vrezen dat leerlingen door de strengere eisen moeilijke vakken of profielen gaan mijden of voor een lager niveau kiezen dan zij aankunnen, terwijl het beleid er de laatste jaren juist op gericht was leerlingen het maximale uit zichzelf te laten halen. Verder waarschuwen zij voor verschraling van het onderwijs, omdat de kans groot is dat scholen de inhoud van hun lessen voortaan zullen beperken tot het examenprogramma.

Voor leerlingen die bijvoorbeeld dyslexie hebben of eenzijdig getalenteerd zijn, zullen de gevolgen onevenredig zwaar zijn, stellen de VO-raad en het LAKS. Zij verwachten dat vooral in die groep meer leerlingen zullen zakken.


Bron Nederlands Dagblad

maandag 19 juli 2010

Wat is dyslexie? en handige tips voor in college

Dyslexie houdt in dat een persoon moeite heeft met lezen en/of schrijven. Dyslexie kan ontstaan door een ontwikkelingsstoornis of door hersenbeschadiging. De precieze oorzaak van dyslexie staat ter discussie en daarom hanteert men een beschrijvend ziektebeeld.

‘Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en / of vlot toepassen van het lezen en / of spellen op woordniveau’ .

Er heerst een beeld dat dyslexie alleen op jonge leeftijd vastgesteld wordt. Dit beeld is echter verkeerd, want veel jongeren kunnen tot en met de middelbare school hun slechte punten voor taal en spelling compenseren met hoge cijfers voor andere vakken waardoor hun dyslexie niet opvalt. Dyslexie is een diagnose die door een psycholoog gemaakt moet worden.

In het hoger onderwijs heb je recht op gelijke behandeling bij chronische handicap krachtens de wet op gelijke behandeling.

Het is gebruikelijk dat studenten met dyslexie verlenging krijgen voor alles waar lezen of schrijven bij komt kijken.

Tips voor college te volgen

Met dyslexie is het moeilijk te luisteren en te schrijven tegelijk. Hier zijn wat tips voor het volgens van college:

  • Vooruit werken, vraag aan je docent of je van tevoren wat informatie kan ontvangen of lees in je eigen tempo vooruit;
  • Zoek een oplossing voor aantekeningen te maken. Besteed dit uit aan je medestudenten of probeer colleges op te nemen met een memorecorder/memorecord applicatie op een multimedia apparaat;
  • Het is gebruikelijk dat een docent sheets, slides of notities rondstuurt na colleges. Dring, indien nodig hier op aan.
  • Vraag om een gelegenheid om je papers mondeling toe te lichten.

Zoals met alle beperkingen is je decaan je belangrijkste aanspreekpunt. Het is zijn taak om docenten voor te lichten over de verschillende beperkingen van de studenten.

Bron: Studenten plein.nl


maandag 5 juli 2010

digitale boekbestanden voor schooljaar 2010-2011

digitale boekbestanden voor schooljaar 2010-2011

Als u uw boeken voor de zomervakantie bestelt bij Injona, kunt u ze digitaal beschikbaar hebben voor de eerst week van het nieuwe schooljaar. wij zorgen dat uw digitale bestanden de eerste week van het nieuwe school in huis hebben.

Digitalen boeken

Sinds afgelopen schooljaar de wet Gratis Schoolboeken is ingevoerd zijn scholen ook verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van aangepaste schoolboeken, bijvoorbeeld voor leerlingen met een leesbeperking zoals dyslexie. Aangepaste schoolboeken bestaan uit een digitaal bestand op een CD-rom en kunnen beluisterd worden met behulp van ICT-software op een laptop of computer. Deze digitale bestanden worden onder andere gebruikt als content voor ICT-software als Kurzweil 3000, Sprint/Sprint Plus en Claroread. Deze aangepaste manier van leren kan uw dyslectische kinderen of leerlingen veel cognitieve ontwikkelingskansen opleveren. Injona digitaliseert boeken op aanvraag voor alle lagen van het onderwijs, dus zowel voor basis-, middelbaar als hoger en wetenschappelijk onderwijs. Er is geen beperking met betrekking tot het aantal beschikbare titels. U kunt bij Injona terecht voor het omzetten van een boek of ander tekstbestand naar een PDF- of KES-bestand. Injona werkt voor scholen en instellingen, maar zeker ook voor particulieren.

Lees hier verder

maandag 28 juni 2010

Dyslexie kan je raken!

Margreet zit in groep 4 van de basisschool. Was ze in groep 1 en 2 een intelligente, vrolijke en stoere kleuter, in de loop van groep 3 verandert dit. Ze heeft aanvankelijk veel zin in het leren lezen en schrijven maar als haar klasgenootjes links en rechts inhalen, verzucht ze: ‘Ik ben gewoon hartstikke dom!’

In groep 4 krijgt ze steeds vaker lichamelijke klachten: hoofdpijn en buikpijn. Margreet vertoont somber, angstig en weigerachtig gedrag en gaat met tegenzin naar school. Op school trekt Margreet zich steeds verder terug, laat ze nauwelijks van zich horen, maar thuis lijkt ze zich te ontladen. Ze kan woedend reageren op heel kleine tegenvallers. De school van Margreet geeft het advies haar te laten onderzoeken. Uit onderzoek blijkt dat sprake is van ernstige dyslexie.

Na vier maanden van intensieve behandeling nemen de klachten van somberheid en angst af, evenals de hoofd- en buikpijnklachten. Margreet krijgt grip op het lezen en schrijven, gelooft in zichzelf en haar behandelaar: ‘We gaan het samen redden!’ Een jaar later is het spellingniveau van haar op het niveau van haar leeftijdsgenoten.

Dyslexie is meer dan een technisch probleem
De docent Frans merkt op dat Sjoerd (3-VWO) echt beter zijn best moet doen:
‘Iedereen kan woordjes leren!’ Als Sjoerd aangeeft dat dit voor een leerling met dyslexie een hele opgave is, krijgt hij als antwoord: ‘Dyslexie, da’s een hype; wie heeft er tegenwoordig geen dyslexie?’ Sjoerd laat zich op school zien als een drukke, clowneske, vrolijke jongen.

In de thuissituatie zien zijn ouders dat hij veel studeert, lang bezig is, maar meer moeite krijgt met de leerstof vanwege de toenemende abstractiegraad en langere teksten. Het Engels is voor Sjoerd een nauwelijks te leren taal; de Franse taal gaat iets beter, maar houdt ook niets over. Sjoerd vertelt op school niet dat hij zo lang bezig is met zijn werk voor school. ‘Ik wil in niets anders zijn dan mijn klasgenoten, maar het wringt wel! Dyslexie blijkt opnieuw meer dan een technisch probleem.

Dyslexie kan je raken; het kan gevoelens veroorzaken van schaamte, boosheid, angst en onzekerheid. Het is van belang dat een diagnose zo vroeg mogelijk gesteld wordt en een professionele behandeling wordt gestart. Dyslexie gaat overigens vaak gepaard met andere problematiek; ongeveer 25% van de leerlingen met dyslexie heeft eveneens een aandachtstekortstoornis (ADD/ADHD).

Bron: OCRN

maandag 21 juni 2010

Omgaan met dyslexie (sociale en emotionele aspecten )

sociale en emotionele aspecten
Jan Hindrik Loonstra en Tom Braams (redactie)

‘Weet je eigenlijk wel wat dyslexie met je doet?’, zo vroeg een geëmotioneerde studente aan Jan Hindrik Loonstra tijdens een college over dyslexie. Indringend vertelde zij hoe dyslexie van invloed was op haar leven op school, thuis en ook nu tijdens haar studie. Ze schetste het onbegrip van de sociale omgeving, haar schaamte en frustraties en de voortdurende hulp van haar moeder. Medestudenten luisterden geboeid naar sociale en emotionele aspecten van dyslexie. Haar ‘college’ vormde het startpunt van het in 1999 verschenen boek ‘Omgaan met dyslexie: sociale en emotionele aspecten'. In het boek kwamen twee totaal verschillende wegen samen: de ervaring van de dagelijkse realiteit van begeleiding en docentschap ging een verbintenis aan met de psychotherapeutische kijk op sociale en emotionele problemen. Samengevoegd leidde dit tot aandacht voor sociale en emotionele aspecten rond dyslexie: hoe dyslexie een kind, puber en volwassene kan raken, op welke wijze de omgeving ermee om kan gaan en hoe de interactie van de betrokkenen het probleem dyslexie beïnvloedt. In 2010 is de volledig herziene versie verschenen van dit studieboek dat op veel opleidingen in Nederland en Vlaanderen wordt gebruikt.



Leesproblemen kunnen een bron zijn van onzekerheid, frustratie en gevoelens van minderwaardigheid. Wanneer de leerproblematiek niet tijdig wordt onderkend, kan het kind afweermechanismen ontwikkelen, die niet zelden verkeerd worden uitgelegd door de leer- en leefomgeving: ‘Hij is lui, toont weinig inzet…’ Afweermechanismen kunnen door de leerling worden ’gebruikt’ bij passieve gevoelens van onbehagen, bijvoorbeeld als leerdoelen niet worden gehaald vanwege het dyslexieprobleem. We kunnen dan denken aan concentratieproblemen, ‘machogedrag’, het terugtrekken in eigen schulp of het als het ware ontkennen van de problematiek.



Om het kind, de puber of volwassene met dyslexie adequaat te kunnen begeleiden, is het van belang dat de leer- en leefomgeving (of werkomgeving) van meet af aan op de hoogte is van de van de ernst van de leerproblematiek en de impact ervan op het dagelijks functioneren. Dit vergt een inspanningsverplichting van het dyslectische kind, de puber of volwassene én van zijn omgeving. De betrokkenen dienen te beseffen dat dyslexie een zeer complex probleem is dat niet alleen lees- en spellingproblemen als gevolg heeft, maar ook flinke consequenties kan hebben voor de ontwikkeling en voor het welbevinden van kinderen, pubers en volwassenen. Juist over deze gevolgen gaat dit boek.




bron: http://www.tbraams.nl/kennis/omgaanmetdyslexie.php

maandag 14 juni 2010

Brein dyslectici lijkt op traag internet



SAMENVATTING Dyslectische kinderen hebben niet alleen moeite met lezen, ze begrijpen ook gesproken taal anders. Oorzaak: een ontoereikend werkgeheugen.


VOLLEDIGE TEKST: Ondanks hun normale intelligentie hebben kinderen met dyslexie grote moeite met lezen en schrijven. Er gaat van alles mis: de kinderen krijgen het abstracte letterbeeld niet gekoppeld aan de bijbehorende klanken, ze blijven soms losse letters zien en geen woorden, en in het ergste geval herkennen ze zelfs geen individuele letters. Dyslexie blijft bovendien niet beperkt tot het schrift. Ook bij het verwerken van gesproken taal ervaren kinderen problemen. Dat illustreert de Italiaanse taalkundige Gaetano Fiorin in zijn proefschrift, waarop hij volgende week aan de Utrechtse universiteit promoveert.


In zijn onderzoek las Fiorin kinderen van acht à negen jaar verhaaltjes voor. Af en toe stopte hij er een grammaticaal complexe of dubbelzinnige zin in. Daar gingen dyslectische kinderen vaker de mist mee in dan leeftijdgenootjes. Zo hadden zij meer moeite met de zin 'Elke vriend van Frank verfde zijn fiets.' Want ja, verfden die vrienden nou elk hun eigen fiets, of allemaal die van Frank? Vergelijkbare kortsluiting ontstond bij de zin 'Ieder meisje zit op een stoel.' Elk meisje op haar eigen stoel, of gezellig met z'n allen op een kluitje? De juiste interpretatie moest blijken uit de context van het verhaal of uit een getoond plaatje. ,,De kinderen moesten informatie van verschillende herkomst combineren", legt Fiorin uit. ,,Dat lukte degenen met dyslexie minder goed. Ze hebben blijkbaar niet alleen moeite met letters en klanken, maar ook met grammatica en taalbegrip."


Dyslectische kinderen van acht à negen jaar oud zaten qua taalbegrip op het niveau van een kind van zes jaar. Dat is de leeftijd waarop kinderen beginnen te leren hoe ze complexere taalkundige uitingen kunnen interpreteren. ,,Op dat punt vertonen dyslectische kinderen duidelijk een vertraagde ontwikkeling", aldus Fiorin.


,,We weten nog niet of ze dat later weer inlopen, maar het lijkt er niet op." Het onderliggende probleem, vermoedt de taalkundige, is dat het 'verbale werkgeheugen' van kinderen met dyslexie achterblijft. Een gebiedje in de linker hersenhelft, waar we kortdurend informatie opslaan tijdens het verwerken van taal, vertoont bij hen een structureel tekort. Het betreft een heel specifieke stoornis, want andere werkgeheugens - zoals het visuele of het mathematische - functioneren normaal. Daardoor is de totale intelligentie van dyslectische kinderen toch normaal of zelfs aan de hoge kant.



Volgens de hypothese van Fiorin komt in het verbale werkgeheugen een heleboel samen: klank, letters, grammatica, context. En als het daar hapert, slaagt een kind er niet in om het juiste totaalplaatje samen te stellen. Alsof het zit opgescheept met een trage internetverbinding, waardoor geluid en beeld schoksgewijs en niet-synchroon binnendruppelen. Nu er steeds meer inzicht ontstaat in de oorsprong van het probleem, wordt Fiorin des te hoopvoller over de behandeling. Hij ziet twee wegen. ,,Je kunt het verbale werkgeheugen doelgericht trainen. En je kunt alternatieve hersengebieden versterken, zodat je het probleem als het ware omzeilt. Bij dyslectische kinderen zie je vaak al dat het langetermijngeheugen extra sterk is ontwikkeld. Als je dat verder stimuleert, kun je de dyslexie waarschijnlijk compenseren. Dyslectische kinderen hebben dan dezelfde toekomstmogelijkheden als ieder ander, daar ben ik van overtuigd."


Bron: www.uu.nl / Sander berker

maandag 7 juni 2010

Studeren met dyslexie

Tenminste één leerling in elke klas heeft last van dyslexie en gemiddeld twee klasgenoten hebben ernstige lees- of schrijfproblemen. Als je dyslexie hebt is de basistechniek van schriftelijk taalgebruik geen automatisme geworden, maar een aandachtvragende activiteit gebleven. Voor leerlingen (en studenten) met dyslexie betekend dit dat zij in het algemeen 2 tot 3 keer zoveel tijd moeten investeren in het bestuderen van teksten en het schrijven van praktische opdrachten, handelingsdelen, essays ed. dan andere leerlingen. Dyslexie is niet gebonden aan de intelligentie. Mensen met dyslexie kunnen dus net als mensen zonder dyslexie zowel laag, gemiddeld, als hoogbegaafd zijn. Ervaringen met IQ-test wijzen erop, dat studenten met dyslexie die het niveau van hoger onderwijs hebben weten te bereiken, bovengemiddeld intelligent zijn. De grootste geleerden en politici, zoals Leonardo da Vinci, Albert Einstein en J. F. Kennedy hadden dyslexie. Die jongens wisten handig om te gaan met hun dyslexie. Om in een verschriftelijkt schoolsysteem als het onze te kunnen functioneren, hebben leerlingen vaak allerlei strategieën ontwikkeld, waarmee ze hun problemen met lezen en schrijven kunnen ondervangen. Het besef 'niet dom te zijn', ook al werd dat vaak wel gesuggereerd, zorgde ervoor, dat zij hun sterke kanten inzetten bij het begrijpen en toepassen van de leerstof.


Bij leerlingen met dyslexie zijn er verschillende kenmerken. Voor docenten is het daarom niet gemakkelijk vast te stellen. Voor docenten lijkt het vaak te gaan om getalenteerde personen die onvoldoende gedisciplineerd tegenover hun opleiding staan. Veel leerlingen met dyslexie willen hun probleem liever verbergen uit angst voor onderschatting of stigmatisering. Als je dyslexie hebt kun je tegen de volgende problemen aanlopen:

  • Een gemotiveerde en actieve leerling levert een opdracht in met een rommelige structuur en lay-out, eenvoudige formuleringen en incomplete antwoorden. 'Er komt niet uit wat er in zit.'

  • Moeite hebben met 'even snel iets doorlezen'.

  • Veel tijd nodig hebben voor huiswerk, opdrachten en toetsen.

  • 'Stukjes' informatie soms helemaal kwijt zijn bij snelle opdrachten van veel nieuwe informatie

  • Omdat een moeilijke tekst later bij het leren meer vragen oproept dan antwoorden geeft zal een leerling met dyslexie meer vragen stellen in de les. Een normale leerling zal denken; ik lees het straks wel even na.

  • Moeite hebben met aantekeningen maken en overschrijven van het bord.

Dyslexie hebben heeft gelukkig ook positieve kenmerken:

  • Dyslectische leerlingen hebben een groot inzicht in de vakinhoud. Ze denken niet zozeer vanuit de details, maar vanuit het overzicht. Deze kwaliteiten worden vaak niet voldoende zichtbaar als er alleen maar schriftelijk wordt getoetst.

  • Ze zijn eerder gedegen opnemers van informatie - en kunnen die kennis dan ook toepassen - dan snelle leerders (en snelle vergeters).

  • Afhankelijk van hun sterke kanten zijn leerlingen met dyslexie:

    • beeldende denkers

    • logische (systeem-)denkers

    • creatieve denkers

    • praktische probleemoplossers

Leerlingen met dyslexie hebben snel last van concentratieproblemen. De concentratie-problemen doen zich met name voor bij schriftelijke taken. Zowel kinderen als volwassenen met dyslexie kunnen zich vaak uitstekend concentreren, zolang... ze maar niet hoeven te lezen en te schrijven! Studeren vergt enorm veel hersenactiviteit en kost dus veel energie. Studeren met dyslexie is te vergelijken met het beoefenen van topsport. Wanneer je studeert en je hebt dyslexie, is het goed, je daarvan bewust te zijn. Om topsport te kunnen bedrijven heb je conditie nodig.

Als je dyslexie hebt is het handig als je je problemen kunt compenseren. Met verschillende hulpmiddelen is dat mogelijk. Een laptop bied voor veel dyslectici uitkomst. Je kunt er je aantekeningen overzichtelijk noteren en (later) uitwerken. Een laptop bied spelling- en grammaticacontrole bij tekstverwerkingsprogramma's. Je kunt teksten corrigeren; zinnen en stukken tekst kun je verplaatsen terwijl het uiterlijk van de tekst netjes blijft. Je hoeft niet te schrijven met de hand en het lezen vanaf een scherm gaat makkelijker. Als je auditief bent ingesteld is het handig om tekst naar spraaksoftware (Sprint Plus of Kurzweil 3000) te installeren zodat je teksten als MP3'tje kunt opslaan en naar een MP3-speler of iPod kopiëren.


Bron : Bovenstaande tekst is een bewerking van Nel Hoffmeester's 'Studeren met dyslexie'




maandag 31 mei 2010

Injona maakt digitaal lezen en luisteren mogelijk




Het digitaal beschikbaar stellen van lesmateriaal staat sinds kort bij beleidsmakers hoog op de agenda. Sinds afgelopen schooljaar de wet Gratis Schoolboeken is ingevoerd zijn scholen ook verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van aangepaste schoolboeken, bijvoorbeeld voor leerlingen met een leesbeperking zoals dyslexie. Aangepaste schoolboeken bestaan uit een digitaal bestand op een CD-rom en kunnen beluisterd worden met behulp van ICT-software op een laptop of computer. Deze digitale bestanden worden onder andere gebruikt als content voor ICT-software als Kurzweil 3000, Sprint/Sprint Plus en Claroread. Deze aangepaste manier van leren kan uw dyslectische kinderen of leerlingen veel cognitieve ontwikkelingskansen opleveren. Injona digitaliseert boeken op aanvraag voor alle lagen van het onderwijs, dus zowel voor basis-, middelbaar als hoger en wetenschappelijk onderwijs. Er is geen beperking met betrekking tot het aantal beschikbare titels. U kunt bij Injona terecht voor het omzetten van een boek of ander tekstbestand naar een PDF- of KES-bestand. Injona werkt voor scholen en instellingen, maar zeker ook voor particulieren. Lees hier verder >>

maandag 24 mei 2010

Zorg op de scholen van het Voortgezet onderwijs voldoet onvoldoende ?

ZORG Minder dan de helf van de scholen voor voortgezet onderwijs voldoet aan wetelijke vereisten rond de zorg voor leerlingen met specifeke onderwijsbehoefen, bleek uit een
verkennend onderzoek van de inspectie op 62 scholen (Inspectie van het Onderwijs, 2010c).
Wetelijk verplichte handelingsplannen voor leerlingen met leerwegondersteuning ontbreken regelmatig, evenals plannen voor leerlingen met een rugzak.
Vergelijkbare percentages vond de inspectie eerder voor leerlingen met
andere beperkingen (Inspectie van het Onderwijs, 2008b).
Scholen kunnen zich zonder handelingsplan niet verantwoorden voor het onderwijs dat ze aan zorgleerlingen geven.
Ook kunnen ze de efecten van hun aanpak niet duidelijk maken.

Meer weten lees Hier verder.

Bron: onderwijsinspectie.

maandag 17 mei 2010

Examenstress voor ruim 200.000 leerlingen

Voor ruim 204.000 jongeren (ongeveer 108.000 vmbo'ers, 57.000 havisten en bijna 40.000 vwo-scholieren) jongeren is de eindexamentijd begonnen .

Op 1 juni is de examenstress voor alle leerlingen weer voorbij. Het wachten is dan op de uitslag. Die komt een paar weken later.

Op deze pagina vind je alle info die je nodig hebt voor de centrale examens. Van oefenexamens tot roosters en samenvattingen.

Allemaal heel veel SUCCES !

maandag 10 mei 2010

Meer handen in de klas door passend onderwijs

De inrichting van passend onderwijs verandert ingrijpend.

Er komen meer handen in de klas en leraren worden beter begeleid bij de omgang met zorgleerlingen. De bureaucratie wordt verminderd en er komt meer maatwerk voor kinderen. Ouders worden sterker betrokken bij het onderwijs en weten zich via een zorgplicht voor het schoolbestuur verzekerd van een passende plek voor hun kind. Het speciaal onderwijs blijft noodzakelijk en wordt verbeterd. Dat meldt staatssecretaris Dijksma van Onderwijs mede namens staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs en minister Rouvoet van Jeugd en Gezin in een brief aan de Tweede Kamer.

Van de ruim twee miljard euro die jaarlijks voor passend onderwijs wordt uitgetrokken komt nu te weinig terecht in de klas. De inzet van geld voor zorg is niet helder. Kinderen die extra aandacht nodig hebben, krijgen niet altijd de ondersteuning die ze verdienen. Leraren hebben nog steeds te weinig steun in de klas. Veel tijd en energie gaat verloren aan indicatietrajecten en bureaucratie. Ondanks inspanningen van alle betrokkenen zitten jaarlijks 3000 kinderen zonder onderwijs thuis.

Het kabinet wil dat het budget voor passend onderwijs wel in de klas terecht komt. Geld voor bovenschoolse voorzieningen en onnodige overhead moet worden ingezet voor meer handen in de klas in de vorm van een onderwijsassistent of een speciale leraar, voor betere ondersteuning en opleiding van leraren en het verminderen van de bureaucratie. Er wordt samen met de besturen, ouders en leraren een landelijk referentiekader zorg opgesteld. Met de verandering geeft het kabinet de school de ruimte om betere zorg aan kinderen te bieden en wordt paal en perk gesteld aan de bestuurlijke drukte die passend onderwijs dreigt te beheersen. De versterking van de samenwerking met jeugdzorg en jeugdhulpverlening is een belangrijk uitgangspunt. De maatregelen vloeien voort uit de herziening van passend onderwijs, die voor de zomer met de Tweede Kamer werd afgesproken, en zullen in augustus 2012 in werking treden.

De huidige rugzakfinanciering biedt onvoldoende mogelijkheden voor maatwerk. Daarbij is het aanvragen van een indicatie voor ouders en school een lang en ingewikkeld proces. In plaats hiervan komt een flexibele inzet van middelen. De landelijke indicatiestelling vervalt en rugzakgeld gaat naar de scholen. Het bedrag per leerling ligt niet langer vast. In plaats daarvan wordt de behoefte van een kind aan zorg vastgesteld en bepalen scholen in overleg met ouders hoe en waar het geld besteed wordt. Met het omvormen van de huidige rugzakfinanciering zullen scholen die de meeste zorg verlenen ook de meeste middelen krijgen. Binnen het kabinet is eerder afgesproken dat het budget voor het aanbieden van passend onderwijs niet verder kan groeien.

Het speciaal onderwijs blijft noodzakelijk en wordt verbeterd. Het onderwijs dient er zo veel mogelijk op gericht te zijn jongeren voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs krijgen de mogelijkheid om zelf examens voor het voortgezet onderwijs af te nemen als zij aan de wettelijke eisen kunnen voldoen. Met de invoering van kerndoelen in het speciaal onderwijs is duidelijk wat leerlingen moeten kennen en kunnen na hun schoolcarrière. Daarmee komt de focus in het speciaal onderwijs duidelijker op kwaliteit van het onderwijs te liggen.

Overzicht van de belangrijkste maatregelen passend onderwijs:

- Speciaal onderwijs blijft bestaan en wordt verbeterd
- Leraren worden beter toegerust
- Meer handen in de klas om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen
- Ouders worden nadrukkelijker betrokken bij het onderwijs aan hun kind
- Ouders weten zich via een zorgplicht van het schoolbestuur verzekerd van een plek voor hun kind
- Er komt een flexibele inzet van middelen. De landelijke indicatiestelling vervalt en rugzakgeld gaat naar de scholen
- De scholen die de meeste zorg aanbieden krijgen het meeste geld
- Een landelijk referentiekader zorg dat kan dienen als instrument voor scholen en
samenwerkingsverbanden

Bron : O.C.W.